Citylives Flashcards
1
Q
In de stad
A
en ville
2
Q
in het hard van
A
en plein coeur de
3
Q
keuze te over
A
l’embarras du choix
4
Q
bevallen
A
convenir
5
Q
stads-
A
urbain
6
Q
tegenwoordig
A
actuellement
7
Q
toegankelijk
A
accessible
8
Q
voetgangers-
A
piétonnier
9
Q
bewoner van de voorstad
A
le banlieusard
10
Q
overbewolkt
A
surpeuple
11
Q
onbewoond
A
dépeuplé
12
Q
slaapstad
A
la ville dortoir
13
Q
voorstad met maatschappelijke problemen
A
la banlieue sauvage
14
Q
le zonard
A
randgroepjongere
15
Q
le clochard
A
de zwerver