Chromatografie & HPLC Flashcards

1
Q

Wat houdt chromatografie in?

A

scheiding van componenten in een monster gebaseerd op de distributie van de componenten tussen een stationaire fase en een mobiele fase.
Hiermee kan men dan verdere metingen doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

In welke materiefase (gas - vloeibaar - vast) kan elke fase (stationair - mobiel) zitten?

A

De mobiele fase is een gas of een vloeistof en de stationaire fase is een vloeistof of een vaste stof. De stationaire fase kan dan als vloeistof op een inerte korrel of poeder zitten. Deze kan in een kolom zitten of in dunne laag op een drager.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarvoor staat HPLC en wat houdt het in?

A

High performance liquid chromatography. vloeistofchromatografie in een gesloten kolom onder hoge druk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welk type HPLC hebben we in het labo uitgevoerd en wat hield dat in?

A

Reverse Phase HPLC. Een vloeibare apolaire stationaire fase wordt gebruikt, en een vloeibare polaire fase.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom is de hoge druk nodig?

A

Tijd, grote diameter nodig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waaruit bestaat een HPLC systeem?

A
Vloeistofvoorzieningssysteem (Solvent en pomp)
Injectiesysteem (injecteert sample)
Kolom
Detector
Recorder
Afvalbeker
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe werkt een HPLC injector?

A

Teken.

een RVS ring met 6 poorten. Hiervan gaat er 1 naar de kolom, 1 naar een afvalbeker en 1 vormt een lus. Op de ring zit een kegel met 3 inkepingen. Deze kan kan draaien zodat we LOAD en INJECT hebben.

In positie 1 (LOAD) zal het eluens rechtstreeks naar de kolom gaan (eluens is het solvent dat het staal meeneemt). Het monster zal dan door de lus naar de afvalbeker gaan. Dit gaat over enkele microliters.

Als we dan de stand op INJECT draaien dan zit een vaste hoeveelheid staal in de lus. in de INJECT stand is de eluens-ingang verbonden met de lus en de uitgang van de lus is verbonden met de kolom. Hierdoor zal het staal dat aanwezig was in de lus door de kolom gaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waaruit bestaat de kolom

A

Meestal RVS.

Binnenin hebben we de apolaire stationaire fase (chemisch gebonden aan een silicakorrel omdat dit inert is).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een veelgebruikte vorm van stationaire fase?

A

(Si)_n – O – (Si)R_3

Met R = C_2, C_8 of C_18

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke detectoren kunnen gebruikt worden, wat is een vereiste?

A

Grote gevoeligheid.

UV-VIS (constant of variabele golflengte)
fluorescentiedetector
Brekingsdetector
Elektrochemische detector
Massaspectrometer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke methode wordt meestal gebruikt voor kwantitatieve HPLC?

A

Inwendige standaard.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is inwendige standaard?

A

Aan de ijkmonsters wordt eenzelfde hoeveelheid van een bepaalde stof toegevoegd. Deze stof is de inwendige standaard. Deze wordt op compleet dezelfde manier behandeld als de te meten stalen. Dit helpt ons onnauwkeurigheden en dergelijken te registreren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de fouten die we met inwendige standaard kunnen wegwerken of verminderen? En hoe?

A

Onnauwkeurigheden bij het maken van de standaardoplossingen
Variaties van het injectievolume of temperatuur van de kolom
Drift van het detectorsignaal (zowel bij de te
bepalen component als bij de inwendige standaard)

We kunnen verhouding van de te bepalen component en de inwendige standaard nemen. Wat automatisch deze fouten wegwerkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de voorwaarden voor de inwendige standaard?

A
  1. Signaal moet ongeveer even groot zijn als dat van het te bepalen component.
  2. Chromatografisch gedrag en detectie moeten gelijklopend zijn met die van de te bepalen component. MAAR ze mag niet interfereren. Dus de retentietijd mag niet hetzelfde zijn maar ook niet te veel verschillen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het nadeel van een inwendige standaard?

A

Niet altijd makkelijk om een goede inwendige standaard te vinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe kan men dan kwantitatieve resultaten bekomen?

A

IJklijn opstellen:
x-as: concentratie BC
y-as: verhouding concentratie BC en IS

17
Q

Berekeningen p37

A

//

18
Q

Welke pomp werd er gebruikt?

A

Constante debietpomp bestaande uit twee zuigers in serie. Met een theoretisch debiet van 0.0 ml/min tot 10.0 ml/min

19
Q

Wat is het werkelijke maximumdebiet en waarom?

A

2.3 ml/min - 2.5 ml/min

Dit komt doordat de kolom het debiet sterk limiteert.

20
Q

Welke kolom werd er gebruikt?

A

RVS kolom met apolaire C_18 stationaire fase en een lengte van 30 cm

21
Q

Hoeveel volume monster wordt er steeds in de kolom gebracht?

A

20 microliter.

Hoe: zie injector.

22
Q

Welke detector wordt er gebruikt?

A

UV detector (welke golflengte?)

23
Q

Welke eisen worden gesteld aan het eluens?

A

Een polair eluens is nodig door de apolaire stationaire fase. Anders zouden ze gewoon mengen.

Het eluens mag ook niet interfereren met de detectiemethode.

Solventen moeten van HPLC kwaliteit zijn.

24
Q

Waarom mocht in onze proef Acetonitril en water niet onverdund samen?

A

Extreem giftig HCN zou gevormd worden. (Verstoort de ATP productie in de mitochondrien omdat het als inhibitor werkt op enzymen die hiervoor nodig zijn. Ernstige symptomen in lage dosis en dood in hogere dosis)

25
Q

Wat moet er gebeuren voor het eluens gebruikt kan worden?

A

Eerst moet het solvent gezuiverd worden tot HPLC kwaliteit. Dan moet het worden ontgast. Dit gebeurt met de SOLVENT CLARIFICATION KIT.

26
Q

Wat is de solvent clarification kit?

A

het solvent wordt door een pomp doorheen een buisje gezogen met een millipore filter en opgevangen in een propere fles (teken)

27
Q

Welke inwendige standaard werd gebruikt om caffeine te bepalen in koffie, thee of cola?

A

Fenol

28
Q

Wat moet er exact gekend zijn? Wat niet?

A

Concentratie van de caffeineoplossing. Dit is nodig om de ijkcurve op te kunnen stellen.

Concentratie van de fenoloplossing moet niet exact gekend zijn, er moet gewoon dezelfde hoeveelheid toegevoegd worden.

29
Q

Hoe kunnen we de gekozen drank 10x verdunnen? en 20x?

A

bv. 10 ml drank, aangelengd in een maatkolf tot 100ml met demiwater. Of in dit geval HPLC-kwaliteit-water
20x verdunnen is dan 5ml aangelengd tot 100ml

Note: in deze proef moet er ook nog 1ml azijn en 5 ml fenol bij. Zoals de caffeinestandaarden. Dus er zal maar 84 ml water bij moeten ipv 90 ml.

30
Q

Berekeningen, vragen en praktisch: nog uit te voeren. (p. 42)

A

//