Chemische Reacties Flashcards

1
Q

Stoffen die niet oplossen in Water

A

Jood
Krijt
Calcium
Zand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Fase Overgangen

A

Bij het verwarmen van een vaste stof gaat hij over in een vloeistof en als je doorgaat met verwarmen ontstaat er een gas.
Bij afkoelen wordt het gas weer vloeibaar en tenslotte krijg je weer de vaste stof terug.
De veranderingen noemen we FASE OVERGANGEN
Er ontstaan geen nieuwe stoffen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Chemische Reactie

A

Altijd als begin stoffen verdwijnen en nieuwe stoffen ontstaan.
De nieuwe stoffen die ontstaan noemen we reactie producten

Bijv: vloeibare kippe eiwit is bij verwarmen vast geworden. Bij afkoelen van gaat hij niet terug naar de oorspronkelijke toestand.
Het is dus geen fase overgang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe beoordeel je of alleen een fase overgang heeft plaats gevonden

A

Je kunt het het beste de stoffen VOOR en NA het process bekijken bij dezelfde temperatuur, bijvoorbeeld kamertemperatuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Rijpen

A

Van GAS naar VAST

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Sublimeren

A

Van VAST naar GAS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Condenseren

A

Van GAS naar Vloeistof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Verdampen

A

VLOEISTOF naar GAS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

STOLLEN

A

VLOEISTOF naar VASTE STOF

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

SMELTEN

A

VASTE STOF naar VLOEISTOF

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Reactie Schema

A

Eerst schrijf je de namen van de stoffen op waarmee je begint (beginstoffen)
Dan komt een pijl , waarmee je aangeeft dat een chemische reactie optreedt.
Achter de pijl schrijf je de naam van de stoffen die zijn ontstaan (reactie producten)
Achter de stoffen zetten we de fase: vast, vloeibaar of gas.
Bijv:
Zoutzuur (gas) + ammoniak (gas) -> salmiak (vast)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Reactie Schema’s

A

Als regel voor het sorteren letten we op het aantal stoffen VOOR en NA de reactie. Let met name op die reactie schemas waar aan een van beide kanten maar EEN stof staat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

VORMINGS REACTIE

A

meer stoffen —> een stof

Als uit meerdere begin stoffen een reactie product ontstaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

ONTLEDINGS REACTIE

A

een stof —> meer stoffen

Als uit een begin stof meerdere reactie producten ontstaan .
Het is een reactie waarbij 1 begin stof verdwijnt en twee (of meer) reactieproducten ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

ONTLEDINGS PRODUCTEN

A

De reactie producten bij een ONTLEDINGS reactie
Je kan zeggen dat de stoffen die begin stof kunnen zijn van een ONTLEDINGS reactie tot de ontleedbare stoffen behoren. Je kan deze stoffen ontleden.
Ontleedbare stoffen kun je maken bij een reactie.
Als bij een reactie tussen twee stoffen, een stof ontstaat, dan is het vanzelfsprekend dat het ontstane reactie product op de een of andere manier is te ontleden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

NIET - ONTLEEDBARE STOFFEN

A

Stoffen die op geen enkele manier zijn te ontleden.
Bij een ONTLEDINGS reactie kunnen reactie producten onleesbare en niet ontleedbare stoffen zijn.
Bijv: Bij ontleding van suiker ontstaat naast de ontleedbare stof WATER ook de niet ontleedbare stof KOOLSTOF

17
Q

Voorbeelden van NIET - ONTLEEDBARE STOFFEN

A
  • Calcium
  • Platina
  • Zuurstof
  • Koolstof
  • Magnesium
    -Zwavel
18
Q

Zuivere Stoffen
(Ongeveer 12 miljoen)

A
  • Ontleedbare Stoffen (veel)
  • Niet-Ontleedbare Stoffen (Weinig)
19
Q

Organische Stoffen

A

Stoffen waarbij koolstof ontstaat.
Bijv : hout

20
Q

3 Manieren om een Stof te Ontleden

A
  1. Verwarmen - deze reactie noemen we Thermolyse
    De meeste Ontleedbare stoffen kunnen hierdoor worden ontleed
  2. Elektrische Stroom - Electrolyse
  3. Licht - Fotolyse
    Alleen zogenaamde lichtgevoelige stoffen kunnen door licht worden
    ontleed. Deze stoffen worden toegepast in de fotografie
21
Q

ENDOTHERME REACTIES

A

Warmte, Elektrische stroom en licht zijn vormen van ENERIE.
Ontledingsreacties verlopen alleen als we voortdurend energie blijven toevoeren.

22
Q

EXOTHERME REACTIES

A

Waar Energie vrijkomt , vaak in de vorm van warmte.
Bijv: Bij verbranding van Magnesium komt energie vrij in de vorm van warmte en licht.

23
Q

EMULGATOR

A

Een stof die het uitzakken van een emulsie voorkomt.
Bijv; Zeep
Emulgator heeft als eigenschap dat het met water en met olie wil mengen, waardoor de emulgator olie en water bij elkaar houdt.

24
Q

CHEMISCHE REACTIE

A
  • verdwijnen begin stoffen en ontstaan reactie producten
  • we geven het kort in een reactie schema weer
    Begin stoffen (toestand) —> reactie producten (toestand)
    • als er licht of gelijk stroom ontstaat vermelden we dat boven de pijl
  • ONTLEDINGS reactie (1 begin stof verdwijnt en er ontstaan meerdere reactie
    producten)
25
Q

Verband tussen de begrippen MENGSEL, SCHEIDEN, ZUIVERE STOF, ONTLEEDBARE STOF

A
26
Q

3 manier van Ontleden van Stoffen

A