chemie_begrippen_H1-4 Flashcards
Manier om een mengsel te scheiden, moleculen te sorteren.
Scheidingsmethode
Energie die je moet toevoegen om een reactie te starten.
Activeringsenergie
Massa van een stof als percentage van de totale massa van het mengsel.
Massapercentage
Scheiden door verschil in deeltjesgrootte (filtraat wordt opgevangen, residu blijft achter).
Filtreren
Hoeveelheid stof die maximaal oplost in een bepaalde hoeveelheid oplosmiddel bij een bepaalde temperatuur.
Oplosbaarheid
Reactie waarbij energie wordt opgenomen, bijv. thermolyse.
Endotherm
Verbindingen die stroom geleiden in vloeibare of opgeloste toestand.
Zouten
Ontleding door warmte.
Thermolyse
Stof opgebouwd uit ongeladen moleculen, geleidt geen stroom.
Moleculaire stof
Niet alle stof is opgelost, het mengsel is troebel.
Verzadigde oplossing
Ontleedbare stof; bestaat uit 2 of meer atoomsoorten, bijv. H2O (l).
Verbinding
Ontleding door licht.
Fotolyse
Binding in moleculen door gemeenschappelijke elektronenparen.
Atoombinding
Geeft de soort en het aantal atomen in een stof weer, bijv. H2O bevat 2 H-atomen en 1 O-atoom.
Molecuulformule
Troebel mengsel van vloeistof en vaste stof, bijv. krijt en water.
Suspensie
Ongeladen bouwsteen van de meeste stoffen, bestaat meestal uit meer dan 1 atoom.
Moleculen
Minimale temperatuur waarbij een reactie verloopt.
Reactietemperatuur
Stoffen die slecht oplossen in water.
Hydrofobe stoffen
Geeft aan in welke fase een stof zich bevindt: Vast (s), vloeibaar (l), gas (g), opgelost (aq).
Faseaanduiding
Bij een chemische reactie reageren beginstoffen en ontstaan reactieproducten met massabehoud.
Chemische reactie
Volume van een stof als percentage van de totale massa van het mengsel.
Volumepercentage
Hulpstof die ontmengen van een emulsie tegengaat.
Emulgator
Scheiden door verschil in kookpunt, vloeistof verdampt.
Indampen
Scheiden van een stof door verschil in oplosbaarheid en aanhechting.
Chromatografie
Stof met een hoog smeltpunt, buigzaam, glanzend en geleidt stroom en warmte.
Metaal
Scheiden door verschil in aanhechting, meestal aan norit.
Adsorberen
Weergave van een reactie in formules met coëfficiënten om de vergelijking kloppend te maken.
Reactievergelijking
Scheiden door verschil in oplosbaarheid in het extractiemiddel.
Extraheren
Bestaat uit 2 of meer soorten moleculen en heeft een smelt- en kooktraject.
Mengsel
Reactie waarbij uit één beginstof twee of meer reactieproducten ontstaan.
Ontledingsreactie
Reactie waarbij energie vrijkomt, bijvoorbeeld verbranden.
Exotherm
Ontleding door elektrische stroom.
Elektrolyse
Scheiden door verschil in kookpunt, vloeistof wordt opgevangen (destillaat wordt opgevangen).
Destilleren
Stoffen die goed oplossen in water.
Hydrofiele stoffen
Alle stof is opgelost, het mengsel is helder.
Onverzadigde oplossing
Scheiden door verschil in dichtheid, versneld door centrifugeren.
Bezinken
Bestaat uit één molecuulsoort en heeft een smelt- en kookpunt.
Zuivere stof
Alle stoffen zijn opgebouwd uit zo’n 100 verschillende atoomsoorten, ook wel elementen.
Atoomsoort
Niet-ontleedbare stof; bestaat uit 1 soort atomen, bijv. Au (s) of O2 (g).
Element
Helder vloeibaar mengsel, bijv. zout en water.
Oplossing
Sterke binding tussen moleculen met -OH of -NH groepen.
Waterstofbrug
Troebel mengsel van vloeistoffen, bijv. olie en water.
Emulsie