Chemie3 Flashcards

1
Q

Wat is Lecitine en waar dient het voor?

A

Bevat choline
Celmembranen
Emulgator
Micelvorming in het bloed
Verlaagt oppervlaktespanning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoeveel C’s bevat decanoic?

A

10

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoeveel C’s bevat dodecanoic?

A

12

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoeveel C’s bevat eicosanoic?

A

20

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn cephalines?

A

Ethanolamide of serine bevattende fosfoglyceriden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke 2 type sfingolipiden zijn er?

A

Sfingomyelines en glycosfingolipiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de drie non-glyceriden

A

Sfingolipiden, steroïden en wassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de drie typen steroïden?

A

Cholesterol, galzouten en steroïdhormonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar dient cholesterol voor?

A

Celmembraan, geslachtshormonen, vitamine D en cis-onderzadigde vetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar dienen galzouten voor?

A

Emulgatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn voorbeelden steroïdhormonen voor?

A

Progesteron, testosteron, cortison en aldosteron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar dienen wassen voor?

A

Bescherming van huid en vacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar worden lipoproteins voor gebruikt?

A

Transport van vetten door het bloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de 4 soorten lipoproteins?

A

Chylomicronen, VLDL, LDL en HDL

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar dienen chylomicronen voor?

A

Triglyceriden van darmen naar weefsels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waar dient VLDL voor?

A

Lipoprotein. Gesynthetiseerde triglyceriden naar weefsels

17
Q

Waar dient LDL voor?

A

Cholesterol van lever naar weefsels

18
Q

Waar dient HDL voor?

A

Cholesterol van weefsels naar lever