Chapter 7 Flashcards

1
Q

Homo economicus gaat er vanuit dat

A

de mens volledig rationeel & egoistisch is. Dit dit niet een zeer realistisch beeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Gedragseconomie bestaat uit twee domeinen, namelijk

A
Economisch domein (met geld)
Sociaal domein/veld (zonder geld)
Soms kan een betaling niet worden verricht, bijvoorbeeld bij de hulp van de buren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het ultimatimumspel

A

Een spel waarbij de ene speler bijvoorbeeld de verdeling bedenkt, hier ligt ten grond slagen dat het eerlijkheid meestal als belangrijk wordt ondervonden door de andere speler. Bijvoorbeeld je accepteert niet 1$ als het een verdeling is van 10$

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Openbaar goederen spel

A

Je krijgt een bedrag bijv. 5$ en als je dit vervolgens in de gezamelijk pot stopt wordt dit verdubbelt. Meeste mensen dragen uiteindelijk slechts 2$ of 3$ bij. Dit wordt nog minder naarmate er meer rondes zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is beschikbaarheid biij de rule of thumb

A

Emotioneel aspect. Levendigheid en gebruiksaspect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is anchoring?

A

Anker. Beslissing op het beetje kennis dat je bezit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is representativiteit?

A

Niet baseren op een groep, maar op een individu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is framing?

A

Hoe je de vraag stelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Begiftigingseffect / endowment effect

A

Ticket of mok voor een veel hogere prijs pas willen verkopen, indien je het al bezit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Mentale boekhouding

A

Het verlies van het kaartje en de prijs van een nieuw kaartje betekent twee keer iets uit hetzelfde vakje (waarop we denken: ik heb dat geld al een keer uitgegeven aan dit kaartje; weg is weg, kans verkeken), terwijl het verlies van geld en de prijs van een nieuw kaartje uit twee verschillende vakjes komen (waarop we denken: ik mag dan wel beroofd zijn, maar ik laat me mijn theaterbezoek niet ontnemen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Prospect

A

Richten op de verandering van rijkdom + mensen haten het om te verliezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Gedragstheorie gaat er vnauit dat er

A

een coalitie is van deelnemers die willen samenwerken (contributions & Inducements)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Indien een medewerker meer geld kan verdienen bij de SME (micro economy)

A

Gaat hij naar een ander bedrijf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Indien een medewerker meer geld kan verdienen bij de BTF (behavioral theory of the Firm)

A

Gaat hij niet per definitie weg -> alleen indien het onder het aspiratielevel is. Dit zal wel omhoog gaan indien hij dit weet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Informatie bij de SME en BTF

A

Volledig & symmetrisch ; Beperkt & Assymetrisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Rationaliteit bij de SME en BTF

A

volledig ; bounded

17
Q

Aard van het doel bij SME en BTF

A

Maximalisatie ; Aspiratielevel -> satisfying

18
Q

Aanpassing van het doel bij SME en BTF

A

Direct ; Geleidelijk

19
Q

Focus bij SME en BTF

A

Competitie ; Besluitvorming