Chapter 6 Achtergronden En Gebruik Van Vragenlijsten Voor Het Vastellen Van Emotionele En Gedragsproblemen Flashcards
Items
Items zijn uitspraken over gedrag.
Kan een enkelvoudige bewering zijn, een samengestelde bewering. Aantal items om de vragenlijst is van minder dan tien tot enkele honderden.
Factoren
Groepjes waarin items te onderkennen zijn. Als items als symptomen worden gezien zijn de factoren syndromen.
Statistische methoden: dmv correlatie tussen items wordt adhv statistische criteria een groepje gemaakt.
Exploratieve factor analyse:
Vanuit nieuwsgierigheid kijken hoeveel de items statistisch te reduceren zijn.
Confirmatieve factoranalyse:
Theorie gestuurd factoren maken.
Factorscore
Door de scores van een kind op de items van een factor op te tellen krijgt elk kind een factorscore. Deze geeft aan hoe sterk het door de factoren gepresenteerde syndroom aanwezig zijn
Normen
Normen zijn gebaseerd op de verdeling van scores binnen een normgroep. Kwaliteit wordt bepaald door:
- representativiteit (zelfde leeftijd kind en normgroep),
- omvang normgroep ( minimaal 300 personen, minimaal 200 personen bij minderbelangrijke beslissing)
- tot slot de aard van de normgroep
Twee soorten normen
Normen gebaseerd op rangorde: percentielscore,decielen
Normen gebaseerd op het gemiddelde en spreiding in scores: standaardnormen , gelijkverdeeld ( klokvormige verdeling van scores) vb : IQscore, tscore
Afwijkende score als….
Binnen -1 & +1 standaarddeviatie van het gemiddelde is normaal. 2 standaarddeviatie of meer is afwijkend. 84e en 98e percentiel is ook een cut off point. 98e percentiel is gelijk aan 2 standaarddeviatie.
Drie soorten betrouwbaarheid. Voor herhaalbaarheid en consistente scores
Testherstestbetrouwbaarheid
Interbeoodelaarsbetrouwbaarheid
Interne consistentie (cronbachs alfa; correlatie tussen items.
Normen betrouwbaarheids coëfficiënten
Moet minimaal 0.8 zijn
Moet minimaal 0.7 zijn bij minder belangrijke beslissingen.
Moet minimaal 0.6 zijn bij onderzoek op groepsniveau.
Normen validiteits coëfficiënten
Voor vragenlijsten tussn 0.4&0.6
Validiteit
Mate waarin de vragelijst onderzoekt wat het wil onderzoeken
Begripsvaliditeit
Meet je wat je wil meten.
Adhv factoranalyse
Criteriumvaliditeit
De mate waarin de score op een vragenlijst een goede voorspeller is van het gedrag buiten de test situatie
Fout negatief
Kinderen die ten onrechte niet geïdentificeerd worden met een stoornis
Fout positief
Kinderen die ten onrechte niet wel geïdentificeerd worden met een stoornis
Sensitiviteit van een vragenlijst
De sensitiviteit van een vragenlijst geeft aan hoe goed de vragenlijst is in het opsporen van een bepaalde stoornissen in een bepaalde bevolkingsgroep