chapter 1 year 3 Flashcards
childish
kinderachtig
(dis)respectful
(on)eerbiedig
earnest
serieus
harsh
hard
(in)tolerant
(in)tolerant
judgemental
veroordelend
open-minded
ruimdenkend
persistent
aanhoudend
polite
beleefd
reflective
reflecterend
sensible
verstandig
sensitive
gevoelig
sincere
oprecht
superficial
oppervlakkig
stubborn
koppig
tense
gespannen
thoughtful
attent
(un)interested
(on)geïnteresseerd
acquaintance
kennis
to blend in
erbij horen
to break up
uit elkaar gaan
colleague
collega
companion
kameraad
to depend on
rekenen op
easy to get on
makkelijk in de omgang
to have in common
gemeen hebben
to help each other out
elkaar helpen
(in)formal
(in)formeel
to lose touch with
contact verliezen met
loyal
trouw
mutual friend
gemeenschappelijke vriend
outcast
buitenbeentje
peer
leeftijdsgenoot
to share with
delen met
to spend time with
tijd doorbrengen met
trust
vertrouwen
anyway
hoe dan ook
actually
eigenlijk
apparantely
blijkbaar
Are you serious?
Meen je dat?
as I was saying
zoals ik zei
basically
in principe
by the way
trouwens
Guess what?
Raad eens?
I was wondering
ik vroeg me af
if you ask me
als je het mij vraagt
Really?
Echt?
in fact
in feite
No way!
Echt niet!
speaking of
over gesproken
that reminds me
dat herinnert me eraan
you know what?
weet je wat?