Chapter 1: Recht in het algemeen Flashcards

1
Q

Wat zijn twee belangrijke functies van het recht?

A
  1. Het recht is een mechanisme met als functie het voorkomen en oplossen van conflicten. Hierbij is het doel het beschermen van de vrede in de samenleving, evenals het beschermen van de rechten van de individuele leden van die samenleving. Kortom: Het recht heeft een vredestichtende en vredebewarende functie in de samenleving door middel van geboden en verboden.
  2. Het recht bevordert “gerechtigheid”, bijv. doordat ieder het zijne krijgt en niemand onevenredig nadeel lijdt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat wordt onder het begrip recht verstaan?

A

Het recht is het geheel van alle geldende rechtsregels binnen een bepaalde samenleving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is positief recht (en wat niet)?

A
  • Positief recht (ook wel objectief recht) is de opsomming van alle geldende rechtsregels in Nederland.
  • Positief recht omvat NIET de voorschriften uit godsdienst & moraal.
  • Het is een door mensen gemaakt recht (in tegenstelling tot het natuurrecht).
  • Het positieve recht vergeeft bepaalde bevoegdheden en verplichtingen. Voorbeeld: Iedere Nederlander is kiesgerechtigd (Art. 4 GW).
  • Onderscheid tussen objectief recht (altijd geldend) en subjectief recht (vloeit voor uit objectief recht). Voorbeeld: Als persoon A iets van persoon B koopt (Art. 26, Boek 7 BW: De koper is verplicht de prijs te betalen.), dan heeft persoon B recht op betaling (subjectief recht).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke rechtsbronnen kent het Nederlandse recht?

A
  1. De Wet
  2. De Jurisprudentie (rechtspraak eng. Case Law)
  3. De Gewoonte
  4. Verdragen en sommige besluiten van volkenrechtelijke organisaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn rechtsbronnen?

A

Rechtsbronnen zijn bronnen waaruit het geldend recht (objectief recht) voortvloeit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe kan een gewoonte een rechtsbron zijn?

A

De gewoonte is een zelfstandige bron van positief recht. Ze kunnen worden gebruikt door de rechter (gewoonterecht), afhankelijk van de sector.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Noem een aantal indelingen van het recht.

A
  • Nationaal vs. internationaal recht
  • Materieel vs. formeel recht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het volkenrecht?

A
  • Het volkenrecht omvat verdragen, besluiten van volkenrechtelijke organisaties en regels van gewoonterecht.
  • Het volkenrecht bevat rechtsregels over het verkeer tussen staten onderling, evenals tussen staten en volkenrechtelijke organisaties.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke soorten verdragsbepalingen zijn er?

A
  • Verdragsbepalingen die alleen gelden voor de betreffenden autoriteiten (Voorbeeld: 2005, verdrag tussen Nederland en Duitsland inzake grensoverschrijdende politiesamenwerking).
  • Verdragsbepalingen die effect hebben op de soevereiniteit van staten (Voorbeeld: Europees Verdrag, bescherming van mensenrechten en vrijheden)
  • Verdragen ter overdraging van bevoegdheden van wetgeving, bestuur en rechtspraak aan een internationale organisatie (EU).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het EVRM?

A

Het EVRM (Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens) omvat grondrechten die in de betreffende landen (o.a. Nederland) direct gelden. Voorbeelden: Recht op eerlijk proces (art. 6 EVRM), Recht van vrijheid van meningsuiting (art. 10 ERVM).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe werkt het EVRM door in het Nederlandse recht?

A

De regels van het EVRM hebben dezelfde gelding als de rechtsregels van Nederland zelf. Men zou dus kunnen zeggen dat Nederland niet streng soeverein is.
> Monistisch systeem/Monisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de bijzondere betekenis van de Europese Unie in de Nederlandse rechtsorde?

A
  • De EU heeft organen met de bevoegdheid tot wetgeving, rechtspraak en bestuur.
  • De rechtsorde van de EU maakt deel uit van de rechtsorde van iedere lidstaat (ook NL).
  • Europese verordeningen gelden zonder verdere maatregelen in iedere lidstaat.
  • Internationale rechtsregels gelden boven nationale rechtsregels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke taken vervult de Europese Unie?

A

De Europese Unie schrijven rechtsregels voor die in alle lidstaten gelden. Dit zijn meestal grondrechten (mensenrechten).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat betekent het monistisch systeem voor de Nederlandse rechtsorde?

A

Het monistisch systeem betekent voor de Nederlandse rechtsorde dat zij deel van hun soevereiniteit opgeven. Hierdoor gelden EU regels binnen Nederland (met voorrang).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Omschrijf de begrippen formeel recht en materieel recht.

A
  • Formeel recht: Regels over de wijze van procederen bij de rechter (ook wel procesrecht).
  • Materieel recht: Regels die betrekking hebben op de rechten en plichten van personen in hun onderling verkeer.

Het formeel en materieel recht biedt verschillende regels op bepaalde rechtsgebieden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Geef een voorbeeld van een regel van materieel recht.

A

Bij de koop van een product geldt het materiele recht op verschillende manieren. De koper is verplicht het product te betalen, en de verkoper is verplicht het product te leveren.

17
Q

Welke rechtsgebieden kent ons recht?

A
  • Het strafrecht
  • Het bestuursrecht
  • Het privaatrecht
  • Het staatsrecht
18
Q

Omschrijf het staatsrecht.

A

In het staatsrecht zijn regels omschreven wat de organisatie van een staat en zijn organen betreft. Ook de bevoegdheden van de individuele organen staat hier omschreven. Bovendien omvat het staatsrecht regels betreffend de interactie tussen burgers en de staat.

19
Q

Wat is de belangrijkste wettelijke regeling in het staatsrecht? Noem enkele hoofdonderwerpen daaruit.

A

De belangrijkste wettelijke regeling is de Grondwet. Dit omvat de hoofdlijnen van de organisatie van de staat, evenals richtlijnen voor onderwerpen waarover nadere regels moeten worden gemaakt in de wet. De Nederlandse Grondwet dateert van 1815 en is het laatst ingrijpend aangepast in 1983.

Voorbeelden:
- De mens moet op bepaalde gebieden autonoom en vrij kunnen leven zonder ingrijp van de staat.
- Vrijheidsrechten: Vrijheid van godsdienst, vrijheid van meningsuiting.
- Politieke rechten: Kiesrecht, recht om een openbaar ambt te bekleden.
- Sociale grondrechten: Algemeen welzijn d.m.v. onderwijs, gezondheidszorg, sociale zekerheid.

20
Q

Omschrijf het bestuursrecht.

A

Het bestuursrecht gaat over de juridische bestuursactiviteit van de overheid. Vroeger was dit deel van het staatsrecht, maar nu is het een eigen rechtsgebied met eigen regels over het optreden van de bestuursorganen tegenover de burger en een eigen procesrecht voor de beslechting van geschillen.

Synoniem: Administratief recht

21
Q

Welk begrip staat in het bestuursrecht centraal? Omschrijf dit begrip.

A
22
Q

Omschrijf de begrippen materieel en formeel strafrecht.

A
23
Q

Welke belangrijke beperking kent ons recht voor het strafbaar stellen van bepaalde feiten?

A
24
Q

Door wie wordt het materieel strafrecht gehandhaafd?

A
25
Q

Uit welke onderdelen bestaat ons burgerlijk recht?

A
26
Q

Noem twee specifieke onderdelen van het burgerlijk recht en geef daarvan een korte omschrijving.

A
27
Q

Waarmee houdt het arbeidsrecht zich bezig?

A
28
Q

Welke rechtsgebieden worden tot het publiekrecht gerekend?

A
29
Q

Welke criteria kunnen worden gebruikt voor het onderscheid tussen publiekrecht en privaatrecht?

A
30
Q
  1. Geef een paar voorbeelden van een aantal speciale rechtsgebieden binnen ons recht.
A