chap5 Flashcards
demie sœur
stief suz
serveuse
serveerster
serveur
ober
un job
een baan
shop
winkel
ou alors
of
parce que
want
j’aime les fraises
ik vind aardbei leuk
je pense
denk ik
je fais du judo
ik judo
A jeudi
tot donderdag
la phrase
de zin
j’ai envie de
ik heb zin in
parler
spreken
se retrouver (ex: sortie cinema)
afspreken
où nous retrouvons nous?
Waar spreken we af?
je vais…. (ex: en tant que promesse)
ik zal
cinema
bioscoop
quelque chose
iets
heure: 20.00
acht uur’s avonds
heure: 19.45
kwart voor acht’s avonds
a la maison
thuis
maison
huis
pub, bistros
kroeg
rester
blijven
every
elke
la soleil brille
de zon schijnt
debors
buiten
a l’interieur
binnen
que penses-tu de…?
houd je van…?
parce que
want
mais
maar
et
en
donc
dus
temps
tijd
assez
genoeg
argent
geld
jambe
been
(fait) mal
doet pijn
malade
ziek