Case 2 Governance in healthcare policymaking Flashcards

1
Q

Wat zijn de drie main actors in het health governance framework?

A

State actors, health service providers, clients/citizens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Op welke theorie is het health governance framework gebaseerd?

A

Principal agent theory

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de relatie tussen de client en de state actor?

A

De client laat zich horen en de state actors reageren hierop met een luisterend oor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de relatie tussen state actors en providers?

A

De state actors geeft middelen en doelen aan de providers en controleert dit ook en de providers moeten hier open over zijn. Er kan wel sprake zijn van informatie assymetrie en moral hazard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de relatie tussen clients en providers?

A

De client drukt zijn behoefte uit en de provider reageert daarop door services aan te bieden die bij die behoeftes horen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is governance volgens Hoppe?

A

Een proces waarbij power gebruikt wordt om groepen aan te sturen om een bepaald doel te bereiken. Bestaat uit een hoe en een wie vraag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de rol van actors en institutions in governance?

A

bij governance worden actors en institutions aangestuurd. Beide factoren hebben invloed op elkaar. Actors volgen hun eigen belang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat doen actors voor instutitions?

A

Ze leveren bronnen, reageren op regels van instutitions

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat doen institutions voor actors?

A

Ze maken regels en leggen bepaalde beperkingen op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is Governance volgens Greer?

A

de manier waarop beslissingen gemaakt worden en autoriteit in een land georganiseerd is. Het geeft hulp om te reageren op uitdagingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarvoor is het TAPIC framework?

A

Om te zien hoe nuttig governance is en waar het probleem ligt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de onderdelen van het TAPIC-framework?

A

Transparancy= informeren over beslissingen
Accountability= acties uitvoeren en anders gevolgen
Participation = partijen die betrokken zijn, mogen input geven
Integrity = duidelijkheid over rolverdeling
Policy capacity= goed idee wordt omgezet in een proces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn formal rules?

A

Rules of law, geschreven regels zoals de wet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn informal rules?

A

Ongeschreven regels die bepalen hoe we ons gedragen zoals normen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe werkt hierarchie als coordinatie mechanisme?

A

Autoriteit, controle en power zijn dominant. Government heeft een belangrijke rol in de top-downstructuur.
(heel public)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe werkt market als coordination mechanism?

A

Het prijsmechanisme brengt vraag en aanbod bij elkaar. In healthcare moet governance zorgen voor een goede prijs en state actors zorgen voor specifieke omstandigheden. Actors hebben een dominante rol
(heel private)

17
Q

Wat is een stick en wat een carrot?

A
Stick = als je het niet doet, krijg je straf
Carrot= je krijgt iets als je het niet doet (stoppen met roken)
18
Q

Hoe werkt network als coordinating mechanism?

A

Het is een vrijwillige samenwerking tussen verschillende actors die gaan onderhandelen. Vooral horizontale relaties.
(Tussen public en private in)

19
Q

Welke strategieën zijn er in een network?

A
Cooperative = door onderhandelen 
Communicative = bewust zijn van de onderlinge afhankelijkheid
Cultural= verenigbaarheid van waardes
20
Q

Hoe werkt high state intervention - low self regulation?

A

De staat regeert alles top-down

21
Q

Hoe werkt low self-regulation en low state intervention?

A

Dit is de perfecte markt waar actors met elkaar onderhandelen

22
Q

Hoe werkt low state intervention, high self-regulation?

A

Veel zelf-regulatie en professionals die dat fijn vinden (medical professionals)

23
Q

Hoe werkt high state intervention en high self-regulation

A

alle actoren onderhandelen met elkaar, de staat is een van die actoren, maar speelt een dominante rol in wie er precies mag mee beslissen

24
Q

Wat zijn voor-en nadelen van het hierarchy model?

A

Duidelijke structuur en controle, maar weinig stimulatie voor kwaliteit

25
Q

Wat zijn de voor-en nadelen van een market system?

A

Betere kwaliteit en lagere kosten, kans op monopolies en overheid moet bemoeien

26
Q

Wat zijn de voor-en nadelen van het network systeem?

A

Vrijheid en makkelijker tot stand komen, maar kans op informatie assymetrie en makkelijk buitensluiten

27
Q

Wat is een IRA?

A

Independent regulatory agency(hybrid), handelt semi onafhankelijk van de staat, hebben expertise en kan regulatory zijn (zorginstituut Nederland)

28
Q

Wat is institutional layering?

A

Steeds nieuwe dingen toevoegen aan het huidige systeem in plaats van een nieuw systeem

29
Q

Wat zijn de gevolgen van institutional layering?

A

Meer stakeholders, fragmentatie, verandering van relaties

30
Q

Hoe komt de shift van government naar governance?

A

Sociale coordinatie neemt toe en steeds meer vertrouwen is nodig en government is strenger dan governance