CARDIO-VASCULAIRE WERKING

Question 1

Arseen Etiologie

Answer 1

Voedingsadditief
(foutief gebruik)
-Insecticide (dipping)
-Doping renpaarden (zie boek)

Question 2

Arseen Toxiciteit

Answer 2

As3+ meest
toxisch
Gewenning bij
continu kleine
opname
Varken, hond en
pluimvee meest
gevoelig

Question 3

Arseen Pathogenese

Answer 3

*Alleen bij As3+ Acuut: lokaal
etsend thv GI (incl muil)
Subacuut: beschadigen enzymes lever en nier door thioloprieve werking:
-Lipoïnezuur → daling synthese coenzymes → daling
vet en KHD metabolisme →
parenchymdegeneratie door
verminderde celoxigenatie →
sec. leververvetting
-Verminderde activiteit oxydatieve enzymes → degeneratie GI mucosa → capillaire
VD → moleculen?
→ verbloeding in eigen perifeer bv-stelse

Question 4

Arseen Symptomen

Answer 4

Hyperacuut (massale opname): uitbloeden vd
darm → BD daling, shock
en collaps
Acuut/subacuut: hemorrhagische enteritis, koliek,
excitatie, later paralyse
Sec. leververvetting en beschadiging niertubuli
Bevordert de rui door capillaire VD

Question 5

Arseen Diagnose

Answer 5

Obv symptomen en
PM → hemorrhagische enteritis en stuwing in GI stelsel
Nier en urine opsturen voor labo, lever is
minder belangrijk. Bij
chronische gevallen
ook haar

Question 6

Arseen Behandeling

Answer 6

B.A.L. (Dimercaprol)
= duur en moeilijk
beschikbaar.
Bij acuut: succimer

Question 7

Arseen DDx

Question 8

Arseen Bijzonderheden

Answer 8

Absorptie thv de huid, longen, GI-stelsel (minder bij
de slecht oplosbare)
Hyperacuut: GI-stelsel,
bloed, nier
Acuut: meeste arseen thv
de darm, maar opstapeling
thv de lever → biotransformatie van As5+ naar As3+ en
metabolisatie naar As
Chronisch: opstapeling As
in beenderen, haren, nagels
Uitscheiding via urine
(As5+), gal (As3+) en feces
(hyperacuut)

Question 9

Natriumchloride Etiologie

Answer 9

Te hoge concentratie in voeder of
drinkwater (elektrolietenopl.,
kunstmelk)
Overstroming van
poldergebieden
met zeewater

Question 10

Natriumchloride Toxiciteit

Answer 10

Pluimvee zeer
gevoelig, want
gereduceerde GF
en laag plasma
albumine gehalte: 0,5% in
drinkwater is lethaal bij kuikens
Varkens ook redelijk gevoelig

Question 11

Natriumchloride Pathogenese

Answer 11

Na+ wordt snel geresorbeert
en uitgescheiden via de nier.
Na+ blijft extracellulair en
trekt dan IC vocht aan → EC
oedeem + circulatiestoornissen en uitdroging CZS

Question 12

Natriumchloride Symptomen

Answer 12

Pluimvee: hevige dorst, paralyse en necrose vd kam
door uitdroging
Varkens: dorst, speekselen, excitatie, convulsies,
spiertremoren, blindheid
Oedeem en eosinofiele
meningo-encephalitis

Question 13

Natriumchloride Diagnose

Answer 13

Meer dan 0,5% NaCl
in de maaginhoud (bij
varkens)

Question 14

Natriumchloride Behandeling

Answer 14

Water (oraal, parenteraal)

Question 15

Natriumchloride Behandeling

Question 16

Natriumchloride Bijzonderheden

Question 17

Natriumsulfaat Etiologie

Answer 17

Purgativum

Question 18

Natriumsulfaat Toxiciteit

Answer 18

Varken bijzonder

gevoelig

Question 19

Natriumsulfaat Pathogenese

Answer 19

GI irritatie en Na+
resorptie
en hypocalcemie

Question 20

Natriumsulfaat Symptomen

Answer 20

Hypotensie, collaps, evt

hersenoedeem, erge diarree

Question 21

Natriumsulfaat Diagnose

Question 22

Natriumsulfaat Behandeling

Answer 22

Apomorfine (braken)

Question 23

Natriumsulfaat DDx

Question 24

Natriumsulfaat Bijzonderheden

Question 25

Ionoforen Etiologie

Answer 25

``` Coccidostatica (Monensin) Versleping of kruiscontaminatie Nitraatrijke voeders (rund) (→ verhoogde kans op nitrietvergiftiging) Interactie met tiamuline (tegen disenterie) bij pluimvee en varkens ```

Question 26

Ionoforen Toxiciteit

Answer 26

``` Paard en konijn extreem gevoelig door geringe metabolisatie (lage activiteit CYP3a) Pluimvee metaboliseert 100% ```

Question 27

Ionoforen Pathogenese

Answer 27

Interferentie met Na+ , K+ , Ca2+ en Mg2+ door complexvorming → depletie in iontransport: -Sarcolemma beschadiging → verhoogde Na+ influc en K+ efflux → verminderde prikkelgeleiding → hartblok, spierzwakte -Toename catecholamine uitstorting → vorming oxidatieproductn met radicaalvorming → beschadiging sarcolemma -Vorming lipideperoxiden → membraanbeschadiging -Verhoogde Ca2+ influx → beschadiging mitochondriën → myopathie en spiernecrose

Question 28

Ionoforen Symptomen

Answer 28

Paard: eerst anorexie en lichte koliek, dan hartarythmiën, cardiaal oedeem, ataxie, zweten, paralyse → sterfte Pluimvee: nier- en spieratrofie, hartspierdegeneratie, paralyse en AH-depressie Rund: GI symptomen, koliek, bloederige diarree Varken: anorexie, slappe achterhand, spieratrofie, AH-depressie

Question 29

Ionoforen Diagnose

Answer 29

BO: creatinine, CPK, | LDH

Question 30

Ionoforen Behandeling

Answer 30

Geen

Question 31

Ionoforen DDx

Answer 31

---------------------------------------

Question 32

Ionoforen Bijzonderheden

Answer 32

--------------------------------------------

Question 33

Taxus baccata Etiologie | Venijnboom

Answer 33

Alle delen giftig | behalve zaadrok?

Question 34

Taxus baccata Toxiciteit | Venijnboom

Answer 34

Varken > schaap/ geit > paard > rund

Question 35

Taxus baccata Pathogenese | Venijnboom

Answer 35

Bevat taxine: snelle resorptie Hart: verminderde geleiding en bradycardie → sterfte CZS: AH-depresie → sec. anoxemie

Question 36

Taxus baccata Symptomen | Venijnboom

Answer 36

Plotse dood, evt. GI stuwing en neusvloei Uitgesproken PM tympanie (sterfte in verteringsfase) Bij 5% eerst darmproblemen, daling melkgifte, abortus

Question 37

Taxus baccata Diagnose | Venijnboom

Answer 37

Onderzoek vd maaginhoud: 1 blaadje is | voldoende om diagnose te stellen

Question 38

Taxus baccata Behandeling | Venijnboom

Answer 38

Geen

Question 39

Taxus baccata DDx | Venijnboom

Answer 39

-----------------------------------

Question 40

Taxus baccata Bijzonderheden

Answer 40

Bevat ook taxol: anti-leukemisch en tumorremmend | door mitoseremming

Question 41

Japanse kardinaalmuts en wilde kardinaalmuts | Etiologie

Answer 41

Alle delen giftig

Question 42

Japanse kardinaalmuts en wilde kardinaalmuts | Toxiciteit

Answer 42

--------------------------------

Question 43

Japanse kardinaalmuts en wilde kardinaalmuts Pathogenese

Answer 43

Bevat hartglycosiden

Question 44

Japanse kardinaalmuts en wilde kardinaalmuts | Symptomen

Answer 44

Schaap: speekselen, dyspnee | Braken, waterige of bloderige diarree, circulatiestoornissen, collaps, coma

Question 45

Japanse kardinaalmuts en wilde kardinaalmuts | Diagnose

Answer 45

----------------------------------------

Question 46

Japanse kardinaalmuts en wilde kardinaalmuts | Behandeling

Answer 46

-------------------------------------------

Question 47

Japanse kardinaalmuts en wilde kardinaalmuts | DDx

Answer 47

------------------------------------------------

Question 48

Japanse kardinaalmuts en wilde kardinaalmuts | Bijzonderheden

Answer 48

----------------------------------------------

Question 49

Japanse pieris (rotsheide) Etiologie

Answer 49

Tuinsnoeisel aan | geiten en schapen

Question 50

Japanse pieris (rotsheide) Toxiciteit

Answer 50

--------------------------------

Question 51

Japanse pieris (rotsheide) Pathogenese

Answer 51

Bevat grayanotoxines die met het natrium ionkanaal binden → hypotensie en respiratoire depressie → vaak lethaal

Question 52

Japanse pieris (rotsheide) Symptomen

Answer 52

Geit: speekselen Braken, tachycardie, tachypnee, convulsies, ataxie Rund en schaap: schuimbekken, knarsetanden, koliek, wankelen, apnee

Question 53

Japanse pieris (rotsheide) Diagnose

Answer 53

--------------------------------------------

Question 54

Japanse pieris (rotsheide) Behandeling

Answer 54

---------------------------------------

Question 55

Japanse pieris (rotsheide) DDx

Answer 55

--------------------------------------

Question 56

Japanse pieris (rotsheide) Bijzonderheden

Answer 56

------------------------------------------------

Question 57

Rhododendron (Azalea) Etiologie

Answer 57

Bladeren en stengels

Question 58

Rhododendron (Azalea) Toxiciteit

Answer 58

--------------------------------------

Question 59

Rhododendron (Azalea) Pathogenese

Answer 59

Bevat andromedotoxine: hypotensie, respiratoire depressie

Question 60

Rhododendron (Azalea) Symptomen

Answer 60

Anorexie, speekselen, braken, diarree, spierzwakte, | spiertrillingen

Question 61

Rhododendron (Azalea) Diagnose

Answer 61

------------------------

Question 62

Rhododendron (Azalea) Behandeling

Answer 62

------------------------

Question 63

Rhododendron (Azalea) DDx

Answer 63

---------------------------

Question 64

Rhododendron (Azalea) Bijzonderheden

Answer 64

------------------------------

Question 65

Oleander Etiologie

Answer 65

Vooral bladeren, maar alle delen giftig

Question 66

Oleander Toxiciteit

Answer 66

Jonge honden bij kleine dosis

Question 67

Oleander Pathogenese

Answer 67

Bevat hartglycosiden, maar ook digoxine en troponines

Question 68

Oleander Symptomen

Answer 68

GI irritatie, depressie, tachycardie, tachyarythmia

Question 69

Oleander Diagnose

Answer 69

--------------------------------------

Question 70

Oleander Behandeling

Answer 70

Anti-arythmica

Question 71

Oleander DDx

Answer 71

--------------------------------------

Question 72

Oleander Bijzonderheden

Answer 72

Ook bij aanraking giftig