Build Up 21/30 Flashcards
Nursery school
Kleuterschool
Comprehensive (school)
Scholengemeenschap
Grammar school
Gymnasium
Form (school)
Klas
Compulsory
Verplicht
Careers teacher
Decaan
Grant
Studietoelage
Clever/bright/smart
Slim
Head(master)
Directeur
To permit
Toestemming geven
Social science
Maatschapijleer
Caretaker
Congierge
Foreign
Buitenlands
Some/a few
Enkele
Rapid/fast
Snel
Report
Rapport
Term
Trimester
Certificate
Diploma
Rather/pretty
Nogal/vrij
To repeat a class
Blijven zitten
Comic
Stripverhaal
To be fed up with something
Iets zat zijn
Chairman/chairwomen
Voorzitter/voorzitster
Interpreter
Tolk
Syllable
Lettergreep
Emphasis/stress
Klemtoon/nadruk
Biro
Balpen
To obey
Gehoorzamen
To handle/to cope with
Aankunnen/omgaan met
To tease
Plagen
To get on/to get along
Kunnen opschieten
Hooligan
Vandaal
Hospitable
Gastvrij
To let down
Teleurstellen
To tackle
Aanpakken
To gamble
Gokken
Craze
Rage
To praise
Prijzen
To insult/to offend
Beledigen
Couch potato
Tv-verslaafde
Detox centre
Afkickcentrum
To cheat/to deceive
Bedriegen
To quarrel
Ruzie maken
Quarrel/row
Ruzie
Diligent
Ijverig
To neglect
Verwaarlozen
Affair
Zaak
Fuss
Drukte
Naughty
Ondeugend
In spite of/despite
Ondanks
To harras
Lastigvallen
Decent
Fatsoenlijk
Referee
Scheidsrechter
Stadium
Stadion
A draw
Gelijkspel