Bron B,E,F,H Flashcards
Troever
Vinden
Se séparer
Uit elkaar gaan
Jouer
Spelen
Considérer
Beschouwen
Donner
Geven
La semaine
De week
Chez
Bij (iemand)
Entre
Tussen
L’histoire v
Het verhaal
Le souvenir
De herinnering
Quand
Wanneer, toen
L’autre m/v
De/het andere
Le soir
De avond
Le pire
Het ergste
Souvent
Vaak
Pourtant
Toch
Dur(e)
Moeilijk
Né(e)
Geboren
Content(e)
Blij
Détendu(e)
Ontspannen
Vinden
Trouver
Spelen
Jouer
Geven
Donner
De week
La semaine
Bij (iemand)
Chez
Tussen
Entre
Vaak
Souvent
Het verhaal
L’histoire v
De stiefvader
Le beau-père
De stiefmoeder
La belle-mère
Blij
Content(e)
Vervelend
Ennuyeux(-euse)
Verlegen
Timide
Grappig
Marrant(e)
Heureusement
Gelukkig maar
Tôt
Vroeg
Quand même
Toch
Aujord’hui
Vandaag
Tous, toutes
Allemaal
Rater
Missen
Avoir envie de
Zin hebben in
Avoir hâte de
Uitkijken naar
Espérer
Hopen
Fatigué(e)
Moe
L’aprés-midi m/v
De middag
La fois
De keer
L’ete m
De zomer
Le voyage
De reis
Le sac
De tas
Le travail
Het werk
Longtemps
Lang (tijd)
Dernier(-ère)
Laatste
Bien sûr
Natuurlijk
À cause de
Vanwege