BPS Deel 2 Flashcards
adaptatie
Het veranderen en ontwikkelen van denkschema’s om de wereld beter te kunnen begrijpen
animisme
Levenloze objecten krijgen gevoelens en intenties.
artificialisme
Alles wat het kind ziet op de wereld moet door mensen gemaakt zijn.
classificatie
Het samenbrengen van verschillende items met een gelijkaardig kenmerk
concepten
Een concept is een bepaalde denkinhoud. Het is een geheel van voorwerpen/ideeën die samen in een verzameling worden gestopt op basis van gelijkwaardige kenmerken.
conditionering
Het gedrag van een persoon gaat veranderen door de ervaring dat worden opgedaan in bepaalde situaties
conservatie taken
Dit zijn taken waarbij het kind beseft dat een uiterlijke verandering daarom niet per se ook verdere veranderingen met zich mee moet brengen.
egocentrisch denken
De adolescent leert abstract denken, maar heeft hier nog niet de correcte denkkaders voor ontwikkeld waardoor zijn ideeën niet toepasbaar zijn in de werkelijkheid.
fantasiespel
De peuter gaat voorwerpen een betekenis geven die er niets mee te maken hebben bv. een doos = een huis
finalisme
Alles wat gebeurt moet een reden hebben vb. als het regent is dat omdat de plantjes dorst hebben.
foetaal alcohol syndroom (FAS)
Een hersenaandoening veroorzaakt door alcohol tijdens de zwangerschap.
fysiognomisch waarnemen
hangt samen met het animisme: voorwerpen hebben gezichten, vaak met een erg emotionele uitdrukking.
gastric smile
Voor de leeftijd van zes weken is er soms ook al een glimlach te zien, maar deze glimlach heeft nog niks te maken met de mensen rondom de baby.
habituatie
Gewenning (geleidelijk gewoon worden aan iets)
intentioneel handelen
Het doelgericht gaan handelen, doelgericht gedrag gaan stellen.
kernconflicten (alle 4)
- Babytijd (vertrouwen vs. Wantrouwen)
- Peuter (autonomie vs. Schaamte/twijfel)
- Kleuter (initiatief vs. Schuld)
- Schoolperiode (Vlijt vs. Minderwaardigheid)
magisch denken
de peuter denkt dat hij door bepaalde zaken te doen invloed kan uitoefenen op wat er gebeurt. “Vb. als ik niet op de lijntjes loop dan zal ik vanavond een cadeautje krijgen
objectpermanentie
Dit is het besef dat een voorwerp niet is verdwenen als je het even niet ziet.