Box 1 Flashcards
1
Q
mals
A
tender
2
Q
Onder de indruk
A
inpressed
3
Q
Doelen stellen
A
set goals
4
Q
wandelen in de natuur
A
buchwalking
5
Q
koraalrif
A
coral reef
6
Q
Stille oceaan
A
Pacific
7
Q
waard
A
worth
8
Q
plaats, plek, locatie
A
site
9
Q
(vakantie)oord
A
resort
10
Q
verbluffend mooi
A
stunning
11
Q
wandelroute
A
walking track
12
Q
maatschappij
A
society
13
Q
gewoonte
A
habit
14
Q
lamsvlees
A
lamb
15
Q
lekker, smakelijk
A
tasty
16
Q
ongelofelijk
A
incredible
17
Q
recept
A
recipe
18
Q
klagen
A
complain
19
Q
heel veel
A
lots of
20
Q
dingen bekijken
A
sightseeing
21
Q
attractie, bezienswaardigheid
A
attraction
22
Q
berg
A
mountain
23
Q
bos
A
forest
24
Q
woestijn
A
desert
25
Q
ongewoon
A
unusual
26
Q
duren
A
last
27
Q
hitte
A
heat
28
Q
gemeenschap, bevolkingsgroep
A
community
