boekhouden: ov1 Flashcards

1
Q

eigen vermogen

A

geld van de onderneming zelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

vreemd vermogen

A

geld dat niet van onderneming is -> moet terugbetaald worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waarom is eigen vermogen is buffer voor vreemd vermogen?

A

hoe meer eigen vermogen, hoe meer vreemd vermogen je kan aantrekken + terugbetaling van vv

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

voorbeelden eigen vermogen

A
  • overgedragen winst
  • eigen inbreng
  • aandeelhouder
  • business angel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

voordelen eigen vermogen

A
  • moet niet direct terugbetaald worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

nadelen eigen vermogen

A
  • niet fiscaal aftrekbaar (geen kost)
  • inspraak mogelijk
  • vergoeding afkomstig van winst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

voordelen vreemd vermogen

A
  • geen inspraak

- rente is fiscaal aftrekbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

nadelen vreemd vermogen

A
  • moet binnen termijn terugbetaald worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

voorbeelden vreemd vermogen

A
  • lening bij bank
  • betalingsuitstel van vrienden/familie
  • leverancier
  • uitstel belasting overheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

waaruit bestaat het kapitaal?

A
  • eigen inbreng
  • aandeelhouders
  • inbreng business angel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

start van onderneming

eigenschappen fase

A
  • grote uitgaven
  • weinig inkomsten
  • groot risico
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

start van onderneming

soort investering + waarom

A

startinvestering

-> startende onderneming die geld nodig heeft om productie te kunnen starten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

start van onderneming

soort financieringsbronnen

A
  • BA ++ -> veel risico, grootste rendement uit haalbaar
  • bank + -> risico mag niet te hoog zijn
  • eigen inbreng ++ -> veel risico, weinig andere investeerders
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

start van onderneming

niet financieringsbronnen

A
  • aandeelhouders -> te veel risico

- inhouden van winst -> onderneming moet nog winst maken door te groeien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

aanzet tot groei

eigenschappen fase

A
  • stijgend klantenbestand -> meet afzet
  • groei EV -> je maakt winst
  • stabieler -> groter klantenbestand, iets minder risico
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

aanzet tot groei

soort investering + waarom

A

uitbreidingsinvestering

-> als men wil groeien moet je uitbreiden

17
Q

aanzet tot groei

soort financieringsbronnen

A
  • aandeelhouders + -> minder risico, geld beleggen
  • BA + -> er is nog wat marge om grote winst te maken
  • bank ++ -> hoe minder risico, hoe liever bank het heeft
  • eigen inbreng + -> meer financieringsbronnen mogelijk
18
Q

aanzet tot groei

niet financieringsbronnen

A
  • inhouden winst -> winst nog te klein
19
Q

sterke groei

eigenschappen fase

A
  • EV stijgt door winstinhouding

- risico daalt -> vast klantenbestand

20
Q

sterke groei

soort investering

A

uitbreidingsinvestering

21
Q

sterke groei

soort financieringsbronnen

A
  • eigen inbreng +
  • aandeelhouders ++
  • lening bij bank ++
  • winstinhouding ++
22
Q

sterke groei

niet financieringsbronnen

A
  • BA -> bedrijf te groot, weinig risico -> geen extreem grote winst mogelijk
23
Q

volwassenheid

eigenschappen fase

A
  • EV stijgt door winstinhouding

- risico daalt -> vast klantenbestand + veel ervaring

24
Q

volwassenheid

soort investering

A

vervanginvesteringen -> vervangen van machines en gebouwen door slijtage

25
Q

volwassenheid

soort financieringsbronnen

A
  • eigen inbreng
  • aandeelhouder +++
  • lening bij bank +++
  • inhouden van winst
26
Q

volwassenheid

niet financieringsbronnen

A
  • BA
27
Q

evolutie bedrijf

A
  1. start van onderneming
  2. aanzet tot groei
  3. sterke groei
  4. volwassenheid