Boek 7 - NV Flashcards
Wat is een NV?
Art. 7:1. De naamloze vennootschap is een vennootschap met een kapitaal en waarin de aandeelhouders slechts hun inbreng verbinden.
Kapitaal in een NV
Art. 7:2. Het kapitaal mag niet minder bedragen dan 61 500 euro.
Art. 7:4. Het kapitaal van de vennootschap moet volledig en, niettegenstaande andersluidende bepaling, onvoorwaardelijk zijn geplaatst.
Art. 7:5. § 1. De vennootschap mag niet inschrijven op haar eigen aandelen of op certificaten die betrekking hebben op die aandelen en worden uitgegeven op het tijdstip van uitgifte van die aandelen, noch rechtstreeks, noch door een dochtervennootschap, noch door een persoon die handelt in eigen naam maar voor rekening van de vennootschap of de dochtervennootschap.
Art. 7:11. Vanaf de oprichting van de vennootschap moet het kapitaal zijn volgestort ten belope van het minimum bepaald in artikel 7:2.
Bovendien:
1° moet op ieder aandeel dat overeenstemt met een inbreng in geld en op ieder aandeel dat geheel of ten dele overeenstemt met een inbreng in natura, een vierde worden gestort;
2° moeten de aandelen die geheel of ten dele inbrengen in natura vertegenwoordigen, volgestort zijn binnen een termijn van vijf jaar na de oprichting van de vennootschap.
Oprichting van een NV
Art. 7:3. § 1. Vóór de oprichting van de vennootschap overhandigen de oprichters aan de optredende notaris een financieel plan waarin zij het bedrag van het kapitaal van de op te richten vennootschap verantwoorden in het licht van de voorgenomen bedrijvigheid over een periode van ten minste twee jaar. Dit stuk wordt niet neergelegd met de akte, maar door de notaris bewaard.
Inbreng in natura in een NV
Art. 7:6. Inbreng in natura komt slechts in aanmerking voor vergoeding met aandelen die het kapitaal vertegenwoordigen, wanneer hij bestaat uit vermogensbestanddelen die naar economische maatstaven kunnen worden gewaardeerd, met uitsluiting van verplichtingen tot de uitvoering van werk of dienstverleningen. (geen inbreng in nijverheid zoals BV)
Art. 7:7. § 1. In geval van een inbreng in natura zetten de oprichters in een bijzonder verslag uiteen waarom de inbreng van belang is voor de vennootschap. Het verslag bevat een beschrijving van elke inbreng in natura en geeft daarvan een gemotiveerde waardering. Het geeft aan welke vergoeding als tegenprestatie voor de inbreng wordt verstrekt. De oprichters delen dit verslag in ontwerp mee aan een bedrijfsrevisor die zij aanwijzen.
De bedrijfsrevisor maakt een verslag op waarin hij de door de oprichters gegeven beschrijving van elke inbreng in natura, de toegepaste waardering en de daartoe aangewende waarderingsmethodes onderzoekt. Het verslag moet aangeven of de waarden waartoe deze methodes leiden, ten minste overeenkomen met het aantal en de nominale waarde of, bij gebrek aan een nominale waarde, de fractiewaarde van de tegen de inbreng uit te geven aandelen. Het verslag vermeldt welke werkelijke vergoeding als tegenprestatie voor de inbreng wordt verstrekt.
In hun verslag zetten de oprichters in voorkomend geval uiteen waarom zij afwijken van de conclusie van het verslag van de revisor.
Dat verslag wordt, samen met het verslag van de revisor, neergelegd en bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 2:8 en 2:14, 4°.
Verslag IIN in een NV niet van toepassing
Wanneer een inbreng in natura plaatsvindt:
1° in de vorm van effecten of geldmarktinstrumenten, die worden gewaardeerd tegen de gewogen gemiddelde koers waartegen zij gedurende drie maanden voorafgaand aan de daadwerkelijke datum van de verwezenlijking van de inbreng in natura op een of meer gereglementeerde markten;
2° in de vorm van andere vermogensbestanddelen dan de in het 1° bedoelde effecten en geldmarktinstrumenten, die een bedrijfsrevisor reeds heeft gewaardeerd en wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan:
a) de waarde in het economisch verkeer werd bepaald op een datum die niet meer dan zes maanden aan de effectieve datum van de inbreng voorafgaat;
b) de waardering is uitgevoerd met inachtneming van de algemeen aanvaarde normen en beginselen voor de waardering van de categorie vermogensbestanddelen die de inbreng vormen;
3° in de vorm van andere vermogensbestanddelen dan de in het 1° bedoelde effecten en geldmarktinstrumenten, waarbij de waarde in het economisch verkeer van elk vermogensbestanddeel is afgeleid uit de jaarrekening van het voorgaande boekjaar, mits de jaarrekening door de commissaris of door de met de controle van de jaarrekening belaste persoon werd gecontroleerd en mits het verslag van die persoon een verklaring zonder voorbehoud bevat.
Verslag IIN is evenwel van toepassing op de herwaardering waartoe wordt overgegaan op initiatief en onder de verantwoordelijkheid van de oprichters:
1° op het in paragraaf 2, eerste lid, 1°, bepaalde geval indien de koers is beïnvloed door uitzonderlijke omstandigheden die zouden leiden tot een aanzienlijke wijziging van de waarde van het vermogensbestanddeel op de effectieve datum van de inbreng ervan, met inbegrip van situaties waarin de markt voor die effecten of geldmarktinstrumenten niet meer liquide is;
2° op de in paragraaf 2, eerste lid, 2° en 3°, bepaalde gevallen indien nieuwe bijzondere omstandigheden zouden leiden tot een aanzienlijke wijziging van de waarde in het economisch verkeer van het vermogensbestanddeel op de effectieve datum van de inbreng ervan.
§ 3. In de gevallen van paragraaf 2 waarin de inbreng plaatsvindt zonder toepassing van paragraaf 1, legt het bestuursorgaan binnen één maand na de effectieve datum van de inbreng van het vermogensbestanddeel een verklaring neer en maakt deze bekend overeenkomstig de artikelen 2:8 en 2:14, 4°, waarin de volgende inlichtingen worden vermeld:
1° een beschrijving van de desbetreffende inbreng in natura;
2° de naam van de inbrenger;
3° de waarde van deze inbreng, de herkomst van deze waardering, en in voorkomend geval, de waarderingsmethode;
4° de nominale waarde van de aandelen of, bij gebrek aan een nominale waarde, het aantal aandelen die tegen elke inbreng in natura zijn uitgegeven;
5° een attest dat bepaalt of de verkregen waarde ten minste met het aantal en de nominale waarde of, bij gebrek aan een nominale waarde, de fractiewaarde van de tegen de inbreng uit te geven aandelen overeenkomt;
6° een attest dat er zich geen nieuwe bijzondere omstandigheden hebben voorgedaan ten opzichte van de oorspronkelijke waardering die deze kunnen beïnvloeden.
Quasi-inbreng in een NV
Art. 7:8. Over elk vermogensbestanddeel dat toebehoort aan een persoon door of namens wie de oprichtingsakte is ondertekend, aan een bestuurder, een lid van een directieraad of een raad van toezicht, of aan een aandeelhouder dat de vennootschap overweegt te verkrijgen binnen twee jaar te rekenen van de verkrijging van de rechtspersoonlijkheid, in voorkomend geval met toepassing van artikel 2:2, tegen een vergoeding van ten minste 10 % van het geplaatste kapitaal, maakt de commissaris of, als er geen commissaris is, een door het bestuursorgaan aangewezen bedrijfsrevisor een verslag op.
Art. 7:9. Artikel 7:8 is niet van toepassing op verkrijgingen in het gewone bedrijf van de vennootschap die plaatshebben op de voorwaarden en tegen de zekerheden die zij normaal voor soortgelijke verrichtingen eist, en evenmin op verkrijgingen ter beurze, noch op verkrijgingen bij een gerechtelijke verkoop.
Art. 7:10. § 1. Het verslag bedoeld in artikel 7:8, vermeldt de naam van de eigenaar van het goed dat de vennootschap voornemens is te verkrijgen, de beschrijving van dit goed, evenals de vergoeding die werkelijk als tegenprestatie voor de verkrijging wordt betaald en de toegepaste methodes van waardering. Het verslag moet aangeven of de waarden waartoe deze methodes leiden, ten minste gelijk zijn aan de als tegenprestatie verstrekte vergoeding.
In een bijzonder verslag, waarbij het in het eerste lid bedoelde verslag wordt gevoegd, zet het bestuursorgaan uiteen waarom de overwogen verkrijging van belang is voor de vennootschap en eventueel ook waarom het afwijkt van de conclusies van het bijgevoegde verslag. Het bijzonder verslag van het bestuursorgaan en het bijgevoegde verslag worden neergelegd en bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 2:8 en 2:14, 4°.
Deze verkrijging wordt vooraf ter goedkeuring voorgelegd aan de algemene vergadering. De in het tweede lid genoemde verslagen worden in de agenda vermeld. Een kopie ervan kan worden verkregen overeenkomstig artikel 7:132.
§ 2. Artikel 7:8 is niet van toepassing wanneer een quasi-inbreng plaatsvindt cfr regels bij IIN.
Effecten in een NV
Art. 7:22. Een naamloze vennootschap kan alle effecten uitgeven die niet door of krachtens de wet zijn verboden. Deze effecten zijn op naam of gedematerialiseerd.
Art. 7:28. Op de zetel van de vennootschap wordt een register gehouden voor elke categorie van effecten op naam die de vennootschap heeft uitgegeven.
Art. 7:35.Het gedematerialiseerde effect wordt vertegenwoordigd door een boeking op rekening, op naam van de eigenaar of de houder, bij een centrale effectenbewaarinstelling of bij een erkende rekeninghouder.
Categorieën van effecten in een NV
Art. 7:45. Het kapitaal van de naamloze vennootschappen is verdeeld in één of meerdere vrij overdraagbare aandelen, al dan niet met stemrecht, en met of zonder vermelding van waarde.
Art. 7:46. De vennootschap moet minstens één aandeel uitgeven en minstens één aandeel moet stemrecht hebben.
Art. 7:47. De aandelen zijn op naam totdat zij zijn volgestort.
Art. 7:48. Tenzij de statuten anders bepalen, geeft elk aandeel recht op een deel in de winst en in het vereffeningssaldo evenredig met het deel dat dit aandeel in het kapitaal vertegenwoordigt.
Art. 7:51. Wanneer de aandelen een gelijke kapitaalvertegenwoordigende waarde hebben, geven zij elk recht op één stem.
Art. 7:52. In niet genoteerde vennootschappen kunnen de statuten afwijken van artikel 7:51.
Dubbel stemrecht in een NV
Art. 7:53.§ 1. In genoteerde vennootschappen kunnen de statuten, aan de volgestorte aandelen die ten minste twee jaar ononderbroken op naam van dezelfde aandeelhouder in het register van de aandelen op naam zijn ingeschreven, een dubbel stemrecht verlenen in vergelijking met de andere aandelen die een gelijk deel in het kapitaal vertegenwoordigen. In afwijking van artikel 7:153, vierde lid, kan dit besluit worden genomen met een meerderheid van twee derde van de uitgebrachte stemmen. Van deze meerderheid kan slechts worden afgeweken door een statutaire bepaling die specifiek strekt tot de invoering van het dubbel stemrecht. Deze statutaire bepaling vindt toepassing op alle aandelen die aan de voorwaarden voldoen.
Aantal stemmen beperken in een NV
Art. 7:55. De statuten kunnen het aantal stemmen waarover iedere aandeelhouder in de vergaderingen beschikt, beperken, op voorwaarde dat die beperking verplicht van toepassing is op iedere aandeelhouder zonder onderscheid van het effect waarmee hij aan de stemming deelneemt.
Art. 7:56.§ 1. Overeenkomsten kunnen de uitoefening van het stemrecht regelen.
Deze overeenkomsten moeten in de tijd beperkt zijn en mogen niet strijdig zijn met het belang van de vennootschap.
Aandelen zonder stemrecht in een NV
Art. 7:57.§ 1. De aandelen zonder stemrecht geven toch recht op één stem per aandeel in volgende gevallen, niettegenstaande andersluidende bepaling:
1° het geval bedoeld in artikel 7:155 (wijziging rechten);
2° bij omzetting van de vennootschap;
3° bij grensoverschrijdende fusie waarbij de vennootschap wordt ontbonden [2 en bij grensoverschrijdende splitsing]2;
4° bij grensoverschrijdende verplaatsing van de [1 …]1 zetel overeenkomstig artikel 14:15.
§ 2. In geval van uitgifte van aandelen zonder stemrecht waaraan een preferent dividend is toegekend
Winstbewijzen in een NV
Art. 7:58. Winstbewijzen vertegenwoordigen het kapitaal niet. De statuten bepalen de eraan verbonden rechten.
In genoteerde vennootschappen kunnen winstbewijzen geen recht geven op meer dan één stem per effect.
Art. 7:59. De statuten bepalen of en in hoever stemrecht wordt toegekend aan de houders van winstbewijzen.
In het geheel kunnen er niet meer stemmen aan worden toegekend dan de helft van het aantal dat is toegekend aan de gezamenlijke aandelen, en bij de stemming kunnen zij niet worden aangerekend voor meer dan twee derde van het aantal stemmen uitgebracht door de aandelen.
Certificaten in een NV
Art. 7:61.§ 1. Certificaten die betrekking hebben op aandelen, winstbewijzen, converteerbare obligaties of inschrijvingsrechten kunnen, al dan niet met medewerking van de vennootschap, worden uitgegeven door een rechtspersoon die eigenaar blijft of wordt van de effecten waarop de certificaten betrekking hebben en zich ertoe verbindt de opbrengst van of de inkomsten uit die effecten voor te behouden aan de houder van de certificaten.
De certificaten kunnen worden omgewisseld tegen de aandelen, winstbewijzen, obligaties of inschrijvingsrechten waarop zij betrekking hebben. Deze omwisselbaarheid kan in de uitgiftevoorwaarden voor bepaalde of onbepaalde duur worden uitgesloten.
Obligaties in een NV
Art. 7:62. De naamloze vennootschap kan een overeenkomst van lening aangaan in de vorm van uitgifte van obligaties, in voorkomend geval converteerbaar in aandelen, waarbij het conversierecht krachtens de uitgiftevoorwaarden kan toekomen aan de obligatiehouder of aan de vennootschap, dan wel automatisch, al dan niet onder bepaalde voorwaarden, kan plaatsvinden. Obligaties kunnen voor een bepaalde termijn of eeuwigdurend worden uitgegeven.
Art. 7:65. De converteerbare obligaties moeten volledig zijn volgestort.
Art. 7:66. Te rekenen van de uitgifte van de converteerbare obligaties en tot het einde van de termijn van conversie, mag de vennootschap door geen enkele verrichting de voordelen verminderen die de voorwaarden van uitgifte of de wet toekennen aan de obligatiehouders, tenzij in de gevallen waarin de uitgiftevoorwaarden speciaal voorzien.
Inschrijvingsrechten in een NV
Art. 7:67. Naamloze vennootschappen kunnen inschrijvingsrechten uitgeven die al dan niet aan een ander effect zijn verbonden.
Art. 7:68. Een dochtervennootschap kan obligaties uitgeven met een inschrijvingsrecht op de door de moedervennootschap uit te geven aandelen. In dat geval verleent de dochtervennootschap toestemming voor de uitgifte van obligaties en verleent de moedervennootschap toestemming voor de uitgifte van inschrijvingsrechten.
Art. 7:69. De periode waarin de inschrijvingsrechten kunnen worden uitgeoefend, mag niet langer zijn dan tien jaar te rekenen vanaf hun uitgifte.
Art. 7:70. Indien de uitgifte van inschrijvingsrechten in hoofdzaak is bestemd voor één of meerdere bepaalde personen andere dan de leden van het personeel, dan mag het inschrijvingsrecht de duur van vijf jaar vanaf zijn uitgifte niet te boven gaan. Dit lid is niet van toepassing wanneer alle aandeelhouders afstand hebben gedaan van hun voorkeurrecht overeenkomstig de voorwaarden van artikel 7:192 , tweede lid.
Art. 7:71. Vanaf de uitgifte van de inschrijvingsrechten en tot het einde van de termijn van uitoefening ervan, mag de vennootschap door geen enkele verrichting de voordelen verminderen die de uitgiftevoorwaarden of de wet toekennen aan de houders van inschrijvingsrechten, tenzij in de gevallen waarin de uitgiftevoorwaarden uitdrukkelijk voorzien.Art. 7:72. Indien de vennootschap besluit de lening, zelfs gedeeltelijk, vervroegd terug te betalen, kunnen de houders van obligaties met een onlosmakelijk daaraan verbonden inschrijvingsrecht hun inschrijvingsrecht uitoefenen gedurende ten minste een maand vóór de datum van de terugbetaling.
Het uitkoopbod - genoteerde vennootschap NV
Art. 7:82.§ 1. Iedere natuurlijke persoon of iedere rechtspersoon die, alleen of in onderling overleg handelend, rechtstreeks of onrechtstreeks 95 % van de effecten met stemrecht van een genoteerde naamloze vennootschap bezit, kan een openbaar bod tot uitkoop doen om het geheel van de door de vennootschap uitgegeven effecten met stemrecht of die toegang geven tot stemrecht te verkrijgen.
Voor de berekening van het in het eerste lid bedoelde percentage van 95 % effecten met stemrecht wordt er geen rekening gehouden met het dubbel stemrecht bedoeld in artikel 7:53.
Na afloop van de procedure worden de niet-aangeboden effecten, ongeacht of de eigenaar ervan zich kenbaar heeft gemaakt, geacht van rechtswege op die persoon te zijn overgegaan met consignatie van de prijs.
Na afloop van het uitkoopbod wordt de vennootschap niet langer beschouwd als een genoteerde vennootschap.
Het uitkoopbod - niet-genoteerde vennootschap NV
Art. 7:82.§ § 2. Iedere natuurlijke persoon of iedere rechtspersoon die, alleen of in onderling overleg handelend, [1 rechtstreeks of onrechtstreeks 95 % van de effecten met stemrecht van een niet-genoteerde naamloze vennootschap bezit, kan een uitkoopbod doen om het geheel van de door de vennootschap uitgegeven effecten met stemrecht of die toegang geven tot stemrecht te verkrijgen.
Voor de berekening van het percentage van 95 % van de effecten met stemrecht als bedoeld in het eerste lid, wordt geen rekening gehouden met het meervoudig stemrecht.
Met uitzondering van de effecten waarvan de eigenaar uitdrukkelijk en schriftelijk te kennen heeft gegeven dat hij geen afstand ervan wenst te doen, worden de niet-aangeboden effecten na afloop van de procedure geacht van rechtswege op de persoon die een uitkoopbod gedaan heeft te zijn overgegaan met consignatie van de prijs. De gedematerialiseerde effecten waarvan de eigenaar te kennen heeft gegeven dat hij er geen afstand van wenst te doen, worden van rechtswege omgezet in effecten op naam en worden door de emittent ingeschreven in het register van de effecten op naam.
Openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in een NV
Art. 7:83. § 1. Elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die rechtstreeks of onrechtstreeks gedematerialiseerde stemrechtverlenende effecten verwerft die al dan niet het kapitaal vertegenwoordigen van een naamloze vennootschap die niet is onderworpen aan titel II van de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en houdende diverse bepalingen, moet ten laatste binnen** vijf werkdagen volgend op de dag van verwerving** aan deze vennootschap kennis geven van het aantal effecten dat hij bezit, wanneer de stemrechten verbonden aan die effecten 25 % of meer bereiken van het totaal van de stemrechten op het ogenblik waarop zich de verrichting voordoet op grond waarvan kennisgeving verplicht is.
Deze kennisgeving is eveneens binnen dezelfde termijn verplicht bij overdracht van effecten wanneer als gevolg hiervan de stemrechten zakken onder voormelde drempel van 25 %.
§ 2. De persoon die heeft **nagelaten** de in paragraaf 1 bedoelde **kennisgeving** te doen minstens twintig dagen voor de algemene vergadering, kan op de algemene vergadering **niet aan de stemming deelnemen voor 25 % of meer dan 25 %** van het totaal van de stemrechten op de datum van de algemene vergadering.
Bestuur in een NV
Afdeling 1. Monistisch bestuur.
Afdeling 2. De enige bestuurder.
Afdeling 3. Duaal bestuur.
Afdeling 4. Dagelijks bestuur.
Monistisch bestuur in een NV
Art. 7:85.§ 1. De vennootschap wordt bestuurd door een collegiaal bestuursorgaan, raad van bestuur genoemd, dat minstens drie bestuurders telt, die natuurlijke of rechtspersonen zijn.
Bestuurders kunnen in deze hoedanigheid niet door een arbeidsovereenkomst met de vennootschap zijn verbonden.
§ 2. De bestuurders worden door de algemene vergadering van aandeelhouders benoemd; zij worden voor de eerste maal aangeduid in de oprichtingsakte. Zij worden benoemd voor ten hoogste zes jaar, maar hun mandaat is onbeperkt hernieuwbaar.
Tenzij de statuten of het benoemingsbesluit van de algemene vergadering anders bepalen, loopt hun mandaat van de algemene vergadering waarop zij worden benoemd tot de gewone algemene vergadering in het boekjaar waarin hun mandaat volgens het benoemingsbesluit verstrijkt.
Art. 7:86.2 § 1.2 In genoteerde vennootschappen en de organisaties van openbaar belang bedoeld in artikel 1:12, 2°, is ten minste één derde van de leden van de raad van bestuur van een ander geslacht dan de overige leden, waarbij het vereiste minimum aantal wordt afgerond naar het dichtstbijzijnde gehele getal.
Art. 7:86/1. 1 In genoteerde vennootschappen zijn minstens drie bestuurders onafhankelijk als bedoeld in artikel 7:87.
Art. 7:87.§ 1. Een bestuurder in een genoteerde vennootschap wordt als onafhankelijk beschouwd indien hij met de vennootschap of met een belangrijke aandeelhouder ervan geen relatie onderhoudt die zijn onafhankelijkheid in het gedrang brengt.
Art. 7:88.§ 1. Wanneer de plaats van een bestuurder openvalt, hebben de overblijvende bestuurders het recht een nieuwe bestuurder te coöpteren, tenzij de statuten dit uitsluiten.
De eerstvolgende algemene vergadering moet het mandaat van de gecoöpteerde bestuurder bevestigen; bij bevestiging volbrengt de gecoöpteerde bestuurder het mandaat van zijn voorganger, tenzij de algemene vergadering er anders over beslist.
Remuneratie monistisch bestuur in een NV
Art. 7:89. Tenzij de statuten anders bepalen of de algemene vergadering bij hun benoeming anders besluit, worden de bestuurders bezoldigd voor de uitoefening van hun mandaat.
Art. 7:89/1. § 1. De genoteerde vennootschappen stellen een remuneratiebeleid vast met betrekking tot de bestuurders, de andere personen belast met de leiding en de personen belast met het dagelijks bestuur.
§ 2. Het remuneratiebeleid draagt bij aan de bedrijfsstrategie, de langetermijnbelangen en de duurzaamheid van de vennootschap en verduidelijkt hoe zij bijdraagt tot deze doelstellingen. Het beleid is duidelijk en begrijpelijk en omvat de volgende elementen:
1° een beschrijving van de verschillende onderdelen van de vaste en variabele remuneratie, met inbegrip van bonussen en andere voordelen in eender welke vorm die aan de bestuurders, de andere personen belast met de leiding en de personen belast met het dagelijks bestuur kunnen worden toegekend
2° een toelichting van hoe rekening is gehouden met de loon- en arbeidsvoorwaarden van de werknemers van de vennootschap bij de vaststelling van het remuneratiebeleid;
3° indien de vennootschap variabele remuneratie toekent, duidelijke, begrijpelijke en gevarieerde criteria voor de toekenning van de variabele remuneratie.
4° wanneer de vennootschap op aandelen gebaseerde remuneratie toekent, de wachtperioden en, indien van toepassing, het aanhouden van onvoorwaardelijk geworden aandelen en hoe de op aandelen gebaseerde remuneratie bijdraagt tot de bedrijfsstrategie, de langetermijnbelangen en de duurzaamheid van de vennootschap;
5° een omschrijving van de looptijd van de contracten of regelingen met de bestuurders, de andere personen belast met de leiding en de personen belast met het dagelijks bestuur en de toepasselijke opzegtermijnen, de voornaamste kenmerken van aanvullende pensioenregelingen en vervroegde uittredingsregelingen, de voorwaarden voor beëindiging alsmede de vertrekvergoedingen;
6° een omschrijving van het besluitvormingsproces dat, overeenkomstig artikel 7:100, § 5, 1°, of artikel 7:120, § 5, 1°, voor de vaststelling, herziening en uitvoering ervan wordt gevolgd, met inbegrip van maatregelen om belangenconflicten te voorkomen of te beheersen en, indien van toepassing, de rol van het remuneratiecomité of andere bevoegde comités;
7° wanneer het remuneratiebeleid wordt herzien, een beschrijving en een toelichting van de belangrijke veranderingen die zich hebben voorgedaan en hoe rekening is gehouden met de stemmingen en de standpunten van de aandeelhouders over het remuneratiebeleid en de remuneratieverslagen sinds de meest recente stemming over het remuneratiebeleid op de algemene vergadering van de aandeelhouders.
§ 3. Het remuneratiebeleid wordt goedgekeurd door de algemene vergadering. Bij iedere materiële wijziging en ten minste om de vier jaar wordt het remuneratiebeleid ter goedkeuring voorgelegd aan de algemene vergadering.
§ 4. Na de stemming over het remuneratiebeleid op de algemene vergadering worden het beleid alsmede de datum en de resultaten van de stemming onverwijld openbaar gemaakt op de website van de vennootschap.
Toekenning aandelen OOB in NV aan bestuur
Art. 7:91.In een genoteerde vennootschap kan, behoudens andersluidende statutaire bepaling of uitdrukkelijke goedkeuring door de algemene vergadering, een bestuurder, bij wijze van vergoeding, aandelen pas definitief verwerven, dan wel aandelenopties of alle andere rechten om aandelen te verwerven pas uitoefenen na een periode van ten minste drie jaar na de toekenning ervan.
Vertrekvergoeding bestuur OOB
Art. 7:92.Een overeenkomst met een uitvoerend bestuurder of een andere persoon belast met de leiding bedoeld in artikel 3:6, § 3, derde lid, of een persoon belast met het dagelijks bestuur van een genoteerde vennootschap die voorziet in een vertrekvergoeding die hoger is dan 12 maanden remuneratie, wordt, niettegenstaande andersluidende statutaire of contractuele bepaling, steeds overeengekomen onder opschortende voorwaarde van goedkeuring door de algemene vergadering. Is de vertrekvergoeding hoger dan 18 maanden remuneratie, dan kan de algemene vergadering haar slechts goedkeuren op eensluidend en gemotiveerd advies van het remuneratiecomité.
Bevoegdheden RvB
Art. 7:93. § 1. De raad van bestuur is bevoegd om alle handelingen te verrichten die nodig of dienstig zijn tot verwezenlijking van het voorwerp van de vennootschap, behoudens die waarvoor volgens de wet de algemene vergadering bevoegd is.
De statuten kunnen de bevoegdheden van de raad van bestuur beperken. Zodanige beperking kan niet aan derden worden tegengeworpen, ook al is ze openbaar gemaakt. Hetzelfde geldt voor een onderlinge taakverdeling onder de bestuurders.
Art. 7:94. De vennootschap is verbonden door de handelingen van de raad van bestuur, van de bestuurders en van de personen aan wie het dagelijks bestuur is opgedragen die overeenkomstig artikel 7:93, § 2, de bevoegdheid hebben om haar te vertegenwoordigen, zelfs indien die handelingen buiten haar voorwerp liggen, tenzij de vennootschap bewijst dat de derde daarvan op de hoogte was of er, gezien de omstandigheden, niet onkundig van kon zijn; bekendmaking van de statuten alleen is echter geen voldoende bewijs.
Belangenconflict bestuurder NV
Art. 7:96. § 1. Wanneer een bestuurder een rechtstreeks of onrechtstreeks belang van vermogensrechtelijke aard heeft dat strijdig is met het belang van de vennootschap naar aanleiding van een beslissing of een verrichting die tot de bevoegdheid behoort van de raad van bestuur, moet de betrokken bestuurder dit mededelen aan de andere bestuurders vóór de raad van bestuur een besluit neemt. Zijn verklaring en toelichting over de aard van dit strijdig belang worden opgenomen in de notulen van de vergadering van de raad van bestuur die de beslissing moet nemen. De raad van bestuur mag deze beslissing niet delegeren.
De raad van bestuur omschrijft in de notulen de aard van de in het eerste lid bedoelde beslissing of verrichting en de vermogensrechtelijke gevolgen ervan voor de vennootschap en verantwoordt het genomen besluit. Dit deel van de notulen wordt in zijn geheel opgenomen in het jaarverslag of in een stuk dat samen met de jaarrekening wordt neergelegd.
Ingeval de vennootschap een commissaris heeft benoemd, worden de notulen van de vergadering aan hem meegedeeld. In zijn in artikel 3:74 bedoelde verslag beoordeelt de commissaris, in een afzonderlijke sectie, de vermogensrechtelijke gevolgen voor de vennootschap van de besluiten van de raad van bestuur, zoals door hem omschreven, waarvoor een strijdig belang als bedoeld in het eerste lid bestaat.
De bestuurder met een belangenconflict als bedoeld in het eerste lid mag niet deelnemen aan de beraadslagingen van de raad van bestuur over deze verrichtingen of beslissingen, noch aan de stemming in dat verband. Wanneer alle bestuurders een belangenconflict hebben, wordt de beslissing of de verrichting aan de algemene vergadering voorgelegd; ingeval de algemene vergadering de beslissing of de verrichting goedkeurt, kan het bestuursorgaan ze uitvoeren.
Procedure belangenconflict bestuurder NV: wanneer niet van toepassing?
De procedure is niet van toepassing wanneer de beslissingen of verrichtingen die tot de bevoegdheid behoren van de raad van bestuur, betrekking hebben op beslissingen of verrichtingen die tot stand zijn gekomen tussen vennootschappen waarvan de ene rechtstreeks of onrechtstreeks ten minste 95 % bezit van de stemmen verbonden aan het geheel van de door de andere uitgegeven effecten, dan wel tussen vennootschappen waarvan ten minste 95 % van de stemmen verbonden aan het geheel van de door elk van hen uitgegeven effecten in het bezit zijn van een andere vennootschap.
Ook niet niet van toepassing wanneer de beslissingen van de raad van bestuur betrekking hebben op gebruikelijke verrichtingen die plaatshebben onder de voorwaarden en tegen de zekerheden die op de markt gewoonlijk gelden voor soortgelijke verrichtingen.
Belangconflict NV in een OOB
Art. 7:97.§ 1. Voor elke beslissing of voor elke verrichting ter uitvoering van een beslissing die tot de bevoegdheid behoort van de raad van bestuur van een genoteerde vennootschap, en die verband houdt met een verbonden partij, past de raad van bestuur de procedure toe.
§ 3. Alle beslissingen of verrichtingen, moeten voorafgaandelijk worden onderworpen aan de beoordeling van een comité van drie onafhankelijke bestuurders, dat zich als het het nodig acht laat bijstaan door één of meerdere onafhankelijke experts van zijn keuze. De expert wordt door de vennootschap vergoed.
Het comité brengt over de voorgenomen beslissing of verrichting een schriftelijk en omstandig gemotiveerd advies uit bij het bestuursorgaan, waarin het minstens volgende elementen behandelt: de aard van de beslissing of verrichting, een beschrijving en een begroting van de vermogensrechtelijke gevolgen, een beschrijving van eventuele andere gevolgen, de voor- en de nadelen ervan voor de vennootschap, in voorkomend geval op termijn. Het comité kadert de voorgestelde beslissing of verrichting in het beleid dat de vennootschap voert, en geeft aan of zij, als zij aan de vennootschap nadelen berokkent, wordt gecompenseerd door andere elementen in dat beleid, dan wel kennelijk onrechtmatig is. In voorkomend geval worden de opmerkingen van de expert in het advies van het comité verwerkt of er als bijlage aan toegevoegd.
§ 4. Na kennis te hebben genomen van het advies van het comité bepaald in paragraaf 3, en onverminderd artikel 7:96, beraadslaagt de raad van bestuur over de voorgenomen beslissing of verrichting.
Indien bij de beslissing of verrichting een bestuurder betrokken is, neemt de bestuurder niet aan de beraadslaging of stemming deel. Wanneer alle bestuurders betrokken zijn, wordt de beslissing of de verrichting aan de algemene vergadering voorgelegd. Ingeval de algemene vergadering de beslissing of de verrichting goedkeurt, kan de raad van bestuur ze uitvoeren.
De raad van bestuur bevestigt in de notulen van de vergadering dat de hiervoor omschreven procedure werd nageleefd, en motiveert in voorkomend geval waarom hij afwijkt van het advies van het comité.
De commissaris beoordeelt of er geen van materieel belang zijnde inconsistenties zijn in de financiële en boekhoudkundige gegevens die vermeld staan in de notulen van het bestuursorgaan en in het advies van het comité ten opzichte van de informatie waarover hij beschikt in het kader van zijn opdracht. Dit oordeel wordt aan de notulen van het bestuursorgaan gehecht.
§ 4/1. Alle beslissingen of verrichtingen waarop procedure van toepassing zijn worden openbaar aangekondigd, uiterlijk op het moment dat de beslissing wordt genomen of de verrichting wordt aangegaan.
De mededeling bevat ten minste:
1° informatie over de aard van de relatie met de verbonden partij;
2° de naam van de verbonden partij;
3° de datum en de waarde van de verrichting;
4° alle andere informatie die noodzakelijk is om te beoordelen of de verrichting redelijk en billijk is vanuit het oogpunt van de vennootschap en van haar aandeelhouders die geen verbonden partijen zijn, met inbegrip van de minderheidsaandeelhouders.
De mededeling gaat vergezeld van het besluit van het comité, in voorkomend geval van de motivering waarom de raad van bestuur afwijkt van het advies van het comité alsmede van de beoordeling van de commissaris bedoeld in paragraaf 4.
Het jaarverslag bevat een overzicht van alle mededelingen die tijdens het boekjaar werden gedaan, met verwijzing naar de plaats waar de mededelingen kunnen worden geraadpleegd.
Belangconflict NV in een OOB: wanneer procedure niet van toepassing?
De toepassing van deze procedure is niet vereist voor de beslissingen of verrichtingen die verband houden met een dochtervennootschap van een genoteerde vennootschap, behalve als de natuurlijke of rechtspersoon die de rechtstreekse of onrechtstreekse controle over de genoteerde vennootschap heeft, rechtstreeks of onrechtstreeks via andere natuurlijke of rechtspersonen dan de genoteerde vennootschap, een deelneming aanhoudt die minstens 25 % van het kapitaal van de betrokken dochtervennootschap vertegenwoordigt of die hem ingeval van winstuitkering door die dochtervennootschap recht geeft op minstens 25 % daarvan. Dit geld ook voor dochtervennootschappen.
Deze paragraaf vindt geen toepassing op:
1° beslissingen en verrichtingen die voor de genoteerde vennootschap of voor haar dochtervennootschappen gebruikelijk zijn, onder de voorwaarden en tegen de zekerheden die op de markt gebruikelijk zijn;
2° beslissingen en verrichtingen waarvan de waarde minder dan 1 % van het nettoactief van de genoteerde vennootschap op geconsolideerde basis bedraagt;
3° beslissingen en de verrichtingen met betrekking tot de remuneratie van de bestuurders, de andere personen belast met de leiding en de personen belast met het dagelijks bestuur van de vennootschap, of bepaalde elementen van hun remuneratie;
5° de verkrijging of de vervreemding van eigen aandelen, de uitkering van interimdividenden en kapitaalverhogingen in het kader van het toegestane kapitaal zonder beperking of opheffing van het voorkeurrecht van de bestaande aandeelhouders.
Comités binnen de raad van bestuur van een NV
Art. 7:98. De raad van bestuur kan in zijn midden en onder zijn aansprakelijkheid een of meer adviserende comités oprichten. Hij omschrijft hun samenstelling en hun opdracht.
Art. 7:99.§ 1. De genoteerde vennootschappen en de organisaties van openbaar belang als bedoeld in artikel 1:12, 2°, richten een auditcomité op binnen hun raad van bestuur
Art. 7:100.§ 1. De genoteerde vennootschappen richten een remuneratiecomité op binnen hun raad van bestuur.