Boek 1: H2: basisbeginselen van het contractenrecht Flashcards

1
Q

Principe van de wilsautonomie

A
Elk individu heeft de bevoegdheid om vrij zijn eigen rechtspositie te bepalen, onder meer door vrij overeenkomsten aan te gaan en vrij de inhoud te bepalen. 
3 facetten:
- contractvrijheid
- verbindende kracht
- consensualisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Verschil absolute en relatieve nietigheid

A

Het verschil betreft niet de aard van de sanctie, noch de gevolgen, het zijn namelijk dezelfde sancties met dezelfde retroactieve gevolgen. het onderscheid heeft te maken met de aard van de betrokken rechtsregel, meer bepaald het belang dat door de rechtsregel wordt beschermd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Imprevisieleer

A

Laat de rechter toe het contract aan te passen of te herzien bij onvoorzienbare omstandigheden die het contractueel evenwicht aanzienlijk verstoren en de uitvoering door de SA moeilijker of duurder maken maar niet onmogelijk. Deze leer wordt in België niet aanvaard.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Contractweigering mag niet indien…

A
  • misbruik van machtspositie door weigering
  • schending discriminatiebeginsel door weigering
  • schending zorgvuldigheidsnorm (1382) door weigering
  • weigering rechtsmisbruik uitmaakt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Vrije OKinhoud wordt beperkt door…

A
  • regels van OO en dwingend recht
    => wetten om consumenten te beschermen, vb: verboden bedingen, welomschreven verplichtingen die in OK moeten voorkomen, …
  • rechtsleer en rechtsspraak
    => partijen die hun contractvrijheid niet aanwenden zoals een bpp. (bij partij in bovengeschikte positie: bijkomende zorvuldigheidsplichten!) vb: culpa in contrahendo: aansprakelijkheid voor fouten gepleegd in de precontractuele fase, gekwalificeerde benadeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Open norm onrechtmatig beding

A

Art I.8, 22° WER: algemene norm waaraan de rechter kan toetsen om te bepalen of beding al dan niet toegestaan kan worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Beperking vrijheid tot contracteren wanneer men wil…

A

wettelijke plicht tot contracteren

vb: levensnoodzakelijke goederen, verzekering aansprakelijkheid motorvoertuigen, minimale bankdiensten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Beperking vrijheid te contracteren met wie men wil…

A
  • onrechtmatige OK weigering (1382)
  • Schending gelijkheidsbeginsel en discriminatieverbod, TENZIJ objectief gerechtvaardigd door legitiem doel of onderscheid is passend en noodzakelijk voor bereiken van doel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Correctie van de vertrouwensleer op de wilsautonomie

A

Werkelijke wil telt voor gebondenheid, tenzij de tegenpartij er rechtmatig op kon vertrouwen dat de verklaarde wil overeenstemde met de werkelijke wil.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wilsleer

A

Werkelijke, innerlijke wil telt voor gebondenheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Verklaringsleer

A

Verklaarde, veruitwendigde wil telt voor gebondenheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Vertrouwensleer + rol in ons recht?

A

Leer die bescherming biedt aan personen die legitiem mochten voortbouwen op een situatie die slechts een schijntoestand bleek te zijn.
Tweevoudige rol in ons recht
- bron van verbintenissen
=> persoon die legitiem vertrouwde op schijnsituatie krijgt het recht dat zij terecht meende te verkrijgen
- aanreiker van gedragsnorm
=> persoon die schijntoestand verwekte zal zijn vooraf bestaand recht niet (ten volle) mogen uitoefenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Functies van de goede trouw

A
  • aanvullende functie (art 1135 bw) = bijkomende verplichtingen kunnen worden opgelegd aan de partijen
  • matigende functie (art 1134, lid 3 bw) = legt gematigdheidsplicht op: partijen moeten rechten uitoefenen zoals dat van een redelijke contractpartij kan worden verwacht. rechter kan uitoefening terugvoeren naar in concrete omstandigheden redelijke uitoefening. Noodzakelijk moet 1 van de criteria van rechtsmisbruik vervuld zijn voor een toepassing van deze werking.
  • open norm: de eis van de goede trouw in de uitvoering van contracten, oftewel de redelijkheid en de billijkheid (art 1134, lid 3 en 1135 bw)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Leg uit: contractueel mechanisme

A

De wil is de trekker die de OK tot stand doet komen, vanaf dan treedt echter een contractueel mechanisme in werking dat wordt beheerst door
- de wil
- de suppletieve en dwingende wetgeving
- de redelijkheid en de billijkheid
- de rechter
Zo kan de OK worden aangevuld, geïnterpreteerd en gematigd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

leg uit: beschermend formalisme

A

Vormvereisten kunnen de zwakkere partij beschermen. Bepaalde vormvereisten worden opgelegd als voorwaarde voor de geldigheid ter bevordering van de rechtszekerheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waaruit kan rechter gemeenschappelijke bedoeling van partijen afleiden bij het interpreteren van een OK?

A
  • burgerrechtelijke bewijsregels -> akte
  • extrinsieke elementen -> uitvoering OK, briefwisseling tss partijen, voorbereidende documenten, …

interpretatie = soevereine appreciatie, maar begrensd!

  • bewijskracht akte niet schenden -> akte niet doen liegen
  • verbod miskenning bindende kracht OK -> geen andere gevolgen verbinden aan OK, of gevolgen wijzigen
17
Q

Aanvullende loyauteitsverplichtingen

A

Gedragsregels opgelegd door de goede trouw (aanvullende functie) die ervoor zorgen dat het OK solidair uitgevoerd wordt, rekeninghoudend met de belangen van de wederpartij. Niet-naleving kan leiden tot schadevergoeding (door contractuele fout) of rechtsverwerking.
vb: schadebeperkingsplicht, informatieplicht, samenwerkingsplicht, heronderhandelingsplichten, …

18
Q

Marginale toetsing bij rechtsmisbruik

A

De rechter stelt zich terughoudend op en mag enkel matigen indien er een manifeste of kennelijke grensoverschrijding is. Hij mag zijn persoonlijk oordeel niet in de plaats stellen.

19
Q

Rechtsmisbruik

A

Een persoon pleegt rechtsmisbruik indien hij zijn recht uitoefent buiten de grenzen van een normale rechtsuitoefening door een voorzichtig en bezorgd persoon. (generiek criterium)

Voorwaarden (bijzondere criteria)
- exclusieve oogmerk om te schaden
- zonder redelijk en voldoende belang, terwijl men schade berokkent
- de meest schadelijke uitoefening kiezen
- proportionaliteitscriterium: geschade belang staat niet in verhouding tot gediende belang
extra (nieuw): het beschamen van een rechtmatig vertrouwen dat men bij een ander heeft gewekt

=> generiek criterium + bijzonder of enkel bijzonder criterium

Sanctie: herleiden van het recht tot zijn normaal gebruik (herstel in natura: normale uitoefening, herstel bij equivalent: herstel schade die werd veroorzaakt)

20
Q

Rechtsverwerking

A

Een bijzondere toepassing van rechtsmisbruik dat stelt dat de (volledige) uitoefening van een recht verloren gaat wanneer men zijn recht zo zou willen uitoefenen dat het strijdig is met vroegere handelingen en dus met een gewekt vertrouwen bij een andere partij