Blz 56-57 Flashcards
1
Q
Unbedingt
A
Per se
2
Q
Gegenseitig
A
Wederzijds
3
Q
Zich bewerben
A
Solliciteren
4
Q
Nachhinein
A
Achteraf
5
Q
Forschen
A
Onderzoeken
6
Q
Sich Austauschen
A
Van gedachten wisselen
7
Q
Sich einig sein
A
Het eens zijn
8
Q
Sich erganzen
A
Elkaar aanvullen
9
Q
Eigenstandig
A
Zelfstandig
10
Q
Die leistung
A
De prestatie
11
Q
Loschen
A
Verwijderen
12
Q
Klaren
A
Oplossen
13
Q
Nachtragend sein
A
Haatdragend zijn
14
Q
Unterschiedlich
A
Verschillend
15
Q
Zu jemandem halten
A
Achter iemand staan
16
Q
Trotzdem
A
Toch
17
Q
Der kumpel
A
De vriend
18
Q
Sich verstellen
A
Zich anders voordoen
19
Q
Ersetzen
A
Vervangen
20
Q
Laut
A
Volgens