blok 2 Flashcards
wat is de vraag bij antecedenten
wat maakt het dat actoren relaties bouwen
welke 3 niveaus + betekenis zijn er bij netwerkanalyses
1) individueel = persoon tot persoon
2) niveau verschillende eenheden = groepen van individuen tot een organisatie
3) inter-organisatorisch = tussen organisaties
wat is een netwerk
de links tussen actoren
wat zijn links
verbonden sociale relaties die verbredend en beperkend kunnen zijn
welke 3 actoren zijn er bij een netwerk
organisaties, groepen, individuen
wat is een netwerkbenadering (2 kenmerken)
-nadruk op relaties i.p.v. eigenschappen
-op de interactie patronen i.p.v. individuele schaal
wat is de definitie van een organisatie
een groep met een sociale structuur met dezelfde doelen en dezelfde manier van hoe ze input naar output omzetten
wat is de definitie van een institutie
menselijk bedachte structuren van regels/normen die individueel gedrag ingeperkt of vormgegeven worden
wat is de definitie van management
dingen voor elkaar krijgen door middel van bevelen en overtuiging/-reding
welke 2 vormen van management zijn er
intern en extern
waar gaat intern management over
het runnen van een organisatie, zorgen dat hij loopt etc.
waar gaat extern management over
alles naar buiten omtrent relaties, omgang, samenwerking, en interactie met andere organisatie/naar buiten
wat maakt iets publiek
het gaat over bestuurlijke verantwoordelijkheid en de organisatie en het uitvoeren
welke 4 perspectieven zijn er om naar een organisatie te kijken
functioneel, institutioneel, proces, gedrag
waar gaat het functionele perspectief over
hoe organisaties hun doel(stellingen) behalen (instrumenten)
waar gaat institutioneel perspectief over
betekenisvolle structuren in sociale context
wat zijn etiniteiten
iets wat een bestaan heeft
waar gaat het proces perspectief over
een organisatie heeft taken en acties en het verandert en organiseert etiniteiten
waar gaat het gedrag perspectief over
hoe organisaties effect hebben en gedrag beïnvloeden
wat is het doel van een SWOT-analyse
het beoordeeld de huidige positie van een organisatie en welke strategische stappen ze nog kunnen maken en welke van publieke waarde hebben in de toekomst
uit welke 2 en dan weer 2 delen bestaat een SWOT-analyse
intern: strengts and weaknesses
extern: opportunities and threats
wat zijn voorbeeld van inputs
materiaal, mensen, financiën, informatie
wat zijn voorbeelden van outputs
producten, diensten, winst, gedragingen, informatie
wat zijn voorbeelden van throughput/transformation
productie, operatie, verwerking
wat zijn 5 elementen van een systeem van een organisatie
inputs
outputs
throughput/transformation
feedback
environment
welke drie organisatorische opvattingen/systemen zijn er
rationeel, natuurlijk, open
wat is het rationele systeem
collectiviteiten gericht op het nastreven van relatief specifieke doelen, met geformaliseerde sociale structuren (formeel)
wat is het natuurlijke systeem
collectiviteiten van deelnemers met gedeelde interesses, collectieve activiteiten en informele structuren (informeel)
wat is een open systeem
systemen van onderling afhankelijke activiteiten, ingebed in een omgeving
wat zijn de kenmerken van rationele organisaties (welke twee centrale begrippen)
doel-georiënteerd, geformaliseerd, alles moet optimaal, er en is een formele structuur met hiërarchie, controle, feedback.
de twee begrippen zijn bureaucratie en wetenschappelijk management
wat zijn de kenmerken van natuurlijke organisaties (welke twee centrale begrippen)
het gaat over de organische structuur waar alles een bedoeld doel heeft. er zijn netwerken in organisaties. de focus ligt op de informaliteit en dat zijn sociale relaties, sociale uitwisselingen en vriendschappen
de begrippen zijn informele normen en organisatorische cultuur
wat zijn de kenmerken van open organisaties (welke drie levels horen erbij)
het gaat om organisaties zijn niet afgesloten van hun omgeving. de focus ligt op de relatie en de afhankelijkheid van organisaties en hun omgeving, je hebt open rationeel en open natuurlijk
de levels zijn
-Intra organisatorisch
-Organisatorisch
-Interorganisatorische
in welk organisatie systeem zitten we nu
open-rationeel en natuurlijk
wat is de contingentietheorie
organisaties passen zijn structuur en manier van werken aan aan de verwachtingen, ontwikkelingen en voorwaarden van hun omgeving
wat zijn de drie waardes bij de contingentietheorie
1) hoge turbulentie (competitie, onzekerheden), dit zorgt voor meer flexibele structuren
2) hoe groter of meer routine werk een organisatie doet hoe meer formele structuren en dus minder flexibel
3)de strategische keuzes van leiders, deze bepaald hoe een organisatie omgaat met de invloeden van omgevingen
welke 4 dimensies zijn er volgens Mintzberg
-centralisatie = wie heeft er de leiding/de controle
-formalisering = procedures staan vast en duidelijk
-red tape = regels die nergens meer op slaan/van toepassing zijn
-complexiteit
welke soort organisatie heeft de 4 dimensies van mitzberg het grootste
publieke organisaties (overheid)
wat zijn de 5 bestandsdelen van een organisatie (zonder toelichting) (Model Mintzberg)
- strategische apex
- operating core
- middle line
- technostructure
- support staff
wat is de strategic apex (Model Mintzberg)
de top keuze makers en zijn/haar mensen
wat is de operating core (Model Mintzberg)
werknemers die de basis producten en diensten produceren van een organisatie
wat is de middle line (Model Mintzberg)
managers die de keuzes van de strategische apex naar de operating core communiceren
wat is de technostructure (Model Mintzberg)
analisten, ze helpen/ondersteunen operaties en passen zich aan aan de omgeving (ze doen bijv. onderzoek)
wat is de support staff (Model Mintzberg)
de indirecte hulp van de rest van de organisatie (juridisch, secretariaat)
wat zijn de 5 coördinatie mechanismen
- directe supervisie
- standaardisering van het werk proces
- standaardisering van de outputs
- standaardisering van vaardigheden
- gezamelijke aanpassen
Van de 5 coördinatie mechanismen wat is directe supervisie
één leider geeft instructies en organiseert het werk
Van de 5 coördinatie mechanismen wat is de standaardisering van het werkproces
coördinatie via standaard operationele procedures (regels, voorschriften; door technostructuur).
Van de 5 coördinatie mechanismen wat is de standaardisering van de outputs
het opleggen van standaard prestatiemaatstaven en outputs
Van de 5 coördinatie mechanismen wat is de standaardisering van vaardigheden
internalisering van vaardigheden en kennis (opleiding, verdiensten)
Van de 5 coördinatie mechanismen wat is de gezamenlijke aanpassen
coördinatie door overleg, met elkaar communiceren
wat zijn de 4 onvoorspelbaarheid(contingency) factoren
- leeftijd en grootte
- het technische systeem
- de omgeving
- kracht/invloed