Bloeitijd Griekse filosofie Flashcards
De sofisten
Sophistai = leraren tot wijsheid
aandacht voor mens ipv natuur
geen absolute waarheid: elke mens oordeelt zelf over goed en kwaad
practici: onderwijzen redeneerkunst als middel tot overreding ipv tot overtuiging: niet wie gelijk heeft, maar wie gelijk krijgt (recht vd sterkste)
Socrates
scepsis: ik weet dat ik niets weet
streven naar kennis is belangrijk, kennis = deugd
Socratische methode: dialectiek dmv dialogen anderen helpen bij geboorte ideeën
mens heeft kennis al maar moet blootgelegd worden
ziel is onsterfelijk en heeft al het bestaande al gezien
kennis zoeken is een herinneringsproces, door vragen te stellen kan de kennis geboren worden (maieutiek)
vergeleken met een horzel
Plato
zintuiglijk waarneembare wereld is slechts schijn en onvolmaaktheid: volmaaktheid bestaat in een transcendente wereld waarmee de ziel door onsterfelijkheid al meeheeft kennisgemaakt
ziel zit opgesloten in het lichaam
dualisme = lichaam verhindert het goed functioneren vd ziel
mens probeert op te stijgen van schijnwereld naar ware kennis
kennis: 1 filosofie 2 abstractie van waarneembare dingen 3 kennen van waarneembare dingen
mens: 1 rede of rationele 2 hart of gemoed 3 begeerte of irrationele
ideale staat: 1 filosofen die besturen 2 ambtenaren en soldaten 3 gewone volk
Aristoteles
logica: grondlegger vd westerse logica: syllogisme (drogreden)
filosofie: tegen ideeënleer Plato: werkelijkheid is wel de wereld waarin we leven
potentie (mogelijkheid) en act (volmaaktheid)
hylemorfisme: alles bestaat uit materie en vorm, stof heeft potentie om een bepaalde vorm aan te nemen
ethiek: morele verstandigheid = inzicht voor kiezen vd goede handeling en bepalen vh midden tussen verstand en gevoel
mens is een redelijk wezen dus deugd is de hoogste perfectie vd redelijkheid
perfectie door innerlijke driften te beheersen en rede zelf te vervolmaken
staatsleer: mengvorm democratie en aristocratie, middenklasse vormt zwaartepunt vd staatsgemeenschap: beste garantie voor duurzaamheid
Cynici
kosmopolieten: vrij zijn van behoeften, maakt niet uit wat mens heeft maar wat mens is
de wereld is slecht dus proberen er onafhankelijk van te zijn
cynisme: geïnspireerd op Socratische theorie: kennis is wijsheid
luxe, geld of bezit: afzweren enige manier op wijsheid
-> vervreemding v maatschappij
autarkie = afkeren vd maatschappij, alleenstaande ih gevecht tegen bezit - sleutelbegrip cynici
Diogenes v Sinope: extreem voorbeeld