Bloedsomloop, Thema 3 Flashcards
Bestanddelen van bloed?
Bloedplasma, bloedcellen, bloedplaatjes
Functie van Bloedplasma?
Vervoert een klein beetje zuurstof, voedingsstoffen, antistoffen, koolstofdioxide en andere afvalstoffen.
Waaruit bestaat bloedplasma?
Water, plasma-eiwitten(o.a. fibrinogeen), opgeloste stoffen(o.a. zouten).
Wat doet fibrinogeen?
Speelt een rol bij de bloedstolling.
Hebben rode bloedcellen een celkern?
Nee.
Functie van Rode bloedcellen?
Zuurstof vervoeren.
Welke kleurstof zit er in rode bloedcellen?
Hemoglobine
Wat is bloedarmoede?
Als het bloed te weinig hemoglobine bevat, iemand kan zich daardoor voortdurend zwak en moe voelen.
Hebben witte bloedcellen een celkern?
Ja.
Wat is de functie van witte bloedcellen?
Afweer tegen ziekteverwekkers, bijvoorbeeld door bacteriën in te sluiten.
Wat is een kenmerk van witte bloedcellen?
Witte bloedcellen hebben geen vaste vorm, daardoor kunnen ze door de wand van haarvaten heen.
Wat zijn bloedplaatjes?
Delen van uiteengevallen cellen.
Hebben bloedplaatjes een celkern?
Nee.
Wat is de functie van bloedplaatjes?
Bloedstolling.
Welke kant op stroomt het bloed in de slagaders?
Van het hart weg.
Wat zijn kenmerken van slagaders?
Een hoge bloeddruk, dikke, stevige en elastische wand, meestal dieper in het lichaam gelegen.
Waar kan je de ‘slag’ van slagaders merken?
Onder andere in de polsen.
Wat voor soort kleppen hebben slagaders?
Halvemaanvormige kleppen.
Hoeveel cellagen heeft de wand van haarvaten?
Één.
Wat kan er door de wand van haarvaten heen?
Witte bloedcellen en vocht met zuurstof, voedingsstoffen en afvalstoffen(o.a. koolstofdioxide).
Welke kant op stroomt het bloed in aders?
Naar het hart toe.
Wat zijn kenmerken van aders?
Lage bloeddruk, dunne wand, ondiep in het lichaam gelegen.
Waar is een ‘slag’ van aders meestal te merken?
Nergens.
Wat doen kleppen?
Zorgen ervoor dat het bloed niet terugstroomt(vooral in de armen en benen).
Wat is de kleine bloedsomloop?
Bloed dat van het hart naar de longen stroomt, en dan weer terug naar het hart. Het bloed gaat in de longslagader naar de longen en in de longader terug naar het hart.
Loopt er zuurstofrijk of zuurstofarm bloed door longslagaders?
Zuurstofarm.
Loopt er zuurstofrijk of zuurstofarm bloed door longaders?
Zuurstofrijk.
Wat is de grote bloedsomloop?
Nadat het bloed in de linkerharthelft is aangekomen stroomt het naar organen door het hele lichaam, vanuit de organen stroomt het bloed weer terug naar het rechterharthelft.
Stroomt er zuurstofrijk of zuurstofarm bloed door slagaders?
Zuurstofrijk.
Stroomt er zuurstofrijk of zuurstofarm bloed door aders?
Zuurstofarm.
Wat stroomt er door de poortader?
Zuurstofarm bloed van de wand van het darmkanaal naar de lever.
Wat betekent een dubbele bloedsomloop?
Per omloop stroomt het bloed twee keer door het hart.
Waar gaat een kleine bloedsomloop heen?
Hart - longen - hart.
Wat is de functie van de kleine bloedsomloop?
Zuurstof opnemen in het bloed en koolstofdioxide afgeven aan de lucht.
Waar gaat de grote bloedsomloop heen?
Hart - rest van het lichaam - hart.
Wat is de functie van de grote bloedsomloop?
Zuurstof en voedingsstoffen afgeven aan de cellen, koolstofdioxide en andere afvalstoffen opnemen in het bloed.
Wat zijn de functies van de bovenste en onderste holle ader?
Vervoeren zuurstofarm bloed van de organen naar het hart.
Wat is de functie van de rechterboezem?
Ontvangt zuurstofarm bloed uit de holle aders en voert dit door naar de rechterkamer.
Wat is een kenmerk van de rechterboezem?
De wand is weinig gespierd.
Wat is de functie van de rechterkamer?
Pompt zuurstofarm bloed in de longslagader.
Wat is een kenmerk van de rechterkamer?
Het heeft een gespierde wand.
Wat zijn de functies van longslagaders?
Vervoeren zuurstofarm bloed van het hart naar de longen.
Welke functies hebben longaders?
Vervoeren zuurstofrijk bloed van de longen naar het hart.
Wat is de functie van de linkerboezem?
Ontvangt zuurstofrijk bloed uit de longaders en leidt dit naar de linkerkamer.
Wat is een kenmerk van de linkerboezem?
Weinig gespierde wand.
Wat is de functie van de linkerkamer?
Pompt zuurstofrijk bloed in de aorta.
Wat is een kenmerk van de linkerkamer?
Zeer gespierde wand.
Wat is de functie van de aorta?
Vervoert zuurstofrijk bloed van het hart naar de organen.
Wat is de functie van de harttussenwand?
Scheidingswand tussen de linker- en de rechterharthelft.