Bioveiligheid Flashcards

1
Q

Hoe kan je ziektes bij dieren en de verspreid gaan voorkomen als je werkt met honden?

A

Door ervoor te zorgen dat dieren preventief gevaccineerd zijn en door hygiënisch te werken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom is hygiëne belangrijk in het trimsalon het pension of tijdens een training?

A
  1. Voorkomen van overdracht van ziektekiemen tussen verschillende dieren en of mensen
  2. Komen van vieze geurtjes en overlast door ongedierte.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de beste aanpak om ziek te kiemen te laten verdwijnen?

A

Ik reinig eerst grondig met een detergent en nadien gebruik ik nog een ontsmettingsmiddel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat Is een pathogeen?

A

Ziektekiem met biologische oorsprong, zoals virussen, parasieten en bacteriën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe werkt een detergent?

A
  1. Verminderd oppervlakte spanning van het water.
  2. Breekt hechtingskracht tussen vuil en de oppervlakte.
  3. Zorg ervoor dat het vuil oplost.
  4. Zorgt ervoor dat het vuil afgevoerd wordt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke pH waarde heeft organisch vuil zoals vet?

A

Alkaline of basis reinigingsmiddel alles boven de waarde zeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke pH waarde heeft anorganische vuil zoals kalk?

A

Acide of zuur reinigingsmiddel met pH waarde onder zeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is Sinner cirkel?

A

Vier factoren van invloed zijn op het succes van reiniging:
1. Temperatuur warm waterreiniging beter.
2. Arbeid: fysieke kracht.
3. Chemie: juist reinigingsmiddel.
4. Tijd: in te weken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Ontsmetten met desinfectant waarvoor wordt het gebruikt?

A

Voor dode materialen is te irriterend voor levend weefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarvoor wordt antisepticum gebruikt?

A

Voor het ontsmetten op levend weefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de voorwaarden voor een ideaal ontsmettingsmiddel?

A

Aangepast aan het doel van de ontsmetting
Snelwerkend en makkelijk
Voldoende efficiënt
Effectief werken bij aanwezigheid van organisch materiaal
Veilig voor het materiaal en gebruiker
Aanvaardbare Ecco toxiciteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Actieve immuniteit antistoffen

A

Zelf aangemaakt door het lichaam, langdurige bescherming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Actieve immuniteit natuurlijk

A

Het lichaam maakt antistoffen zelf aan tegen een ziekteverwekker na infectie. De hond is nu volledig of gedeeltelijk immuun voor de ziekte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Actieve immuniteit kunstmatig

A

De antistoffen tegen de vis ziekte verwerker worden toegediend door een vaccin. De hond is nu volledig of gedeeltelijk immuun.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Passieve immuniteit antistoffen

A

Antistoffen worden niet door het lichaam zelf aangemaakt tijdelijke bescherming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Passieve immuniteit natuurlijk

A

Overdracht van het teefje op de puppy’s via navelstreng of moedermelk

17
Q

Passieve immuniteit natuurlijk

A

Overdracht van het teefje op de puppy’s via navelstreng of moedermelk

18
Q

Passieve immuniteit kunstmatig

A

Via injectie met antistoffen als tegengif of antiserum

19
Q

Basis vaccinatie van een puppy

A
  1. Hondenziekte of ziekte van Carré.
  2. Ratten ziekte
  3. Katten ziekte.
  4. Hepatitis.
20
Q

Ziekte schema van een puppy

A

6 weke: katten sikh, hondenziekte
Acht en negen weken: alle vier
12 weken: alle vier
16 weken: katten sikh, hondenziekte hepatitis

21
Q

Ziekte schema van een puppy

A

6 weke: katten sikh, hondenziekte
Acht en negen weken: alle vier
12 weken: alle vier
16 weken: katten sikh, hondenziekte hepatitis

22
Q

Geef drie extra vaccinaties

A
  1. Kennelhoest als de hond naar hondenschool of pensioen gaat.
  2. Herpesviroze: wanneer je van plan bent om te fokken
  3. Hond tol wanneer je van plan bent met de hond naar het buitenland te gaan.
23
Q

Geef drie extra vaccinaties

A
  1. Kennelhoest als de hond naar hondenschool of pensioen gaat.
  2. Herpesviroze: wanneer je van plan bent om te fokken
  3. Hond tol wanneer je van plan bent met de hond naar het buitenland te gaan.
24
Q

Geef de juiste categorie: langere werking, minder boosters

A

Levend verzwakt vaccin

25
Q

Geef de juiste categorie aan: dier wordt niet ziek

A

Dood vaccin

26
Q

Geef de juiste categorie aan: dier wordt niet ziek

A

Dood vaccin

27
Q

Geef de juiste categorie aan: deel van dode ziekteverwekker wordt verwerkt en ingespoten

A

Dood vaccin

28
Q

Geef de juiste categorie aan: deel van dode ziekteverwekker wordt verwerkt en ingespoten

A

Dood vaccin

29
Q

Geef de juiste categorie aan: kortere werking, meer boosters nodig

A

Dood vaccin

30
Q

Geef de juiste categorie aan: kortere werking, meer boosters nodig

A

Dood vaccin

31
Q

Geef de juiste categorie aan: dier kan ziek worden

A

Levend verzwakt vaccin

32
Q

Geef de juiste categorie aan: in het lichaam zal virus of bacterie vermenigvuldigen

A

Levend verzwakt vaccin