Biologische psychologie moeilijke cards Flashcards
Parkinson: algemeen (def, eerste verschijnselen, prevalentie, m/v, overleving)
- Definitie: neurodegeneratieve, progressieve ziekte gekenmerkt door typische motorische symptomen, cognitieve stoornissen en neurologische gedragsafwijkingen.
- Eerste verschijnselen: vanaf ± 50 – 60 jaar
- Prevalentie: 300 cases per 100,000
- Man/vrouw: 1.5/1
- Overleving: 10 jaar … normaal
Parkinson: karakteristieke kenmerken (2)
- Verlies van dopaminerge neuronen in de substantia nigra (pars compacta)
- Geen algemene macroscopische brein atrofie → brein krimpt niet
- Eerst: degeneratie in specifieke regio’s
- Later: progressief meer wijdverspreid verlies
- Wijdverspreide accumulatie van ⍺-synucleïne (eiwit) (“Lewy Bodies”) in neuronen
- Klonters die ontstaan die Lewy bodies noemen
Parkinson: Basale ganglia: 5 onderling verbonden sub-corticale nuclei
-Nucleus Caudatus
-Putamen
-Globus Pallidus
-Nucleus-Subthalamicus
- Substantia Nigra
Parkinson: Basale ganglia: input en output
- Input Nuclei van de BG:
*Nucleus Caudatus
*Putamen
*Subthalamic Nucleus
- Output Nuclei van de BG:
*Globus Pallidus (pars interna)
*Substantia Nigra (pars reticulata)
Parkinson: frontostriataal netwerk (2)
→organismen hebben 2 systemen nodig voor gedragscontrole
- Routineuze response op gekende stimuli uit de omgeving: pre-geprogrammeerd gedrag, stimulus-based, procedureel, automatisch
→ Basale ganglia
- Reflectief, probleemoplossend gedrag in nieuwe situaties
→ Frontale cortex
⇒ Deze 2 systemen zijn geïntegreerd in het frontostriataal netwerk
MSA: algemeen (def, eerste verschijnselen, prevalentie, m/v, overleving, oorzaken, diagnose)
- Definitie: Neurodegeneratieve, sporadische ziekte gekenmerkt door progressief verlies van autonome functies, Parkinsonische symptomen en cerebellaire symptomen
- Eerste verschijnselen: vanaf ± 60 jaar
- Prevalentie: 3.4 – 4.9 cases per 100,000
- Man/vrouw: 1/1
- Overleving: 6 – 10 jaar na onset
- Oorzaken: Onbekend… Omgevingsfactoren? Genetische factoren?
- Diagnose: accumulatie Papp-Lantos bodies
MSA: histologie (2)
- Abnormale accumulatie van α-synucleïne in cytoplasma van oligodendrocyten (Papp-Lantos bodies = primair criterium voor diagnose MSA) → neuroinflammatie & neuronale dysfunctie → celdood
- Multisysteem betrokkenheid: toxische eiwitten verspreiden naar functioneel verbonden gebieden
MSA: 2 soorten
- Parkinsonian Type MSA (MSA-P)
- Cerebellar Type MSA (MSA-C)
PSP: algemeen (def, eerste verschijnselen, prevalentie, m/v, overleving, oorzaken, diagnose)
- Definitie: neurodegeneratieve, sporadische ziekte gekenmerkt door progressieve stoornissen van beweging, gang, balans en oogbewegingen.
- Eerste verschijnselen: vanaf ± 60 jaar
- Prevalentie: 5 – 6 cases per 100,000
- Man/vrouw: 1.6/1
- Overleving: 7 – 9 jaar na onset
- Oorzaken: Onbekend… Histologisch: tauopathie
- Diagnose: klinisch + MRI (atrofie hersenstam) + CSV-metingen
PSP: histologie
- Abnormale accumulatie van tau-proteïne
*Eiwitten worden niet afgebroken (i.t.t. gezonden)
*Vorming van schadelijke aggregaties in hersencellen
PSP: klinische manifestaties: PSP - Richardson’s Syndrome (PSP-RS) (3)
- Klassieke, meest voorkomende fenotype (25 - 50%)
- Snelste progressie, kortste overleving (7 jaar)
- Atrofie van hersenstam, frontaal, cerebellair, …
PSP: klinische manifestaties: PSP - Parkinsonism (PSP-P) (6)
- 2e meest voorkomende fenotype (15 - 35%)
- Geen blikverlamming in vroeg stadium
- Minder ernstig verloop
- Minder ernstige tau-pathologie
- Minder ernstige cortica
CBD: algemeen (def, eerste verschijnselen, prevalentie, m/v, overleving, oorzaken, diagnose)
- Definitie: neurodegeneratieve, sporadische ziekte gekenmerkt door progressieve asymmetrische rigiditeit, apraxie, spraak- en cognitieve stoornissen
- Eerste verschijnselen: vanaf ± 60 jaar
- Prevalentie: 5 cases per 100,000
- Man/ vrouw: 1/1
- Overleving: 6,6 jaar na onset
- Oorzaken: Onbekend… Histologisch: tauopathie
- Diagnose: klinisch + CT/MRI
CBD: klinische manifestaties: CBD – Corticobasal Syndrome (CBD-CBS) (3)
- Klassieke, meest voorkomende fenotype
- Asymmetrisch parkinsonisme
- Weinig tot niet responsief voor Levodopa
CBD: klinische manifestaties: CBD – Frontal Behavioral-Spatial Syndrome (CBD-FBS) (3)
- Executieve dysfunctie
- Gedragsveranderingen en/of persoonlijkheidsveranderingen 14
- Prikkelbaarheid, disinhibitie, hyperseksualiteit, apathie
LBD: algemeen (def, eerste verschijnselen, prevalentie, m/v, overleving, oorzaken, diagnose)
- Definitie: Parapluterm voor Dementia with Lewy Bodies (DLB) en Parkinson’s disease Dementia (PDD) – progressieve, neurodegeneratieve aandoeningen gekenmerkt door cognitieve achteruitgang en Parkinsonisme.
- Eerste verschijnselen: vanaf ± 50 jaar
- Prevalentie: 400 per 100,000 in de oudere populatie
- Man/ vrouw: 3 à 4/1
- Overleving: 5 – 8 jaar na diagnose
- Oorzaken: Onbekend…
LBD: histologie
- Wijdverspreide accumulatie van ⍺-synucleïne (“Lewy Bodies”) in neuronen leidt tot neuronale dysfunctie & celdood
*Verlies van dopamine → stoornissen in beweging, cognitie, gedrag, slaap, motivatie
*Verlies van acetylcholine → stoornissen in geheugen en leren
Schizofrenie: erfelijkheid: Specifieke kenmerken van het genoom, gelinkt aan schizofrenie: DISC1 (4)
- Diverse functies (oa. neurogenese)
- Mutaties teruggevonden in families met hoge incidentie van schizofrenie
- Zeer zeldzaam, maar gegeven mutatie risico x50
- Eveneens vergrote kans op depressie, autisme, bipolaire stoornis (pleiotropie: gen is betrokken met meerdere eigenschappen)
Schizofrenie: structurele afwijkingen (4)
- Grotere leeftijdsgerelateerde afname in grijze stof geassocieerd met verwijding ventrikels
- Minder frontale grijze & witte stof
- Reducties in frontale en temporale gebieden bij patiënten én gezonde verwanten
- Vergelijking discordante eeneiïge tweelingen, mét diagnose:
*Groter laterale en derde ventrikels
- Kleinere anterieure hippocampus
- Gereduceerde grijze stof in linker temporaalkwab en (dl)PFC
Schizofrenie: pruning
- Uitdunnen door verwijderen minst actieve connecties (en neuronen)
- Pre-adolescentie: meer synapsen dan in volwassen brein (en ook meer neuronen)
- Gebeurt in gehele brein: van caudaal naar rostraal, laatst in de prefrontale cortex, en daar ook het laatst voltooid
- Waarom eerst te veel aanmaken om vervolgens weg te snoeien? adaptief gegeven → connecties overhouden die goed werken
- +/- 1% verlies grijze stof rond adolescentie in gezonde proefpersonen
- x2 in mensen met schizofrenie, minder dendritische spines in (dl)PFC
- Betrokkenheid C4-gen
- Proteïne die, zeker in muizen, betrokken is bij het aanduiden van synaptische connecties die door het immuunsysteem “gesnoeid” moeten worden
- Varianten die leiden tot “veel productie”: belangrijke risicofactor voor schizofrenie
Schizofrenie: pruning
- Uitdunnen door verwijderen minst actieve connecties (en neuronen)
- Pre-adolescentie: meer synapsen dan in volwassen brein (en ook meer neuronen)
- Gebeurt in gehele brein: van caudaal naar rostraal, laatst in de prefrontale cortex, en daar ook het laatst voltooid
- Waarom eerst te veel aanmaken om vervolgens weg te snoeien? adaptief gegeven → connecties overhouden die goed werken
- +/- 1% verlies grijze stof rond adolescentie in gezonde proefpersonen
- x2 in mensen met schizofrenie, minder dendritische spines in (dl)PFC
- Betrokkenheid C4-gen
- Proteïne die, zeker in muizen, betrokken is bij het aanduiden van synaptische connecties die door het immuunsysteem “gesnoeid” moeten worden
- Varianten die leiden tot “veel productie”: belangrijke risicofactor voor schizofrenie
Schizofrenie: rol van hippocampus (4)
- Minder neuronen in de hippocampus
- Rol van stress
- Afwijkende oriëntatie piramidale cellen
- Geassocieerd met ernstige (episodische, autobiografische) geheugenproblemen, m.n. contextuele deficits
Schizofrenie: Dopaminehypothese: 3 routes
- Nigrostriataal: SN → dorsaal striatum
- Mesolimbisch: VTA → nucleus accumbens, amygdala, hippocampus
- Mesocorticaal: VTA → (prefrontale) cortex
Schizofrenie: Dopaminehypothese: Klassieke versie: te veel dopamine (4)
- Aanwijzing voor verhoogde aanwezigheid dopamine-metabolieten in plasma + urine
- Bescheiden toename D2-receptoren, m.n. in de frontale cortex
- Zie eerder: rol COMT, invloed sociale isolatie op dopaminesysteem
- Werking van dopamine (ant)agonisten
Schizofrenie: Dopaminehypothese: Klassieke versie: te veel dopamine (4)
- Aanwijzing voor verhoogde aanwezigheid dopamine-metabolieten in plasma + urine
- Bescheiden toename D2-receptoren, m.n. in de frontale cortex
- Zie eerder: rol COMT, invloed sociale isolatie op dopaminesysteem
- Werking van dopamine (ant)agonisten
Schizofrenie: Dopaminehypothese: aanwijzigigen
- Klassieke antipsychotica hebben sterke gunstige impact op positieve symptomen en zijn dopamine-antagonisten
- Effectieve dosis kan zeer goed ingeschat worden obv. D2 receptor-affiniteit
- Maar:
*Veelal beperkte invloed op negatieve / cognitieve symptomen *Vaak nevenwerkingen gerelateerd aan verminderde beschikbaarheid dopamine vb. Parkinsonisme – bradykinesie, rigiditeit
- Bovendien: substanties die positieve symptomen van schizofrenie veroorzaken:
*Vaak D2-agonisten: amfetaminen, cocaïne, rilatine (dopamine reuptake inhibitie), L-DOPA (stimuleert synthese)
*Effecten kunnen meestal ongedaan gemaakt worden met dopamine-antagonisten
*Amfetaminen veelal auditieve hallucinaties vb. LSD
- Mesolimbische route: VTA
*Nucleus accumbens: reinforcement van ongepast gedrag / onafgestemde gedachten
*Amygdala: bij paranoïde schizofrenie meer onterecht lezen van kwaadheid in neutrale gezichten, tgv. verhoogde dopaminerge input naar amygdala?
Schizofrenie: Dopaminehypothese: aanwijzigigen
- Klassieke antipsychotica hebben sterke gunstige impact op positieve symptomen en zijn dopamine-antagonisten
- Effectieve dosis kan zeer goed ingeschat worden obv. D2 receptor-affiniteit
- Maar:
*Veelal beperkte invloed op negatieve / cognitieve symptomen *Vaak nevenwerkingen gerelateerd aan verminderde beschikbaarheid dopamine vb. Parkinsonisme – bradykinesie, rigiditeit
- Bovendien: substanties die positieve symptomen van schizofrenie veroorzaken:
*Vaak D2-agonisten: amfetaminen, cocaïne, rilatine (dopamine reuptake inhibitie), L-DOPA (stimuleert synthese)
*Effecten kunnen meestal ongedaan gemaakt worden met dopamine-antagonisten
*Amfetaminen veelal auditieve hallucinaties vb. LSD
- Mesolimbische route: VTA
*Nucleus accumbens: reinforcement van ongepast gedrag / onafgestemde gedachten
*Amygdala: bij paranoïde schizofrenie meer onterecht lezen van kwaadheid in neutrale gezichten, tgv. verhoogde dopaminerge input naar amygdala?
Schizofrenie: Dopaminehypothese: tegenargumenten (6)
- Verhoogde aanwezigheid dopamine-metabolieten in plasma en urine minder uitgesproken dan andere catacholamines (noradrenaline, adrenaline), volgens sommige auteurs geen basale verhoging
- Toename D2-receptoren, mn in de frontale cortex, kan net duiden op compensatie voor tekort!
- Geen correspondentie bindingssnelheid antagonisten – afname van de symptomen
- Sommige mensen met schizofrenie reageren in het geheel niet
- Sommige effectieve medicijnen kunnen prefrontale dopaminevrijgave verhogen
- Gunstige effecten gerapporteerd van gecombineerde antipsychotica + L-dopa
⇒ Wellicht is “te veel dopamine” simplistisch; te weinig dopamine is mogelijk zelfs deel van het probleem - in bepaalde regio’s
Schizofrenie: hypofrontaliteit
- Negatieve en cognitieve symptomen: wellicht cruciale rol prefrontalecortex
*Supra: DLPFC verminderde grijze stof, minder dendritische spines
- Verminderde activatie prefrontale cortex, i.h. bijzonder dlPFC tijdens rust en tijdens neuropsychologische taken die erop leunen, verminderde prestatie op dergelijke taken
- Bij discordante identieke tweelingen: minder prefrontale perfusie (bloedtoevoer) in de sibling met diagnose 21
*Normaal inhibitoire invloed op mesolimbische route → indirecte rol in positieve symptomen
- Dopamine-agonisten → positieve symptomen, maar angel dust (PCP), ketamine → (positieve), negatieve en cognitieve symptomen en hypofrontaliteit
Schizofrenie: glutamaathypothese (3)
- Zowel PCP / ketamine zijn glutamaat-antagonisten; veroorzaken tevens verminderd dopaminegebruik in de dlPFC (à mogelijk toename D2 receptoren?)
- Gereduceerde hoeveelheid glutamaatconcentraties in CSV van schizofreniepatiënten
- Clozapine vermindert dopaminevrijgifte in mesolimbisch systeem, maar verhoogt vrijgave dopamine in prefrontale cortex; werkzaam tegen positieve, negatieve én cognitieve symptomen
Schizofrenie: Evolutionaire paradox: creativiteit
Waarin ligt de adaptiviteit
- vb. gereduceerd risico op een aantal kankers / auto-immuunaandoeningen ??? – zeer gemengde bevindingen
- Mogelijk vooral evolutionair voordeel voor niet-schizofrene verwanten
- Creativiteit: mate waarin mensen met een creatief beroep een mentale kwetsbaarheid vertonen
- Minder kans op schizofrenie bij creatieve beroepen
- Kans op ouder met creatief beroep dan weer verhoogd