Biologie Thema 3 Bs 1 T'm 8 Flashcards

You may prefer our related Brainscape-certified flashcards:
1
Q

Waar bestaat bloedplasma uit?

A

7% plasma-eiwitten en 91% water, rest opgeloste stoffen
O.a. plasma-eiwit fibrinogeen > rol bij de bloedstolling
Vervoer van stoffen als: O2, CO2, voedingsstoffen en afvalstoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waaruit bestaan rode bloedcellen?

A

Hebben geen celkern
Vervoeren zuurstof m.b.v. eiwit hemoglobine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waaruit bestaan witte bloedcellen?

A

Wel een celkern
Kunnen van vorm veranderen > wand van bloedvaten verlaten naar weefsels
Maken ziekteverwekkers onschadelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waaruit bestaan bloedplaatjes?

A

Zijn geen cellen, maar delen van uiteengevallen cellen
Rol bij bloedstolling (samen met plasma-eiwitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is etter/pus?

A

Gedode witte bloedcellen + gedode bacteriën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is trombose?

A

stolling in een bloedvat waardoor een bloedprop ontstaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een bloedvatenstelsel?

A

hart + bloedvaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een bloedsomloop?

A

weg die bloed door het lichaam aflegt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een kleine bloedsomloop?

A

rechterharthelft – longen – linkerharthelft
Doel: Zuurstof opnemen en CO2 afgeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de grote bloedsomloop?

A

linkerharthelft – organen in hele lichaam – rechterharthelft
Doel: Zuurstof en voedingsstoffen afgeven aan cellen en CO2 en afvalstoffenafvoeren van de
cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het hart en welke bloedvaten lopen er over heen?

A

Hart is een spier die zuurstof en voedingsstoffen verbruikt
Kransslagaders: rijk aan zuurstof en voedingsstoffen / vertakking van de aorta
Kransaders: afvoeren van CO2 en afvalstoffen / monden uit in rechterboezem
Hart bestaat uit boezems en kamers
Linker en rechterhelft gescheiden door de harttussenwand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de route van het bloed?

A

Route van het bloed:
Bovenste holle ader of onderste holle ader
Rechterboezem
Rechterkamer
Longslagader (2x)
Longaders
Linkerboezem o Linkerkamer
Aorta

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijnnde functies van de hartkleppen?

A

Tussen boezem en kamer > hartkleppen (verhinderen terugstromen bloed naar boezems)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de functies van halvemaanvormige kleppen?

A

Tussen longslagader/rechterkamer en aorta/linkerkamer bevinden zich halvemaanvormige kleppen > verhinderen terugstromen bloed in de kamers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de werking van het hart?

A
  1. Samentrekken van de boezems
  2. Samentrekken van de kamers
  3. Hartpauze
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Noem 3 soorten bloedvaten en hun functies!

A

Slagaders
Bloed stroomt van hart af
Hoge bloeddruk
Dikke, stevige en elastische wanden o Kunt er hartslag voelen
Meestal diep in lichaam

Haarvaten
Dunne wand, slecht 1 cellaag
Vormen in een orgaan een haarvatennetwerk
Bloeddruk is sterk afgenomen
Vocht met zuurstof en voedingsstoffen kan door de wand om zo cellen te bereiken. C)2 en
afvalstoffen worden met dit vocht weer terug in het bloed opgenomen

Aders
Van organen naar het hart toe
Lage bloeddruk
Wanden dunner en minder elastisch dan slagader
Hartslag niet voelbaar
Liggen minder diep in lichaam
Veel aders bevatten kleppen (tegen terugstroom bloed)

17
Q

Noem 3 soorten bloedvaten van de lever?

A

Lever heeft drie bloedvaten:
Leverslagader (van aorta naar lever)
Leverader (van lever naar holle ader)
Poortader (van dunne darm naar lever) > opgenomen voedingsstoffen in de darm zoals
glucose doorgeven naar de lever > in lever soms tijdelijk opslaan

18
Q

Noem kenmerken van een lage bloeddruk en van een hoge bloeddruk

A

Te lage bloeddruk: duizeligheid, hoofdpijn
Te hoge bloeddruk: verhoogde kans op hart en vaatziekten

19
Q

Wat is slagaderverkalking?

A

Slagaderverkalking = atherosclerose = kalkafzetting in een bloedvat door vet (cholesterol) dat blijft kleven in kleine beschadigingen van de wand van een bloedvat
Bloedvaten stijver en minder elastisch /bloedvaten vernauwen> bloeddruk stijgt en hart kan overbelast raken > kan leiden tot hartinfarct

20
Q

Wat is hartinfarct en wat kun je er tegendoen?

A

Hartinfarct = hartaanval = deel hartspier krijgt geen zuurstof en voedingsstoffen meer
Bij vernauwde kransslagaders > bypassoperatie = m.b.v. bloedvat (meestal uit been) wordt als het
ware een omweg aangelegd om het vernauwde deel van de kransslagader

21
Q

Wat is dotteren?

A

Dotteren = vernauwing in kransslagader wordt opgerekt met een soort ballonnetje

22
Q

Hoe onstaat weefselvocht?

A

Witte bloedcellen en vocht kunnen door wand van haarvat
Vocht met zuurstof en voedingsstoffen verlaat haarvat o.i.v. de bloeddruk > zo ontstaat weefselvocht buiten de haarvaten / tussen de cellen

23
Q

Welke 2 routes nemen het weefselvocht?

A
  1. Terug in de haarvaten
  2. Via de lymfevaten (vloeistof = lymfe = water met opgeloste stoffen en witte bloedcellen
24
Q

Wat zijn lymfevaten?

A

Lymfevaten bevatten kleppen en voeren lymfe van organen af naar twee grote lymfevaten: rechterlymfestam en borstbuis. > deze 2 monden beide uit in de aders onder het sleutelbeen
Het lymfestelsel bevat ook lymfeknopen (lymfeklieren) > zuiveren de lymfe van ziekteverwekkers

25
Q

Wat is uitscheiding?

A

Uitscheiding = afvalstoffen worden uit het bloed gehaald en uit het lichaam verwijderd Uitscheiding gaat o.a. via de longen, huid en nieren

26
Q

Wat bevat de nier?

A

Nier bevat:
Nierslagader > zuurstofrijk bloed
Nierader > bevat gezuiverde bloed
Nierschors en niermerg: verwijderen afvalstoffen, overtollig water en zouten en allerlei schadelijke stoffen
Nierbekken > verzamelplaats van urine, voor het naar de blaas gaat via de urineleider o Urineleider > voert urine van nier naar blaas

27
Q

Wat is de functie van de urineblaas?

A

Vanuit de urineblaas voert de urinebuis de urine af naar buiten

28
Q

Wat is een infectie?

A

Infectie = virus, bacterie of parasiet

29
Q

Wat is de functie van witte bloedcellen tegenovers zielteverwekkers?

A

Sommige witte bloedcellen maken bacteriën onschadelijk door ze in te sluiten
Sommige witte bloedcellen maken antistoffen om ziekteverwekkers aan te vallen

30
Q

Wat zijn Antigenen?

A

Antistoffen hechten zich aan antigenen > ziekteverwekker onschadelijk gemaakt
Een antistof reageert maar met 1 soort antigeen

31
Q

Noem alle soorten van imuuniteit op?

A

Natuurlijke immuniteit = lichaam maakt zelf antistoffen aan tegen een ziekte die je oploopt. Deel van witte bloedcellen zijn geheugencellen die onthouden hoe antistof gemaakt moet worden. Bij nieuwe infectie heel snel antistoffen gemaakt > je bent immuun
Kunstmatige immuniteit =door inenting/vaccinatie wordt een dode of verzwakte ziekteverwekker ingespoten > wel antistoffen aanmaken en geheugencellen > je bent immuun