Biologie Hoofdstuk 1 Thema 2 Flashcards
Het somatisch zenuwstelsel
Zorgt voor bewustwording en de bewuste reacties.
Het autonome zenuwstelsel
Regelt de onbewuste levensprocessen in het individu.
Informatieoverdracht
De geleiding van informatie van receptor tot effector.
Verwerkingscentra/ hersencentra
De neuronen brengen informatie van de receptor naar de verwerkingscentra/ hersencentra in de hersenen en van daaruit naar de effectoren.
Impulsgeleiding
Binnenin het neuron, tussen receptor en neuron, tussen twee neuronen en tussen neuron en effector.
Gebeurtenissen van een impuls in volgorde.
1.Rustpotentiaal
2.depolarisatie
3.actiepatentiaal
4.repolarisatie
Impulsgeleiding
De verplaatsing van een elektrisch signaal doorheen het neuron dat verloopt in drie fasen.
- De rustfase
Er wordt geen impuls doorgestuurd ; de buitenzijde van het celmembraan van het axon is positief geladen en de binnenzijde negatief.
- De actiefase / depolarisatie
De drempel waarde wordt overschreden. Positieve ionen stromen binnen via de kanaaltjes. De buitenkant van het celmembraan wordt nu negatief en de binnenkant positief.
- De herstelfase / repolarisatie
Het neuron keert terug naar de oorspronkelijke toestand. Positieve ionen verplaatsen zich naar de buitenkant van het axon. De buiten zijde is weer positief geladen en de binnenzijde negatief.
Snelheid van een Impulsgeleiding
De snelheid van een Impulsgeleiding bij een gemyeliniseerde axonen is veel hoger dan bij niet-gemyelisineerde axonen. Bij gemyelisineerde axonen gebreurt de Impulsgeleiding sprongsgewijs en sneller naarmate de dikte van het axon en de myeline toeneemt.
Chemische synaps
Bij een chemische synaps vormen de neurotransmitters een chemisch signaal. Die impulsoverdracht gebeurt in verschillende stappen.
Geef de volgorde van de chemische synaps
- De impuls bereikt de eindknopjes van het axon.
- Neurotransmitters komen vrij uit de synaptische blaasjes in de synaptische spleet.
- De neurotransmitter komt op het celmembraan van de volgende cel terecht en wijzigt daar de membraaneigenschappen. Dat is een chemisch signaal.
- Ionen stromen naar binnen en veranderen de membraanpotentiaal. Er ontstaat een nieuwe actiepotentiaal in de volgende cel, de impuls is overgedragen.
Hersencentra zijn groepen samenwerkende neuronen die:
Informatie van receptoren verwerken,
Verbanden leggen en analytisch denken,
Effectoren aansturen,
Automatisch lichaamsfuncties regelen,
Impulsen selecteren.
Een impulstraject voor een reflex
Loopt via een receptor. De impuls verplaatst zich via een reflexboog: dat is een aaneenschakeling van sensorische neuronen, soms schakelneuronen, en motorische neuronen die zorgt voor een snelle reactie. Je wordt je vaak bewust van de beweging, nadat de reflex voltooid werd.