Biologie Hoofdstuk 1 Flashcards
Wat is een organisme
Een levend wezen
Wanneer leeft een organisme
Als het de 7 levenskenmerken heeft
Wat zijn de 7 levenskenmerken
Ademhalen, Uitscheiden, Voeden, Voortplanten, Groeien, Waarnemen, Bewegen
Wanneer is iets dood
Als het geen levenskenmerken meer heeft iets dat dood is heeft wel geleefd
Wanneer is iets levensloos
Als het nooit heeft geleefd
Wat is groei
Het groter en zwaarder worden van een organisme
Wat is ontwikkeling
De verandering in de bouw van een organisme Daardoor kunnen delen van je lichaam hun functie beter vervullen en er kunnen nieuwe delen ontstaan
Delen van de zaad en hun functie
Zaadhuid: beschermt de zaad
Navel: hiermee zat het zaad vast in de vrucht
Poortje: Hierdoor neemt het zaad water op
Kiem: Het begin van een nieuwe plant
Zaadlobben: Hierin zit reservevoedsel opgeslagen
De levenscyclus van een zaadplant
Kieming: een zaad neemt water op de zaadhuid breekt open
Het worteltje groeit en komt naar buiten
De zaadlobben komen boven de grond en vormen de eerste bladeren
De kiemplant is de kleine plant die ontstaat bij de kieming.
aan de volwassen plant groeien bloemen
uit de bloemen ontstaan vruchten met zaden
Wat is metamorfose
Metamorfose (gedaanteverwisseling)
Lichaamsbouw en levenswijze veranderen als het dier volwassen word.
HOE WORD EEN JONG DIER VOOR DE METAMORFOSE GENOEMD
LARVE
De levenscyclus van een koolwitje
Een koolwitje heeft vier stadia ei-larve-pop-imago
Rups (larve) eet veel verveld enkele keren en groeit snel na de vervelling
Pop het dier zit in een cocon eet niet en beweegt nauwelijks
Metamorfose: Vleugels, grote ogen, roltong en voelsprieten
Imago volwassen vlinder
De levenscyclus van een kikker
Drie stadia ei–kikkervisje–kikker
Ei: kikkerdril een grote kluit kikkereieren in een sloot
Kikkervisje: Haalt adem met kieuwen en de huid en eet algen
Metamorfose: Staart en kieuwen verdwijnen poten en longen ontstaan
Kikker: leeft in het water en op het land haalt adem met de longen en de huid
3 verschillende ontwikkelingen bij mensen
Lichamelijke ontwikkeling: verandering in het lichaam
Geestelijke ontwikkeling: veranderingen in het verstand gevoelsleven en persoonlijkheid
Motorische ontwikkeling: leren van bewegingen
Levensfasen met leeftijd en kenmerken
Baby 0 tot 1½ kenmerken Groeispurt en is afhankelijk van andere mensen
Peuter 1½ tot 4 jaar kenmerken leert o.a. praten en lopen
Kleuter 4 tot 6 jaar leert o.a. fietsen tekenen en samenspelen
Schoolkind 6 tot 12 jaar Geestelijke ontwikkeling bijv. lezen schrijven en rekenen
Puber, 12 tot 16 jaar kenmerken groeispurt sterke lichamelijke en geestelijke ontwikkeling Voortplantingsorganen beginnen te functioneren Gevoelens veranderen humeur kan sterk wisselen
Adolescent word geheel zelfstandig
Volwassene 21 tot 65 jaar
Oudere boven 65 jaar
Veel oudere hebben hulp nodig