BIOLOGIE EXAMEN 1 Flashcards
Ecosysteem
en alle
omvat geheel van interactirs tussen abiotische enbiotische factoren in een biotoop
Cel
Weefsel
Orgaan
Stelsel
Organisme
Populatie
Levensgemeenschap
Ecosysteem
Populatie
Organisme van dezelfde soort die in een bepaald gebied voorkomen en waar interactie tussen inviduen mogelijk is
Habitat
waar die soort prc voorkomt
Biotoop
gebied waarin een typische levensgem vooorkomt
Biodiversiteit
Verscheidenheid van het leven
In al zijn vormen
Niche
Wat ze daar doen
geslacht
1ste
hoofdletter
geslachten die fel op elkaar lijken
soort
2e
kleien letter
lijken op elkaar en kunnen elkaar voorplanten met vruchtbare nakomelingen
wat is determineren of invertariseren, nut
aantallen noteren
zo kan je de veranderingen in
aantal soorten&populatiegrootte in bepaald gebied goed opvolgen
nagaan of de populatie voor achter of stabiel blijft
populatie
groep organisme van dezelfde soort die in hetzelfde gebied voorkomen
inventarisen
beoordeling van leefkwaliteit van gebied
indicatorsoorten/Bio indicatoren
geven door hun aanwezigheid info over een bepaalde eig van dat gebied
determineren
je krijgt info over habitat& ecologische niche van een soort
habitat
leefomgeving waar de soort specifiek leeft
levensgemeenschap
alle soorten planten en dieren in een bepaald gebied
biotoop vs habitat
b: gebied waar levensgem voorkomt (bv bos)
h: leefomgeving waar soort specifiek voorkomt bv(bosbodem)
ecologische niche
rol van organisme in een bepaald gebied
bv (door versch ecologische niches kunnen verschillende soorten in dezelfde habitat leven zonder concurrenten te zijn van elkaar)
niveaus ecologie
ecosysteem
levensgem
populatie
invidu
abiotisch + vb
ni levend
(diepte water)
(lichtinval)
(droogte)
(zuurstofgehalte)
(ph waarde)
(temperatuur)
biotisch+vb
levend
(voedselconcurrenten)
(concurenten om zuurstofgas)
(algen, schimmels bacterien)
gevolg biodiversiteit in water
hoe warmer water > minder biodiv
verband zuurstofgehalte van water& watertemperatuur
hoe warmer water> minder zuurstof
dieptes water
vegetatiezones
oeverzone (naast water)
moeraszone (wortels in water)
openwater (volledig water)
invloed waterdiepte
diversiteit wtaerdiertjes>hoe meer versch in habitat, voedsel, schuilplaatsen> hoe meer soorten dieren