Biologie en gedrag Flashcards

1
Q

somatisch zenuwstelsel

A

Betrokken bij vrijwillig gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

autonome zenuwstelsel

A

Betrokken bij minder vrijwillig gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Heropname

A

neurotransmitter wordt teruggenomen in presynaptische eindknopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Enzymdeactivatie

A

een enzym vernietigt de neurotransmitter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Autoreceptie

A

Autoreceptoren monitoren hoeveelheid neurotransmitter. Bij overmaat wordt signaal gestuurd om afgifte te stoppen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

agonist

A

Versterkt effect van neurotransmitter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Antagonist

A

Verzwakt effect van neurotransmitter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

directe antagonist

A

bind zich aan receptoren zodat neurotransmitter dit niet meer kan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

indirecte antgonist

A

zorgen ervoor dat er minder neurotransmitter in de synaptische spleet vrijkomt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Acetylcholine

A

verantwoordelijk voor motorische controle. Ook betrokken bij mentale processen zoals leren, geheugen, dromen en slaap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Norepinefrine

A

Betrokken bij opwinding, alertheid en wordt vrijgelaten wanneer men waakzaam is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Serotonine

A

Betrokken bij psychologische activiteiten vooral emoties, impulsbeheersing en dromen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

SSRI’s

A

blokkeren de heropname van serotonine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Dopamine

A

Zorgt voor motivatie en beloning en ook betrokken bij motorische controle in de planning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

GABA

A

primair remmende neurotransmitter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Glutamaat

A

primair prikkelende neurotransmitter

17
Q

Endorfines

A

Betrokken bij beloning en maken deel uit van natuurlijke afweer tegen pijn.

18
Q

PET

A

Positron emissie tomografie. Radioactief materiaal in bloed en zo kan men zien waar in het lichaam meeste bloed naar toe gaat

19
Q

MRI

A

sterk magnetisch veld waarmee magnetische krachten in hersenen tijdelijk worden verstoord

20
Q

fMRI

A

maakt hersenkaart op basis van de bloedstroom van de hersenen

21
Q

Waar bestaat de hersenstam uit

A

Medulla oblongata
Pons
Middenhersenen

22
Q

Cerebellum

A

essentieel voor motorische functie

23
Q

Thalamus

A

ontvangt, organiseert en stuurt zintuigelijke informatie

24
Q

Hypothalamus

A

beïnvloedt de functie van veel interne organen en is betrokken bij gemotiveerd gedrag

25
Q

Hippocampus

A

Geassocieerd met leren en vormen van nieuwe herinneringen

26
Q

Amygdala

A

Verantwoordelijk voor leren van biologisch relevante stimuli
betrokken bij lezen van emoties van gezichten
betrokken bij versterken van geheugen wanneer er sterke emoties in het spel zijn

27
Q

Basale ganglia

A

Cruciaal voor planning en uitvoering van bewegingen

28
Q

Corpus callosum

A

Verbindt de twee hersenhelften met axonen die een brug vormen waardoor informatie kan stromen

29
Q

Pariëntele kwabben

A

Gewijd aan aanraking

Betrokken bij aandacht

30
Q

temporele lobben

A

houden primaire auditieve cortex vast wat verantwoordelijk is voor gehoor

31
Q

Frontale kwabben

A

belangrijk voor beweging en psychologische processen

32
Q

Prefrontale cortex

A

behouden van aandacht, onthouden van ideeën en betrokken bij rationele activiteit