Bio praktijk week 1 & 2 Flashcards

1
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat pompt de Ventriculus sinister naar het lichaam?

A

Zuurstofrijk bloed via de aorta

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat pompt de Ventriculus dexter naar de longen?

A

Zuurstofarm bloed via de longslagader

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de functie van het Septum in het hart?

A

Scheidt de linker- en rechterkant van het hart om menging van bloed te voorkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn Vasa coronaria?

A

Kransslagaders die het hart van zuurstofrijk bloed voorzien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de rol van Musculi papillares?

A

Houden de hartkleppen op hun plaats en voorkomen terugslagen tijdens de hartslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn Vasa capillaria?

A

Kleine bloedvaten waar de uitwisseling van zuurstof, koolstofdioxide, voedingsstoffen en afvalstoffen plaatsvindt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat bevat de Cortex renis?

A

Glomeruli en proximale/distale tubuli

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de functie van de Medulla renis?

A

Speelt een rol in de concentratie van urine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat verzamelt het Pelvis renalis?

A

Urine en leidt het naar de urineleider

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de functie van de Glomerulus?

A

Een netwerk van haarvaten in de nierschors waar bloed wordt gefilterd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat doet de Capsula Bowmanii?

A

Vangt het gefilterde plasma (voorurine) op en leidt het naar de tubuli

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat reabsorbeert de Tubulus proximalis convolutus?

A

Belangrijke stoffen zoals glucose, aminozuren en water uit de voorurine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat regelt de Tubulus distalis convolutus?

A

De zout- en waterhuishouding onder invloed van hormonen zoals aldosteron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de functie van Arteriolae renales?

A

Regelen de bloedtoevoer naar de glomeruli en beïnvloeden de filtratiesnelheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de Apex van het hart?

A

Het uiteinde van het hart, voornamelijk gevormd door de linkerventrikel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is de functie van de Basis van het hart?

A

Ontvangt bloed van de longen en het lichaam en pompt het uit naar de circulatie

18
Q

Wat ontvangt het Atrium sinister?

A

Zuurstofrijk bloed van de longen via de longaders

19
Q

Wat ontvangt het Atrium dexter?

A

Zuurstofarm bloed van het lichaam via de vena cava

20
Q

Wat is de dikste spierwand van het hart?

A

Ventriculus sinister

21
Q

Wat is de functie van Vasa coronaria?

A

Voorzien het hart zelf van zuurstofrijk bloed en zorgen voor de bloedvoorziening van het myocardium

22
Q

Wat stabiliseren Musculi papillares?

A

De hartkleppen door de chordae tendineae te trekken

23
Q

Wat gebeurt er in de Cortex renis?

A

Filtratie van bloed en reabsorptie van stoffen

24
Q

Wat bevat de Medulla renis?

A

De lus van Henle en verzamelbuizen

25
Q

Wat is de functie van Tubulus proximalis convolutus?

A

De meeste reabsorptie van water, zout, glucose en aminozuren

26
Q

Wat regelt de Tubulus distalis convolutus?

A

De verdere aanpassing van de urine

27
Q

Wat doen Arteriolae renales?

A

Leiden bloed naar de glomeruli en regelen de bloeddruk

28
Q

Dextraal betekent?

29
Q

Sinistraal betekent?

30
Q

Distaal betekent?

A

Verder weg van het middelpunt van het lichaam

31
Q

Proximaal betekent?

A

Dichtbij het middelpunt van het lichaam

32
Q

Craniaal betekent?

A

Naar het hoofd toe

33
Q

Rostraal betekent?

A

Naar de neus toe

34
Q

Caudaal betekent?

A

Naar de staart toe (of lager)

35
Q

Mediaal betekent?

A

Naar het midden van het lichaam toe

36
Q

Lateraal betekent?

A

Van het midden af (zijwaarts)

37
Q

Dorsaal betekent?

A

Naar de rug toe

38
Q

Venaal betekent?

A

Naar de buik toe

39
Q

Posterior betekent?

A

Achter (achterkant van het lichaam)

40
Q

Anterior betekent?

A

Voor (voorkant van het lichaam)

41
Q

Inferior betekent?

A

Lager (onder)

42
Q

Superior betekent?

A

Hoger (boven)