Bio Flashcards
1
Q
Prikkel
A
waarneembare verandering die bij een organisme een reactie uitlokt
2
Q
Reactie
A
actie als antwoord op de prikkel
3
Q
Uitwendige prikkels
A
Prikkel van buiten het lichaam(in de omgeving)
4
Q
Inwendige prikkels
A
prikkels van binnenuit(verandering in het lichaam)
5
Q
(uitwendig) Chemische prikkel
A
wanneer stoffen een prikkel veroorzaken
6
Q
(uitwendig) Fysische prikkel
A
wanneer de prikkel iets te maken heeft met energie of kracht
7
Q
Prikkeldrempel
A
een prikkel moet voldoen aan een minimumsterkte om te kunnen waarnemen.
8
Q
Prikkeloverdracht (de vijf stappen)
A
prikkel=>receptor=> geleider=> effector=> reactie
9
Q
effectoren
A
Spieren en klieren, die een reactie bewerkstelligen, noemen we effectoren.
10
Q
A
11
Q
A
12
Q
A
13
Q
A
14
Q
A
14
Q
A