Bil + been Flashcards

1
Q

m.gluteus maximus

A

O: Achterste deel Crista iliaca, os ilium, dorsale zijde 4e/5e sacrale wervel en thorocolumbale fascie
I: tub glutea en tractus iliotibialis
F: retroflexie been, exorotatie, achteroverkanteling bekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

M. gluteus medius

A

O: os ilium, gluteaal aponeurose, ventrale 3/4e deel Crista iliaca
I: trochantor major femur
F: abductie been, stabiliseren heup bij lopen.
voorste vezels: helpen bij endorotatie heup, anteflexie
achterste vezels: retroflexie en exorotatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

m. gluteus minimus

A

O: buitenvlak os ilium, gluteaalaponeurose, ventrale 3/4e deel Crista iliaca
I: trochantor major femur
F: abductie been, stabiliseren heup bij lopen.
voorste vezels: helpen bij endorotatie heup, anteflexie
achterste vezels: retroflexie en exorotatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

m.rectus femoris

A

O: spina iliaca anterior inferior (lang), rand acetabulum (kort)
I: bovenrand patella en via lig patella aan tuberositas tibiae
F: extensie knie en anteflexie heup

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

M. vastus medialis

A

O: linea aspera femur
I: bovenrand patella en via lig patella aan tuberositas tibiae
F: extensie knie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

M. vastus lateralis

A

O: laterale schacht en linea aspera femur
I: bovenrand patella en via lig patella aan tuberositas tibiae
F: extensie knie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

M. vastus intermedius

A

O: voorvlakte en linea aspera femur
I: bovenrand patella en via lig patella aan tuberositas tibiae
F: extensie knie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

m.biceps femoris

A

O: tuber ischiadicum (lang), middelste derde deel van linea aspera femur (kort)
I: caput fibulae en laterale tibia condyl
F: retroflexie, flexie knie, exorotatie onderbeen (met flexie knie), stabiliseren knie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

m.semimembranosus

A

O: laterale deel tuber ischiadicum
I: mediale tibia condyl en kapsel knie
F: retroflexie, flexie knie, endorotatie onderbeen, stabiliseren knie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

m. semitendinosus

A

O: mediale deel tuber ischiadicum
I: mediale tibia condyl
F: retroflexie, flexie knie, endorotatie onderbeen, stabiliseren knie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

m. gastrocnemius

A

O: caput med: mediale condyl van het femur
caput lat: laterale condylus van het femur
I: achterzijde calcaneus dmv achillespees
F: flexie knie, plantairflexie voet, supinatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

M. soleus

A

O: dorsale zijde caput fibula, proximale 1/3e deel vd fibula en tibia
I: achterzijde calcaneus dmv achillespees
F: plantairflexie voet, supinatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

M. peroneus longus en brevis

A

O: condylus lat. tibia, caput fibulae (longus), laterale vlak fibula (brevis)
I: basis os metatarsal 1, laterale zijde os cuneiforme 1 (longus). tuberositas os metatarsale 5
F: plantairflexie, eversie/pronatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly