Bijzonderheden Van De Huid In Het Gezicht Flashcards
1
Q
Hypertrichose
A
Abnormaal sterke beharing.
2
Q
Kringen onder de ogen
A
Blauw, bruin ten gevolge van ziekte en/ of vermoeidheid.
3
Q
Wallen onder de ogen
A
Ten gevolge van ziekte met meestal een vochtophoping.
4
Q
Dikke onderkin
A
Plaatselijke vetophoping.
5
Q
Fibroom
A
Uit bindweefsel bestaand gezwel, steelwratje.
