Bijzondere Krachten Flashcards

1
Q

Normaalkracht

A

De kracht Fn die op een voorwerp wordt uitgeoefend door het steunvlak en die loodrecht staat op dat steunvlak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wrijvingskracht

A

De kracht veroorzaakt door het contactoppervlak die een (mogelijke) beweging hindert en ze werkt altijd rakend aan het contactoppervlak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Spankracht

A

De kracht uitgeoefend door een gespannen touw/ketting op een voorwerp die werkt in de richting van het gespannen touw, en ze is even groot als de kracht die via het touw wordt doorgegeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Zwaartekracht

A

De kracht die de aarde op elk voorwerp met massa m uitoefent + de som van alle deelkrachten op elk deel vh voorwerp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Zwaartepunt

A

Het massacentrum (punt) ve voorwerp/lichaam waar de zwaartekracht aangrijpt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Lichaam in evenwicht

A

Als het zwaartepunt 1 rechte lijn vormt met het steun- /ophangpunt of als zijn zwaartelijn het steunoppervlak snijdt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Gewicht

A

De kracht die een voorwerp op zijn ondersteuning uitoefent, ze staat loodrecht op het contactoppervlak, werkt op dit oppervlak en het is de reactiekracht vd normaalkracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Gewichtloosheid

A

Een voorwerp is in gewichtloosheid als het geen kracht uitoefent op zijn ondersteuning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Gravitatiekracht

A

De aantrekkingskracht Fg tussen twee punt- /bolvormige massa’s gericht volgens de verbindingslijn tussen beide massa’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Centripentale kracht

A

De kracht die een voorwerp op een cirkelvormige baan houdt, ze ontstaat door 1 of meerdere krachten die worden uitgeoefend op een voorwerp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly