BI Flashcards

lesdag 1-4

1
Q

Wat zijn de 4 BI ambitie niveaus?

A

1: Lokaal niveau
2: Gecoordineerd niveau
3: Integraal niveau
4: Intelligent niveau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat houdt ambitie niveau ‘lokaal’ in?

A

Lokaal niveau: “Begrijpen”: zicht krijgen op individuele processen

BI toepassing: Taak uitvoeren met rapporten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houdt ambitie niveau ‘gecoordineerd’ in?

A

Gecoordineerd niveau: Sturen en onderling afstemmen van processen

BI toepassing: taak beter uitvoeren door analyse en waardevolle inzichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat houdt ambitie niveau ‘integraal’ in?

A

Integraal niveau: verbeteren van processen

BI toepassing: systeem optimaliseren met KPI’s en dashboards

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat houdt ambitie niveau ‘intelligent’ in?

A

Intelligent niveau: innoveren van de business

BI Toepassing: nieuwe producten en diensten ontwikkelen met MLAI

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de drie hoofdactiviteiten van BI?

A

Richten, inrichten en verrichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het inrichten van BI?

A

Tot stand brengen van de benodigde BI-architectuur en organisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het verrichten van BI?

A

de dagelijkse praktijk van verzamelen, analyseren en toepassen volgens de BI-Cyclus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de 5 bouwstenen van Mintzberg om een organisatie abstract te beschrijven?

A

1: Uitvoerende kern
2: Strategische top
3: het middenkader
4: Techno structuur
5: Ondersteunende diensten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Definitie (Mintzberg): Uitvoerende kern

A

Dit is waar het primaire bedrijfsproces wordt uitgevoerd: producten/diensten worden gemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Definitie (Mintzberg): Strategische top

A

Deze bepalen de missie, visie en strategie voor de organisatie en nemen de daarvoor noodzakelijke investeringsbeslissingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Definitie (Mintzberg): Het middenkader

A

Deze zorgen voor de tactische sturing en invulling geven aan de strategie (het HOE)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Definitie (Mintzberg): Techno structuur

A

De techno structuur zorgt voor innovatie kwaliteitsbewaking, onafhankelijke analyse en reporting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Definitie (Mintzberg): Ondersteunende diensten

A

Deze servicen de operationele kern door middel van generieke functies als Finance, IT beheer & ondersteuning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de 5 bedrijfsconfiguraties van Mintzberg?

A

1: Eenvoudige structuur
2: machine bureaucreatie (massaproductie)
3: professionele bureaucratie
4: Divisie structuur
5: Adhocratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de primaire coordinatie en waar ligt de macht bij een ‘simpele structuur’ configuratie?

A

Primaire coordinatie: Direct toezicht
Macht: Strategische top

17
Q

Wat is de primaire coordinatie en waar ligt de macht bij een ‘machine bureaucratie’ configuratie?

A

Primaire coordinatie: standaardisatie werk

macht: technostructuur

18
Q

Wat is de primaire coordinatie en waar ligt de macht bij een ‘Professionele organisatie’ configuratie?

A

Primaire coordinatie: standaardisatie vaardigheden

macht: uitvoerders

19
Q

Wat is de primaire coordinatie en waar ligt de macht bij een ‘divisie structuur’ configuratie?

A

Prim. Coordinatie: Standaardisatie output

Macht: Middenkader

20
Q

Wat is de primaire coordinatie en waar ligt de macht bij een ‘Adhocratie’ configuratie?

A

Prim. Coordinatie: Wederzijdse aanpassing

Macht: Ondersteunende staf

21
Q

Wat kan je afleiden aan het organisatiegroeimodel van Greiner?

A

Afhankelijk van de fase en omvang van de organisatie ontstaan er crises.

Elke nieuwe fase vraagt daarbij om een nieuwe wijze van besturing om de volgende fase te bereiken

22
Q

Wat zijn de 5 evolutie fases van Greiner?

A

1: Creativiteit
2: dirigeren
3: delegeren
4: coordinatie
5: samenwerking

23
Q

wat zijn de 5 revolutiefases van Greiner?

A

1: Leiderschapscrisis
2: autonomiecrisis
3: beheerscrisis
4: bureaucratiecrisis
5: overlegcrisis

24
Q

Wat zijn de stappen van de BI Navigator?

A

1: Business Scope

2: Doel

3: Informatievraag

4: Bronnen

5: Inrichting

6: Plan van Aanpak