beraadslaging 1 Flashcards

1
Q

Amelia: Het toilet!

A

Misschien daar?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Faye: moet ze kotsen?

A

Geen idee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Ik ben ren. zij/haar

A

Kako, zij/haar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

ren: Was dat iedereen?

A

Nee….

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Andy, zij/haar

A

en de persoon die daarheen ging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Christie: Het ziet er wel anders uit dan op het internet.

A

Hoe bedoel je?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Kate - Amelia braaknek je bent er weer? - Pardon?

A

We waren op je aan het wachten, zodat we kunnen beginnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Gabi: Het is saai om de hele dag naar bedorven vervuilers te luisteren.

A

Hoe heet je? (tegen Amelia)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

amelia, zij/haar

A

We waren net op het punt om iemand te kiezen als juryvoorzitter, hebben we een vrijwilliger?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

vrijwilliger?.. Gabi: Ja ik

A

okee… ook nog anderen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

noa: ik wil

A

Iemand?….

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

noa: I know, dus dat is wat ik ga doen

A

Okeeej, gabi?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Andy: Dat had je eerder moeten zeggen

A

We hebben nog niet niet gestemd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Lynn: ren zou het moeten doen

A

Wie stemt er voor ren? (ik stem voor ren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Amelia: wat als het wel gebeurd? of als we niet zeven mensen hebben die hetzelfde denken?

A

Dan moeten ze de zaak opnieuw doen met een andere jury

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

noa: De eerste zal niet lang duren, zoals ik al zei.

A

Zullen we eerst allemaal ons oordeel geven? misschien hebben we al een meerderheid.

17
Q

noa: hij is schuldig helemaal schuldig

A

Hoe stemmen we? steken we onze handen op of zeggen we gewoon ons oordeel?

18
Q

Noa: kom op. laten we stemmen!

A

Jaha, maar hoe??

19
Q

Gabi: hij is een dinosaurus hij is schuldig.(gaai Lynn noa trots op wat ze hebben gezegd)

A

(Ik geef ze een kort applaus)

20
Q

Noa: Ik ben net zo oud als zijn jongste kind

A

Hoe oud ben je?

21
Q

koraalzee. ren: het is waar ze gingen duiken.

A

Het ligt bij Australië achter de Great Barrier reef, of wat er nog van over is.

22
Q

zoe: de koraalzee is een koraalrif?

A

jup, het is nu behoorlijk verbleekt

23
Q

zoe: ze gingen duiken, skiën, op echte sneeuw?

A

dat denk ik wel ja.

24
Q

zoe: (sneeuw) ik herinner het me niet

A

Ik wel

25
Q

Zoe: hoe is het (sneeuw)

A

mooi

26
Q

Kate: Het is zo koud dat-

A

De sneeuw in mijn haar bevriest als een ijskroon!

27
Q

Waar ben je? hier

A

Hier!