Begroting Flashcards

1
Q

Wat is een begroting?

A

Vooruitzicht, onderbouwde schatting van de baten en lasten van het komende jaar: begrotingsjaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Uit welke twee delen bestaat de begroting?

A

Beleidsbegroting (woorden) en financiële begroting (cijfers)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de voorwaarde bij een begroting

A

Dat de baten minimaal de lasten dekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wie maakt de begroting?

A

College van B&W bereidt de begroting voor en zorgt voor de uitvoering. De gemeenteraad controleert en stelt de begroting vast. Ook presenteert de gemeenteraad de begroting aan de provincie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke vier functies heeft de begroting?

A
  • Autorisatie: B&W mogen uitgaven doen
  • Allocatie: waar geven we geld aan uit?
  • Beheersfunctie: geven we niet teveel geld uit?
  • Controlefunctie: doet het college wat er is afgesproken met de raad?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Budget

A

Totale uitgaven die werknemers mogen doen, omdat ze bepaalde activiteiten uitvoeren binnen een organisatie. Vast en variabel budget.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

AO

A

Administratieve organisatie. Zorgt ervoor dat de leiding weet wat er binnen het bedrijf gebeurt.
Bespreken, opstellen en vaststellen van beleidsdocumenten, rapporten en begrotingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De AO wordt geïnformeerd door rapportages. Wanneer is een rapportage zinvol?

A

Wanneer hij:

  • Juist is
  • Tijdig is
  • Volledig is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de economische levensduur?

A

Periode waarin de totale gemiddelde kosten het laagst zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de technische levensduur?

A

Periode waarin een productiemiddel in staat is om te produceren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een organisatie?

A

Samenwerkingsverband tussen 2 of meer personen die dezelfde doelen nastreven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Instituut

A

Organisatie met een specifiek, maatschappelijk doel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bedrijf

A

Organisatie waar arbeid en kapitaal centraal staan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Onderneming

A

Bedrijf dat maximale winst wil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke twee soorten overheidsuitgaven zijn er?

A

Overheidsbestedingen en overheidsoverdrachten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Overheidsbesteding

A

Uitgave waar een tegenprestatie tegenover staat: salaris ambtenaar

17
Q

Overheidsoverdracht

A

Uitgave waar geen tegenprestatie wordt geleverd: kinderbijslag of uitkering

18
Q

Indirecte belasting

A

Degene die belasting betaalt en degene die belasting afdraagt zijn verschillende personen: accijns

19
Q

Directe belasting

A

Degene die belasting betaalt en degene die afdraagt is dezelfde persoon: inkomstenbelasting.