Begroetingen NL-->N Flashcards
1
Q
Hallo / Hoi
A
Hei
2
Q
goedendag
A
god dag
3
Q
goedemorgen
A
god morgen
4
Q
goedemiddag
A
god ettermiddag
5
Q
goedenavond
A
god kveld
6
Q
goedenacht
A
god natt
7
Q
welkom
A
velkommen
8
Q
hoe heet je?
A
hva heter du?
9
Q
mijn naam is
A
mitt navn er
10
Q
aangenaam kennis te maken
A
hyggelig å møge deg
11
Q
tot ziens / doei
A
ha det
12
Q
vaarwel
A
farvel
13
Q
fijne dag gewenst
A
ha en fin dag
14
Q
fijne avond gewenst
A
ha en fin kveld
15
Q
tot morgen
A
sees i morgen
16
Q
tot de volgende keer
A
til neste gang