Begripsbepaling Flashcards
Wat is het positief strafrecht
In elk gemeenschap = misdrijven en sancties. Het zijn de geldende regels in verdragen wetten ordonnanties
De twee theorieën?
Absolute en de relatieve leer
Welke werking hebben de theorieën
Repressieve en de preventieve werking
Wat zijn de kenmerken vh strafrecht
Publiek recht - legaal recht - sanctierecht
Leg uit de ‘publieke functie’
Verticale verhouding = wezenskenmerk (de staat vertegenwoordigt het is en gezond principe)
Horizontale verhouding = geen wezenskenmerk (mogelijkheid van de SO om in te stellen maar prerogatief bij OM)
Leg uit ‘legaal recht’
Legaliteitsprincipe = geen straf is zonder wet
Legaliteit van incriminatie: niemand kan vervolgd worden dan de gevallen in de wet bepaalt
Legaliteit van de straf: straf enkel krachtens de wet
Dit is een fundamentele waarborg tegen willekeur van de OH
Leg uit ‘sanctierecht’
Privaatrecht: privaat belang/schadevergoeding gebogen
Strafrecht: publiek recht, gekenmerkt door leedtoevoeging
Leg de kernbegrippen van het strafrecht uit
Misdrijven: gedragingen strafbaar gesteld zijn door de wetgever (ook in afzonderlijke wetten + zowel positieve daden als onthoudingen)
Sancties: opleggen van een leed is de klassieke opvatting maar nu ook beveilingsingmaatregelen, bestraffingsmodaliteiten etc (gericht op resocialisering)
Dader: meer geïndividualiseerd + afgestemd op de persoonlijkheid. Ook het begrip dader is geconceptionaliseerd aangezien ook rechtspersonen strafbaar gesteld kunnen worden