Begrippenlijst MAW (SE3) Flashcards
Hypothese
Een hypothese is een uitspraak over de sociale werkelijkheid die je kunt toetsen.
Onafhankelijke Variabele
Deze variabele is geheel onafhankelijk van andere variabelen.
De onafhankelijke variabele bepaalt wat de uitkomst is van de afhankelijke variabele.
Afhankelijke Variabele
De afhankelijke variabele is de (uitkomst-variabele). De verschillende waarden die de afhankelijke variabelen kunnen aannemen, worden bepaald door de onafhankelijke variabele.
Gevolgen van individualisering
Dalende lidmaatschappen van kerken en vakbonden
Toegenomen waarde aan zelfontplooiing
Vrijheid van seksualiteit
Vrijheid van meningsuiting
Iedereen bemoeit zich met zichzelf en niet met anderen
Modernisering
Moderniteit: Periode van 1800 tot het heden, waarin men gelooft dat veranderingen onvermijdelijk leiden tot vooruitgang, waarvoor wetenschap en technologie zorgen (mensen denken meer rationeel).
Premoderne Tijd: Periode waarin het denken en doen van mensen werd geleid door: godsdienstige tradities, ingesleten gewoontes & van generatie op generatie overgedragen praktische handelswijzen (mensen denken meer traditioneel).
Vormen van Democratie
Penduledemocratie: Deze democratie laat de burgers eens in de zoveel jaar stemmen en de macht ligt dan bij de gekozen vertegenwoordiger.
Kiezersdemocratie: Deze democratie koppelt meerderheidsbesluitvorming aan directe vertegenwoordiging.
Participatiedemocratie: Deze democratie combineert directe vertegenwoordiging met integratieve besluitvorming.
Consensusdemocratie: In deze democratie wordt vooral gezocht naar consensus (overeenstemming).
Soevereiniteit
Interne Soevereiniteit: Er is sprake van een regering over een bepaalde groep mensen, er is sprake van een bepaald grondgebied en de staat bezit daarbij het geweldsmonopolie en belastingmonopolie.
Externe Soevereiniteit: Het staatsgezag is niet ondergeschikt aan het gezag van andere staten. Het staatsgezag wordt door andere staten erkend, er is dus sprake van internationale erkenning.
Soorten Globalisten
Hyperglobalisten: zijn voorstanders van globalisering, zijn aanhanger van vergaande globalisering.
Andersglobalisten: zijn tegenstanders van globalisering, verzetten zich tegen de huidige globalisering.
Theorieën van machtsverdeling
Pluralisme theorie: In een samenleving is er een zekere spreiding van politieke macht over verschillende maatschappelijke groepen die allemaal verschillende belangen vertegenwoordigen.
Machtselite theorie: Er is een machtselite, die sleutelposities inneemt op sociaal-economisch en politiek terrein. Veel macht en invloed is geconcentreerd in grote instituties en/of organisaties waartegen de macht van de regering en parlement nauwelijks opgewassen is.
Mengvorm: Dit is een mix van beide theorieën als uiteinden van een doorlopend geheel.
Referendum
Is een volksraadpleging, het volk beslist dan over politiek gevoelige kwesties.
Algemene ontwikkelingen van de jaren 60
Ontzuiling
Tegenbeweging m.b.t. het establishment (gevestigde orde)
Secularisatie
Ontkerkelijking
Deconfessionalisering (bijvoorbeeld Katholieken stemde op de KVP).
De binding van het stemgedrag verdween.
Ontstaan van organisatie die niet gebonden zijn aan een ‘zuil’.
Emancipatie
Ontideologisering
Democratisering
Individualisering
Marktwerking
Decentralisatie
Andere visie op de verzorgingsstaat.
Sociaal vangnet van de overheid, zorgzame samenleving.
Ontwikkelingen van de jaren 60
Demografische ontwikkelingen (gastarbeiders)
Pluriforme samenleving (dekolonisatie) multiculturele samenleving
Europeanisering
Koude Oorlog (Communisme vs Kapitalisme)
Veranderingen van de politieke cultuur vanaf de jaren 60
De mate van vertrouwen in de politiek nam af.
De mate van politieke interesse nam af.
De bereidheid tot politieke participatie nam af.
De opkomst bij verkiezingen nam af.
Visies op Politieke Participatie
Ontwikkelingsvisie: Politieke participatie is een doel op zichzelf. De burgers leren er veel van en hun zelfvertrouwen en bekwaamheid om te participeren neemt toe.
Instrumentele visie: Politieke participatie is vooral een middel om tot besluiten te komen. Mensen weten zelf het beste wat hun belangen zijn en hoe zij vinden dat de maatschappij er uit moet zien.
De 3 vormen van sociale ongelijkheid
Ongelijke verdeling van macht
Ongelijke verdeling van bezit
Ongelijke verdeling van status