begrippenlijst GO3 Flashcards
Aflaat
document dat werd verkocht door de katholieke Kerk waardoor de gelovige (zogezegd) gehele of gedeeltelijke vrijstelling van straffen (voor zonden die men had begaan) in het vagevuur kon bekomen
antisemitisme
haat tegenover joden op basis van de verkeerde veronderstelling dat joden een ‘ras’ vormen
aristocratie
maatschappelijke groep gevormd uit de meest vooraanstaande en rijke personen die de meeste macht uitoefenden (adel+ rijke burgerij)
barok
Europese stijlperiode in Italië begin 17de eeuw (1601-1700) ontstaan en kenmerkt zich door beweging en heftige gevoelens in zowel schilder-, beeldhouw-, bouwkunst als muziek en literatuur. De kunststroming ontstond als deel van de contrareformatie, waarbij de katholieke Kerk mensen wou overtuigen om Katholiek te worden.
burgerij
rijkste groep uit de Derde stand (geen politieke macht). Het waren personen die gestudeerd hadden en een vrij beroep uitoefenden zoals doktor, advocaat, winkelier, handelaar, bankier,…
celibaat
bewust ongehuwd bleven van de geestelijken. Veel kerken waren overtuigd dat seksuele handelingen enkel binnen het huwelijk mochten plaats vinden, dus geestelijken mochten heel hun leven geen seks hebben.
concilie
Vergadering van hoge geestelijken waarin beslissingen worden genomen over katholieke dogma’s en de organisatie van de Kerk.
conclaaf
vergadering van katholieke kardinalen die de nieuwe paus verkiezen.
contrareformatie
reactie van de katholieke Kerk (1501-1700) op de reformatie of hervorming waarbij ze de eigen organisatie anders gingen aanpakken en de ketters vervolgd werden.
dogma
geloofspunt binnen een religie waar niet aan getwijfeld of van afgeweken kan worden
excommunicatie
uitsluiting uit de geloofsgemeenschap waardoor iemand buiten de bescherming van de Kerk werd genomen. Deze persoon mocht dan ongestraft vermoord worden. (Luther)
fundamentalisme
het vasthouden aan een uiterst strenge geloofsovertuiging
inquisitie
geheel van kerkelijke rechtbanken die zich bezighielden met ketters op te sporen en ze te bestraffen
ketter
iemand die afwijkt van de geloofsgemeenschap in een gebied
liturgie
het geheel van voorgeschreven gebeden, cermoniën en handelingen die deel uitmaken van een (religieuze) eredienst. Bv: katholieke liturgie
Paus
hoofd van de katholieke Kerk en Pauselijke of Kerkelijke Staten (= Vaticaanstad nu)
Propaganda
politieke of religieuze reclame bedoeld om iemand te overtuigen van een bepaald visie
Protestantisme
verzamelnaam voor alle christelijke visies die als gevolg van de reformatie (1401-1600) afweken van en zich zich afzetten tegen de katholieke Kerk en die vooral de bijbel centraal stelden en het gezag van de paus verwierpen (=Sola Fide+ Sola Scriptura)
Simonie
het verhandelen van geestelijke goederen, ambten of functies om geld te verdienen.
Standenmaatschappij
wijze waarop de maatschappij in het ancien régime was opgedeeld. (adel, clerus, Derde Stand)
Staatskerk
Kerk of geloof dat door de staat als enige wordt erkend en door de overheid wordt gecontroleerd
Tiende
belasting die men tijdens het ancien régime aan de Kerk moest afstaan voor het onderhoud van de plaatselijke priester en de kerkgebouwen en ter ondersteuning van de armen, bedroeg meestal één tiende van de oogst of van het aantal gehoede dieren.