begrippenlijst GO3 Flashcards

1
Q

Aflaat

A

document dat werd verkocht door de katholieke Kerk waardoor de gelovige (zogezegd) gehele of gedeeltelijke vrijstelling van straffen (voor zonden die men had begaan) in het vagevuur kon bekomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

antisemitisme

A

haat tegenover joden op basis van de verkeerde veronderstelling dat joden een ‘ras’ vormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

aristocratie

A

maatschappelijke groep gevormd uit de meest vooraanstaande en rijke personen die de meeste macht uitoefenden (adel+ rijke burgerij)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

barok

A

Europese stijlperiode in Italië begin 17de eeuw (1601-1700) ontstaan en kenmerkt zich door beweging en heftige gevoelens in zowel schilder-, beeldhouw-, bouwkunst als muziek en literatuur. De kunststroming ontstond als deel van de contrareformatie, waarbij de katholieke Kerk mensen wou overtuigen om Katholiek te worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

burgerij

A

rijkste groep uit de Derde stand (geen politieke macht). Het waren personen die gestudeerd hadden en een vrij beroep uitoefenden zoals doktor, advocaat, winkelier, handelaar, bankier,…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

celibaat

A

bewust ongehuwd bleven van de geestelijken. Veel kerken waren overtuigd dat seksuele handelingen enkel binnen het huwelijk mochten plaats vinden, dus geestelijken mochten heel hun leven geen seks hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

concilie

A

Vergadering van hoge geestelijken waarin beslissingen worden genomen over katholieke dogma’s en de organisatie van de Kerk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

conclaaf

A

vergadering van katholieke kardinalen die de nieuwe paus verkiezen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

contrareformatie

A

reactie van de katholieke Kerk (1501-1700) op de reformatie of hervorming waarbij ze de eigen organisatie anders gingen aanpakken en de ketters vervolgd werden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

dogma

A

geloofspunt binnen een religie waar niet aan getwijfeld of van afgeweken kan worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

excommunicatie

A

uitsluiting uit de geloofsgemeenschap waardoor iemand buiten de bescherming van de Kerk werd genomen. Deze persoon mocht dan ongestraft vermoord worden. (Luther)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

fundamentalisme

A

het vasthouden aan een uiterst strenge geloofsovertuiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

inquisitie

A

geheel van kerkelijke rechtbanken die zich bezighielden met ketters op te sporen en ze te bestraffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

ketter

A

iemand die afwijkt van de geloofsgemeenschap in een gebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

liturgie

A

het geheel van voorgeschreven gebeden, cermoniën en handelingen die deel uitmaken van een (religieuze) eredienst. Bv: katholieke liturgie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Paus

A

hoofd van de katholieke Kerk en Pauselijke of Kerkelijke Staten (= Vaticaanstad nu)

17
Q

Propaganda

A

politieke of religieuze reclame bedoeld om iemand te overtuigen van een bepaald visie

18
Q

Protestantisme

A

verzamelnaam voor alle christelijke visies die als gevolg van de reformatie (1401-1600) afweken van en zich zich afzetten tegen de katholieke Kerk en die vooral de bijbel centraal stelden en het gezag van de paus verwierpen (=Sola Fide+ Sola Scriptura)

19
Q

Simonie

A

het verhandelen van geestelijke goederen, ambten of functies om geld te verdienen.

20
Q

Standenmaatschappij

A

wijze waarop de maatschappij in het ancien régime was opgedeeld. (adel, clerus, Derde Stand)

21
Q

Staatskerk

A

Kerk of geloof dat door de staat als enige wordt erkend en door de overheid wordt gecontroleerd

22
Q

Tiende

A

belasting die men tijdens het ancien régime aan de Kerk moest afstaan voor het onderhoud van de plaatselijke priester en de kerkgebouwen en ter ondersteuning van de armen, bedroeg meestal één tiende van de oogst of van het aantal gehoede dieren.