Begrippenlijst Flashcards
biomechanica
de studie van structuur en functie van biologische systemen met methoden uit de kinematica, dynamica, statica en materiaalkunde
kinematica
beschrijving van de beweging zonder op de oorzaak te letten
dynamica
beschrijft verband tussen kracht en beweging
statica
beperking tot systemen in rust (kracht evenwicht)
materiaalkunde
relatie tussen kracht en vervorming (gebrek/scheur)
stijfheid
een maat voor de weerstand van een materiaal tegen elastische vorming onder belasting
vloeigrens
de spanning waarbij een materiaal begint te vervormen (plastisch)
breekpunt
de spanning waarbij een materiaal breekt of faalt onder een belasting
taaiheid
de mate waarin een materiaal plastisch kan vervormen voordat het breekt
compressiekracht
de kracht die wordt uitgeoefend wanneer een object wordt samengedrukt
trekkracht
de kracht die wordt uitgeoefend wanneer een object wordt uitgerekt of in tegengestelde richting wordt getrokken
afschuifkracht
de kracht die wordt uitgeoefend wanneer twee oppervlakken langs elkaar schuiven met een verschillende richting
moment
het draaiend effect van een kracht, berekend als de kracht vermenigvuldigd met de afstand tot het draaipunt
moment arm
de loodrechte afstand tussen de as van rotatie en de lijn waarlangs een kracht wordt uitgeoefend, bepalend voor het moment dat de kracht veroorzaakt
vrijlichaamsdiagram
Een schematische voorstelling van een lichaam waarbij alle externe krachten en momenten op het lichaam zijn geïsoleerd en gevisualiseerd
vector
een grootheid die zowel grootte als richting heeft, zoals kracht of snelheid
grondreactiekracht
de kracht die wordt uitgeoefend door een oppervlak of een object dat het oppervlak raakt, zoals de kracht die wordt uitgeoefend door de grond op een persoon die op de grond staat
AO
Arbeitsgemeinschaft für Osteosynthesefragen
Apofyse
uitgroei, processus (meestal van beenstukken)
apostosis, -se
het fysiologisch uiteenvallen van cellen, en opruimen van de fragmenten die door fagocyten worden opgenomen en daarin door lysis of door lysosomale enzymwerking worden afgebroken
apprehension, vrees
bezorgdheid, ongerustheid, (bang) voorgevoel
VB: apprehensiontest bij instabiliteit glenohumoraal door de arm in abdcutie en exorotatie te bewegen ervaart patiënt een (sub)luxatiegevoel.
arthro-
gewricht
ATLS
Advanced Trauma Life Support
Bursa, mv -ae
slijmbeurs
Cavus, -va, - vum
hol, concaaf
Coalescentie
de vergroeiing (fusie) van twee of meer embryonale rudimenten
condylus
bolvormig gewrichtsuitsteeksel
congenitale verticale talus
aangeboren platvoet waarbij de talus een verticale positie in het voetskelet aanneemt zich uitend in een stugge platvoet. Syn: convex pes valgus
conoideus
kegelvormig
consolidatie
het vast worden, het met elkaar vergroeien van fractuurbeenstukken
containment
… nog aan te vullen
corpus liberum
vrij liggend lichaam, in een gewrichtsholte of in de buikholte