Begrippenlijst Flashcards

1
Q

Migranten

A

Individuen die zich verplaatsen van hun oorspronkelijke woonplaats naar een andere locatie. Ze hadden geen burgerrechten in Rome

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Nomaden

A

Mensen die regelmatig van plaats naar plaats trekken zonder zich permanent te vestigen, vaak afhankelijk van seizoensgebonden grondstoffen of veeteelt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

sedentair

A

een levensstijl waarbij mensen zich vestigen op één plaats en daar blijven wonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

veeteelt

A

de praktijk van het fokken, verzorgen en gebruiken van dieren, zoals koeien, schapen en geiten, voor voedsel, melk, vezels en andere producten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Akkerbouw

A

de landbouwpraktijk waarbij gewassen zoals graan, groenten en fruit worden geteeld op open velden of akkers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Stadstaat

A

een onafhankelijke politieke stad en het omliggende land, waarbij de stad zowel het politieke als het economische centrum vormt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Leger

A

een georganiseerde groep mensen die is uitgerust en getraind voor militaire doeleinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Oorlog

A

een gewapend conflict tussen twee of meer groepen, naties of staten, vaak gekenmerkt door grootschalig geweld, strijd om territorium, politieke macht of ideologische verschillen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Imperialisme

A

Wie voortdurend grotere delen van de wereld wil veroveren en beheersen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Rijk

A

een politieke entiteit die bestaat uit meerdere territoria, gebieden of landen die worden geregeerd door een centrale autoriteit (hier Rome)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Prestige

A

de status of bewondering die een individu, groep of land geniet vanwege hun prestaties, reputatie, macht of invloed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Rechtvaardige oorlog

A

Een militaire conflict dat ethisch gerechtvaardigd wordt volgens bepaalde criteria, zoals het verdedigen van onschuldige mensen, het herstellen van rechtvaardigheid, of het voorkomen van ernstig kwaad.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Verdedigingswerken

A

structuren, zoals muren, grachten, bunkers of fortificaties, gebouwd om een gebied te beschermen tegen vijandelijke aanvallen of invasies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Natuurlijke grenzen

A

geografische kenmerken, zoals bergen, rivieren, of meren, die van nature dienen als scheidingslijn tussen verschillende gebieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Militair wegennet

A

een netwerk van wegen die specifiek zijn ontworpen en gebruikt door militairen voor strategische verplaatsingen van troepen, uitrusting en bevoorrading tijdens militaire operaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Rechten en plichten

A

Individuen genieten van vrijheden en beschermingen, maar zijn ook verantwoordelijk voor het respecteren van de rechten van anderen en het vervullen van maatschappelijke verplichtingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Verdeel en heers

A

Een politieke strategie waarbij niet iedereen op dezelfde manier wordt behandeld maar sommige juist meer krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

familia

A

Een Latijns woord dat verwijst naar een familie die verbonden is door bloedverwantschap, huwelijk of adoptie, en die doorgaans een gemeenschappelijke huishouding delen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

pater familias

A

Een Latijnse term die verwijst naar de mannelijke hoofdfiguur of gezagsdrager binnen een familie. Deze neemt vaak de beslissingen en leiding van de huishouding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

patriarchale samenleving

A

Systeem waarbij de macht in de handen van de mannen ligt en waarbij de macht overgedragen wordt van vader op zoon in de familie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Solidariteit

A

Een principe van eenheid en onderlinge steun binnen een gemeenschap

19
Q

Stand

A

een sociaal en economisch groep van de samenleving met gedeelde kenmerken, zoals beroep, status of privileges,

20
Q

ongelijkheid

A

de ongelijke verdeling van middelen, kansen, macht en privileges binnen een samenleving

21
Q

Patriciër

A

Families van grootgrondbezitters in Rome dat beweerde af te stammen van de stichters van de stad. Ze waren burgers en hadden veel politieke macht

22
Q

Plebejers

A

Gewone romeinen dat over burgerrechten beschikten. Ze konden boeren zijn of handelaars. Ze hebben weinig inspraak

23
Q

vreemdeling

A

Migranten uit andere delen van de wereld. Ze hadden geen politieke rechten en waren geen burgers

24
Q

Slaven

A

Ze werden niet beschouwd als volwaardige mensen, ze hadden geen rechten en waren geen burgers.

25
Q

Standenmaatschappij

A

een sociaal systeem waarin de bevolking verdeeld is in afzonderlijke groepen of ‘standen’, gebaseerd op beroep, afkomst of rijkdom, waarbij elke stand zijn eigen rechten, privileges en sociale status heeft

26
Q

Republiek

A

een politiek systeem waarin het staatshoofd niet erfelijk is en gewoonlijk wordt gekozen door het volk of door vertegenwoordigers van het volk

27
Q

Koningkrijk

A

een politiek systeem waarbij de macht wordt uitgeoefend door een koning, die over het algemeen erfelijk is en het staatshoofd is van het land

28
Q

Senaat

A

Politiek orgaan bestaande uit de patres familias van de families uit het patriarchaat en ex-magistraten. Ze waren verkozen voor het leven.

29
Q

Volksvergadering

A

Politiek orgaan bestaande uit alle burgers.

30
Q

Wetgevende macht

A

Demacht die verantwoordelijk is voor het maken, wijzigen en intrekken van wetten

31
Q

raadgevende macht

A

een orgaan dat advies verstrekt

32
Q

Magistraat

A

Een functionaris die specifieke taken binnen de rechterlijke macht of de uitvoerende macht uitvoert

33
Q

Uitvoerende macht

A

Verantwoordelijk voor het handhaven en uitvoeren van wetten en beleid, inclusief het besturen van het land en het uitvoeren van beslissingen

34
Q

Rechterlijke macht

A

verantwoordelijk voor het interpreteren van de wetten en het beoordelen van conflicten

35
Q

Consul

A

Twee verkozen burgers in de republiek dat aan het hoofd staan van de staat voor een periode van 1 jaar.

36
Q

vetorecht

A

Recht om een beslissing, wetgeving of actie te blokkeren of te voorkomen

37
Q

Dictator

A

een persoon die absolute macht heeft over een staat of een groep mensen in gevallen van gevaar en voor een periode van maximum 6 maanden

38
Q

De politieke carrière

A

De loopbaan van een individu in de politiek, gaande van quaestor, aediel, praetor tot consul.

39
Q

Monopolie

A

Het was een alleenrecht van patriciërs, zij hadden de touwtjes in hadden want de volksvergadering en de burgers hadden niet altijd de tijd om hieraan deel te nemen.

40
Q

Grootrijk

A

Een imperium, waarbij een stad over een groot gebied heerst na een aantal veroveringen

41
Q

Politiek geweld

A

Verwijst naar het gebruik van fysieke kracht of dreiging daarvan om politieke doelen te bereiken of te beïnvloeden.

42
Q

Burgeroorlog

A

een gewapend conflict tussen verschillende groepen binnen een land

43
Q

keizerrijk

A

een politiek systeem waarin een keizer de hoogste autoriteit en het staatshoofd is, vaak met absolute macht, en waarbij het grondgebied bestaat uit meerdere gebieden

44
Q

Alleenheerser

A

een individu die volledige en onbeperkte macht bezit over een staat of een bevolking

45
Q

autocratie

A

een politiek systeem waarin één persoon of een kleine groep individuen onbeperkte en ongecontroleerde macht uitoefent over de regering en de bevolking

46
Q

keizercultus

A

een religieus fenomeen in het Romeinse Rijk waarbij keizers werden vereerd als goddelijke figuren, met rituelen, tempels en vereringen die aan hen werden gewijd

47
Q

machtsmisbruik

A

verwijst naar het ongepast of oneigenlijk gebruik van macht of autoriteit door een persoon

48
Q

Vrede

A

een toestand van harmonie, stabiliteit en afwezigheid van conflicten