Begrippen Warenar Flashcards
Humanisme
Mensen staan voorop. (Grondslag)
Vanaf 1400
Renaissance
Wedergeboorte
Stroming/beweging
Reformatie / hervorming
Protestbeweging
Persoonlijke band met God
Huwelijk = burgerlijk recht
Eerlijke armen
Waren buiten hun schuld arm geworden
Oneerlijke armen
Konden werken maar wilden dat niet
Bedelen = verboden
Eerste nederduitse academie
Toneel + hoger onderwijs
Nederlands i.p.v. latijn
Rederijkers(kamer)
Mannen van burgerlijke/adellijke komaf die bij elkaar kwamen in gemeenschappen.
Dichters/kunstenaars
Tragedie / treurspel
Een ernstig toneelstuk met een tragisch einde
Komedie / blijspel
Toneelstuk met als doel het publiek te amuseren
Proloog
Een klein toneelstuk vooraf
Personificatie
Abstracte zaken die worden voorgesteld als levende wezens
Verduitst
Aangepast aan de nederlandse situatie
Komische toneeltechnieken
Signalen, situaties, terzijdes en stereotypering
Monoloog
Een betoog van 1 persoon die aan het woord is en blijft
Terzijde
Even uit het toneelstuk gaan om het publiek toe te spreken
Dialoog
Een gesprek tussen 2(+) personen
Dramatische ironie
De toeschouwer weet meer dan de personages
(Verhoogt de spanning)
4 vormen van bewerkingen
1 translatio
2 imitatio
3 aemulatio
4 amplificatio
Amplificatio
Zeer overdreven bewerking
Translatio
Vertaalde bewerking
Imitatio
Nabootsende (kleine elementen) bewerking
Aemulatio
Verbeterende bewerking
Couleur locale
De algemene kleur/stemming/sfeer in het tafereel
Lering en vermaak
Leren terwijl je wordt vermaakt