begrippen tw Flashcards
absolutisme
regeringssysteem waarin de vorst onbeperkte macht heeft
hugenoot
franse calvinist
minister
hoogste dienaar van een staat, lid van een regering
oligarchie
regering van een kleine groep
regent
bestuurder
stadhouder
vertegenwoordiger van de vorst in een gewest (tot 1581) in de republiek de hoogste regent in dienst van de gewesten, onder meer als opperbevelhebber
tijd van regenten en vorsten
zesde tijdvak (1600-1700)
beurs
gebouw waar kooplieden handeldrijven
gouden eeuw
lange bloeiperiode
grachtengordel
deel van amsterdam langs de grachten uit de 17e eeuw
handelskapitalisme
kapitalisme waarbij handelaren de leiding hadden in de economie
kapitalisme
economisch systeem waarin mensen geld in bedrijven steken om winst te maken
oorlogsrecht
regels die gelden tijdens oorlogen
stapelplaats
plaats waar goederen in pakhuizen worden opgeslagen om vandaar te worden verhandeld
volkenrecht
regels die gelden tussen staten