Begrippen Totalitaire regimes: Stalinisme & Nazisme Flashcards
Totalitaire staat
Staat die het leven van haar bevolking controleert en waarbij de macht in handen is van één leider en één partij.
Nazisme
Het nationaalsocialisme is een racistische, extreemrechtse en antisemitische ideologie die zich na de Eerste Wereldoorlog onder leiding van Hitler ontwikkelde.
Lebensraum
“Levensruimte”. Het grote Duitse volk had ruimte nodig om zich te ontwikkelen. Die ruimte moest gevonden worden in Centraal- en Oost Europa.
Stalinisme
Politieke stroming onder Stalin die zich baseerde op het communisme en waarbij de personencultus rond Stalin centraal stond.
Staatsgeleide economie
Economie die volledig geregeld en gepland wordt door de staat, zonder privé - initiatief
Vijfjarenplan
Met vijfjarenplannen stelde de staat doelstellingen op die de industrie en de landbouw moesten halen.
Collectivisatie
Het gemeenschappelijk of van de staat maken van eigendommen die eerder privé waren, bv. Landbouwgronden.
Personencultus
Persoon die wordt vereert en aanbeden en bijna een goddelijke status krijgt.