Begrippen Periode 1 Flashcards

1
Q

Abolitionisme

A

De beweging tot de afschaffing van de slavernij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Anti-Corn-Law-League

A

Conflict over de hoogte van de graanprijzen in Engeland. Ondernemers en arbeiders wilden een vrije graanhandel, omdat die een daling van de graanprijzen tot gevolg had. Zij vormden een Anti-Corn-Law-League. De grootgrondbezitters wilden invoerbeperkingen en dus handhaving van de Corn Laws (korenwetten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bill of Rights

A

In 1791 nam het Congres in de VS de Bill of Rights aan, bestaande uit tien amendementen op de grondwet betreffende de burgerrechten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Brits-Indische leger

A

Britse leger in koloniaal India, voor een groot deel bestaande uit Indische soldaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bussa’s rebellion

A

Grootste slavenopstand in de geschiedenis van Barbados (1816)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Calico wetten (1721)

A

Wetten bedoeld om de Engelse wol nijverheid te beschermen. Ze verboden eerst alleen de invoer van calico (met kleurige patronen bedrukt katoen uit India), maar al snel ook het dragen van calico kleding. In 1774 werden deze wetten afgeschaft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Charter Act van 1833

A

Wet waarin was vastgelegd, dat ‘geen Indiër wegens zijn geloof, geboorteplaats of afkomst een functie binnen de EIC onthouden zou worden’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Combination Acts

A

In de jaren 1799-1800 voerde het Britse parlement de Combination Acts in. Die wetten hielden een verbod tot vakbondsorganisatie in. Arbeiders mochten geen ‘combinaties’ vormen. Daardoor werden organisaties van arbeiders onwettig en konden vakbonden wegens ‘samenzwering’ worden vervolgd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Congres

A

Volksvertegenwoordiging bestaande uit de Senaat en het Huis van Afgevaardigden. Samen vormen ze het parlement van de VS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Corn Laws

A

Wetten die de Britse grondbezitters beschermden door de invoer van buitenlands graan te verbieden of er invoer belasting op te heffen. Hierdoor bleef de brood prijs in Engeland hoog. De Anti-Corn-Law-League kwam ertegen in verzet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Cotton gin

A

Machine om zachtjes uit ruwe katoen te verwijderen. Uitgevonden door Eli Whitney (1793). Enorme uitbreiding van de katoen teelt was het gevolg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Driehoekshandel

A

Handel via een driehoek van Europa naar Afrika (nijverheidsproducten), vandaar naar Amerika (slaven) en dan terug naar Europa (plantage producten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

East Indian Company (EIC)

A

Britse handelsonderneming (1600-1874) die het alleenrecht kreeg op de handel ten oosten van Kaap de Goede Hoop en ten westen van Straat Magellaan en bestuurlijke en militaire bevoegdheden bezat. Het innen van belasting was een belangrijke inkomstenbron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Factory Acts (1833)

A

In de periode 1819-1850 werden vijf Factory Acts door het Britse parlement aangenomen. Deze beperkten de werktijd van kinderen en vrouwen in fabrieken. Fabrieksarbeid van kinderen werd verboden voor kinderen onder negen jaar, vanaf 1844 onder de acht jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Federale staat

A

Staat die is georganiseerd als een statenbond: de Staten hebben zich verenigd door een deel van hun bevoegdheden over te dragen aan een centrale / nationale (federale) regering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Founding Fathers

A

De (55) afgevaardigden van de deelstaten die in 1787 in Philadelphia de grondwet van de VS opstelden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Handelskapitalisme

A

De eerste vorm van kapitalisme, waarbij de winst door middel van de handel gemaakt werd. De werkgevers waren voornamelijk kooplieden. Zij kochten grondstoffen, vaak in verre landen, en lieten die door boeren en arbeiders thuis verwerken (huisnijverheid). De kooplieden verkochten de producten dan weer. Zij kregen de winst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hooggerechtshof

A

De hoogste rechtbank in de VS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Industrieel kapitalisme

A

In de 19e eeuw maakte het handelskapitalisme plaats voor het industrieel kapitalisme. Belangrijkste kenmerken daarvan:

  • Fabrieken en mijnen (leveren grondstoffen voor industrie) worden de belangrijkste bedrijven.
  • De productie komt in handen van fabrikanten en grootindustriëlen
  • Vanaf 1870 werden de meeste grote ondernemingen nv’s, daarin bezitten mensen gezamenlijk een bedrijf door één of meer aandelen in dat bedrijf te kopen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Industriële Revolutie

A

Periode waarin de landbouw voor de meeste mensen in Europa als belangrijkste middel van bestaan verdrongen werd door de industrie. De veranderingen waren zo groot dat men spreekt van een revolutie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Indian National Congress

A

Hoogopgeleide westers geschoolde Indiërs richtten in 1885 het Indian National Congress op. Op korte termijn streefde zijn naar gelijke kansen binnen het Brits-Indische bestuur, op lange termijn naar de onafhankelijkheid van India

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Kaste

A

Groep mensen waarbinnen men geboren wordt. Elke kaste heeft eigen regels en gebruiken bvb bij huwelijken, begrafenissen en maaltijden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

King Philip’s War

A

De eerste oorlog tussen Engelse kolonisten en Indianen (1675-1678) toen zij zich verzetten tegen het in bezit nemen van hun grond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Klasseloze samenleving

A

In de ideale samenleving bestaan volgens het socialisme en communisme geen klassen (bevolkingsgroepen) die meer macht, meer bezit hebben dan andere klassen. Iedereen is in die samenleving gelijk aan elkaar.

25
Q

Maharadja

A

Hindoe vorst in India

26
Q

Markteconomie

A

Economie waarin de bedrijven producten maken waar neer vraag is van klanten

27
Q

Marrons

A

Weggelopen slaven die in het oerwoud of de bergen eigen gemeenschappen stichtten

28
Q

Mercantilisme

A

Een economisch-politieke visie uit 16de-18de eeuw. Een staat kon welvarend worden door eigen handel, nijverheid en export te stimuleren en tegen het buitenland te beschermen door invoerrechten te heffen.

29
Q

Mogolvorsten

A

Heersers van het islamitische Mogolrijk (1526-1858) dat bloeide op het Indische subcontinent. In de 19e eeuw verloor de Mogolkeizer veel van zijn macht en gingen verzallen zijn macht en elkaars macht betwisten. Daarvan profiteerden de Britten. Na de Grote Opstand van 1857 werd het Mogolrijk opgenomen in het Britse rijk

30
Q

Natuurlijke rechten

A

Rechten die voor iedereen gelden, ongeacht plaats of tijd, omdat ze door de natuur zijn gegeven.

31
Q

Nizam

A

Moslimvorst in India

32
Q

Onafhankelijkheidsoorlog

A

Van 1775 tot 1783 voerden kolonisten een oorlog tegen het moederland Engeland. Zij streden met succes voor onafhankelijkheid. Ook Vrijheidsoorlog en Amerikaanse revolutie genoemd.

33
Q

Onafhankelijkheidsverklaring

A

Op 4 juli 1776 werd de onafhankelijkheidsverklaring (Declaration of Independence) ondertekend door opstandige Engelse koloniën in Noord-Amerika. Hiermee verklaar en zij zich onafhankelijk van hun moeder land, Engeland. In deze verklaring werd het principe ‘gelijke rechten voor ieder’ vooropgesteld

34
Q

Pilgrim Fathers

A

Protestanten die Engeland waren ontvlucht, omdat ze de kerkhervorming in Engeland te gematigd vonden en in Amerika een nieuwe samenleving wilden stichten.

35
Q

Plantage-economie

A

Productie van exportproducten als suiker, tabak en koffie op grote landbouwbedrijven (plantages). Slaven verrichtten het werk op de plantages

36
Q

Plantagekolonie

A

Kolonie waarin op grote schaal plantages zijn aangelegd

37
Q

Pontiac Oorlog

A

Oorlog van zeven Indiaanse volken tegen Engeland in 1763

38
Q

Public Health Act 1835

A

Britse wet waarin geregeld werd dat de lokale overheden op bescheiden schaal gingen zorgen voor waterleiding, riolering en bestrating.

39
Q

Reform Bill (1832)

A

De Reform Bill regelde een nieuwe indeling in kiesdistricten in Engeland

40
Q

Religious Disabilities Act

A

Britse wet die regelde dat in Brits-Indië een zoon die van religie veranderde door zijn vader niet mocht worden onterfd

41
Q

Royal African Company

A

Britse handelsonderneming (1660-1739) die het alleenrecht kreeg op handel langs de Westkust van Afrika. Hoofddoel was oorspronkelijk goudwinning in Gambia, maar al snel werd de handel in slaven en suiker belangrijker (driehoekshandel)

42
Q

Royal Navy

A

De militaire vloot van Groot-Brittannië

43
Q

Sati

A

Gebruik onder sommige groepen in de hoogste lagen van de Indiase bevolking dat een vrouw op de brandstapel van haar overleden echtgenoot plaatsnam en in de vlammen omkwam

44
Q

Sepoys

A

Indiase soldaten in het Brits-Indische leger

45
Q

Sociale klasse

A

Bij het denken in sociale klassen is afkomst niet meer het belangrijkste, maar de sociaal-economische positie. Men kan dus ‘stijgen’ of ‘dalen’ op de maatschappelijke ladder

46
Q

Society for the abolition of slave trade

A

In 1787 opgerichte Britse vereniging tegen de slavenhandel. Leden als Wilberforce, Clarkson en Sharp schreven boeken en pamfletten, organiseerden protest bijeenkomsten en dienden verzoekschriften in bij het parlement

47
Q

Spinning Jenny

A

Door James Hargreaves in 1764 ontworpen spinnenwiel met een horizontaal frame waarop acht spillen konden worden geplaatst.

48
Q

Suez-kanaal

A

Kanaal dat dwars door Egypte de Middellandse Zee verbindt met de Rode Zee, geopend in 1869. Vanuit Europa hoefden schepen niet meer om Afrika heen te varen op weg naar Azië

49
Q

Sultan

A

Moslim vorst in India

50
Q

Trias politica

A

Opvatting van de Franse verlichter Montesquieu dat de drie staatsmachten (wetgevend, uitvoerend, rechterlijk) gescheiden moeten zijn en elkaar moeten controleren

51
Q

Verdrag van Allahabad (1765)

A

De keizer verleende de EIC het recht in zijn naam de belastingen te innen in Bengalen. De EIC gaf hem in ruil daarvoor een toelage en beloofde hem bescherming als hij werd aangevallen

52
Q

Verlichting / verlicht

A

Stroming in de 18e eeuw die vond dat de samenleving met het verstand moest worden onderzocht. Met toegenomen kennis zou men de problemen in de samenleving kunnen oplossen, was het idee

53
Q

Vestigingskolonie

A

Overzees gebied waar kolonisten zich blijvend gingen vestigen.

54
Q

Volkssoevereiniteit

A

Het volk is het hoogste gezag van de staat. Regering, parlement en rechters ontlenen hun macht aan het volk en zijn gebonden aan een grondwet.

55
Q

Vrijhandel

A

18de-eeuwse liberale economisch-politieke visie die handel zonder belemmeringen als invoer belasting voorstond. De Schotse filosoof Adam Smith betoogde dat als iedereen op zijn eigen belang uit was, dat als vanzelf zou uitlopen op welvaart voor iedereen

56
Q

Wereldtentoonstelling 1851

A

Internationale tentoonstelling in Londen in 1851 die ten doel had de Britse en buitenlandse bezoekers andere culturen en de vooruitgang in de Industriële Revolutie te tonen. Ook bekend als Great Exhibition

57
Q

Zaminders

A

Indiase grootgrondbezitters die in dienst van de Britten het recht kregen belastingen te innen

58
Q

Zevenjarige Oorlog (1756-1763)

A

Oorlog waarin Frankrijk en Engeland vochten om het bezit van delen van Noord-Amerika