begrippen literatuur Flashcards
literair
wat betrekking heeft tot de literatuur
proza
verzamelnaam voor verhalende teksten die niet rijmen. daarin onderscheidt proza zich van poëzie
Autobiografie
de schrijver beschrijft zijn eigen leven. het woord komt uit het grieks: ‘auto’ betekend ‘zelf’ ‘bios’ betekend ‘leven’ en ‘grafie’ komt van ‘graphein’ , schrijven
roman
een lang, fictief verhaal
personages
de personages kan je onderverdelen in verschillen soorten afhankelijk van hoeveel je van ze weet
- round characters, spelen een onmisbare rol
- flat characters, zijn minder belangerijk
- typen, spelen een bijrol
oeuvre
alles wat een schrijver geschreven heeft
gothic novel
genre dat onstand tijden de romantiek, waarin vaak heksen vampiers en spoken voorkomen
perspectief van de alwetende verteller
weet wat er gebeurd is en wat er gaat gebeuren en geeft soms commentaar op het verhaal
wisselend perspectief
het perspectief kan per hoofdstuk wisselen of binnen in een hoofdstuk
onbetrouwbaar perspectief
van een onbetrouwbaar perspectief of een onbetrouwbare verteller is sprake als de tekst aanwijzingen bevat dat het beeld extreem , vertekend , onvolledig of onjuist is
setting
de plaats, tijd en omstandigheden die de achtergrond vormen waartegen het verhaal zich afspeelt
ruimte
de ruimte waarin een verhaal zich afspeelt hebben vaak een functie
- karaktisering: een personage heeft een voorkeur of juist een afkeer van een bepaalde ruimte
- sfeertekening: de ruimte wordt gebruikt ter ondersteuning van een bepaalde handeling, gebeurtenis, gevoelens
- symbolisch: de ruimte staat symbool voor iets
spanning
spanning wordt opgeroepen door alles wat maakt dat je verder wilt lezen
spanning
spanning wordt opgeroepen door alles wat maakt dat je verder wilt lezen
vertraging
de gebeurtenissen worden langzaam verteld bijvoorbeeld doordat ze worden onderbroken door beschrijvingen
open plekken
vragen die het verhaal oproept. soms al na paar regels ingevuld maar ook pas aan het einde of helemaal niet
cliffhanger
het verhaal wordt onderbroken op een spannend moment
verhaalmotief
opvallen verhaalelement dat steeds opnieuw opduikt in het verhaal. verhaalmotieven kunnen concreet of abstract zijn
thema
waar een verhaal over gaat, afgezien van de personages en gebeurtenissen
concreet motief
verhaalelement dat meerdere malen letterlijk in het verhaal voorkomt. concrete motieven verwijzen vaak naar abstracte motieven of thema’s van het verhaal
abstract motief
verhaalelement dat niet letterlijk in het verhaal voorkomt, maar dat je zelf moet afleiden. vaak leiden concrete motieven je naar een abstract motief
literatuur
verzamelnaam voor fictieve teksten die een diepere laag hebben
ik-perspectief
een ik figuur. die ofwel het verhaal beleefd ofwel erop terugkijkt en dus al meer weet over de afloop
3de-perspectief
die beleefd ofwel het verhaal ofwel erboven staat en zelf geen deel uitmaakt van het verhaal
meervoudig perspectief
meerdere vertellers
conflictmodel
1 evenwicht ( alles gaat normaal ) 2 conflict ( het evenwicht wordt verstoord ) 3 ontwikkeling ( doordat de hoofdpersoon reageert komt hij in actie ) 4 oplossing of nieuw evenwicht