Begrippen Leren Toetsweek 2 Flashcards
Monarchie
Een staat die door een koning wordt bestuurd.
Absolutisme
Een vorm van bestuur waarbij de koning alle macht heeft.
Verlichting
Manier van denken waarin geloof en traditie plaatmaken voor logisch en verstandelijk redeneren. Verlichte burgers waren kritisch over kerk, bestuur en samenleving en wilden deze verbeteren.
Scheiding van de machten
Een verdeling van de bestuurlijke macht in drie delen;
- Wetgevende macht
- Uitvoerende macht
- Rechtsprekende macht
Censuur
Het verbod door de regering op het openbaar maken van bijvoorbeeld teksten, toneel en muziekstukken.
Publiek debat
Discussie over problemen in de samenleving waaraan een groot deel van de bevolking meedoet.
Standensamenleving
Samenleving die is verdeeld in drie groepen.
- Geestelijkheid (eerste stand)
- Adel (tweede stand)
- Burgers en boeren (derde stand)
Privilege
Voorrecht dat door de koning was verleend aan een geestelijke of edelman,.
Ancien régime
Een bestuur waarin de koning absolute macht heeft en sommige groepen (standen) speciale voorrechten hebben.
Verlichting
Manier van ddenken waarin geloof en trarditie plaatsmaken voor logisch en verstandelijk redeneren. Verlichte burgers waren kritisch over kerk, bestuur en samenleving en wilde deze verbeteren.
Tolerantie
Verdraagzaamheid
Scheiding van de machten
Door Montesquieu bedachte verdeling van de bestuurlijke macht in drie delen:
- De macht om wetten te maken (volksvertegenwoordiging)
- De macht om wetten uit te voeren (regering)
- De macht om wetovertreders te bestraffen (rechters)
Censuur
Het verbod door de regering op het openbaar maken van bijvoorbeeld, teksten, toneel en muziekstukken
Publiek debat
Discussie over problemen in de samenleving waaraan een groot deel van de bevolking meedoet.
Volksvertegenwoordiging
Een officiële bijeenkomst van vertegenwoordigers van het volk, waar politieke besluiten worden genomen.
Franse revolutie
Grote, plotselingen veranering van de samenleving en het bestuur in Frankrijk tussen 1789 en 1799